NL1004278C2 - Reddingskraan voor watervoertuigen. - Google Patents

Reddingskraan voor watervoertuigen. Download PDF

Info

Publication number
NL1004278C2
NL1004278C2 NL1004278A NL1004278A NL1004278C2 NL 1004278 C2 NL1004278 C2 NL 1004278C2 NL 1004278 A NL1004278 A NL 1004278A NL 1004278 A NL1004278 A NL 1004278A NL 1004278 C2 NL1004278 C2 NL 1004278C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
piston
cable
arm
rescue
cylinder
Prior art date
Application number
NL1004278A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1004278A1 (nl
Inventor
Horst Dipl Ing Zimmermann
Original Assignee
Horst Dipl Ing Zimmermann
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Horst Dipl Ing Zimmermann filed Critical Horst Dipl Ing Zimmermann
Publication of NL1004278A1 publication Critical patent/NL1004278A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1004278C2 publication Critical patent/NL1004278C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B27/00Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers
    • B63B27/10Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers of cranes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B23/00Equipment for handling lifeboats or the like
    • B63B23/02Davits, i.e. devices having arms for lowering boats by cables or the like
    • B63B23/18Davits, i.e. devices having arms for lowering boats by cables or the like with arms pivoting on substantially vertical axes
    • B63B23/20Davits with single arms

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Jib Cranes (AREA)

Description

Korte aanduiding : Reddingskraan voor watervoertuigen.
De uitvinding heeft betrekking op een reddingskraan voor watervoertuigen voor het vieren respectievelijk ophijsen van reddings-5 inrichtingen, in het bijzonder van reddingsboten of reddingsvlotten met een arm en met een een hangwerk dragende hefkabel.
Dergelijke reddingskranen zijn in vele uitvoeringsvormen bekend (Prospectus "Marine Equipment Works SEZAMOR", Polen). Zij bezitten allen voor de hefkabel een kabeltrommel met een een aandrijf-10 bron omvattende aandrijving en een in- en uitkoppelbare handkruk; verder ten minste een via een trekkabel schakelbare stuurinrichting, die van de aan het hangwerk van de hefkabel opgehangen reddings-inrichting uit bedienbaar is. Indien de energievoorziening voor de aandrijfmotor uitvalt, moet de reddingskraan hetzij met de aankoppel-15 bare handkruk te bedienen zijn of vanuit de aangehangen reddings- inrichting via de vermelde trekkabel bedienbaar zijn. Daarbij mag de daalsnelheid een vooraf bepaalde waarde niet overschrijden. Indien de kabeltrommel met een motor wordt aangedreven mag, onafhankelijk daarvan of de motor vanuit het watervoertuig in en uit geschakeld 20 wordt of met de regel inrichting, die bedienbaar is via de vermelde trekkabel, de handkruk van de kabeltrommel voor het vermijden van ongevallen niet met de trommel mee draaien. De reddingskraan moet dus zo uitgevoerd en te bedienen zijn, dat zowel vanaf het watervoertuig waarop de kraan aangebracht is, als ook vanuit de aan de hefkabel 25 opgehangen reddingsinrichting het vieren mogelijk is. Het ophijsen wordt daarentegen, zowel indien dit met de motor plaatsvindt als met de hand, slechts vereist vanaf het watervoertuig. Deze aan het bedrijf gestelde eisen aan een reddingskraan van de bovengenoemde soort bepalen gecompliceerde en dure constructieve en schakel technische 30 maatregelen.
Verder is uit het Duitse Offenlegungsschrift 2414181 een inrichting bekend voor de regeling van hefkabels bij kranen aan boord van schepen. Bij dergelijke kranen aan boord van schepen treden problemen op, die niet te vergelijken zijn met bij reddingskranen 35 optredende probleen. Indien met dergelijke kranen aan boord van schepen zware lasten uit het water moeten worden getild wijzigt zich 1004278 2 het schijnbare gewicht van de aangehangen last bij het vrijkomen uit het water in verband met de vermindering van het opdrijfvermogen. Dit kan zeer snel plaatsvinden. Daarenboven is het ook moeilijk een aangehangen last nauwkeurig te positioneren met de kraan indien schip 5 en kraan tengevolge van de vaak aanzienlijke golfbeweging zwenken.
Met de constructie volgens DE 2414181 wordt nu beoogd aan deze moelijkheden tegemoet te komen. De voor de oplossing van deze problemen ontwikkelde boordkraan bezit een voetstuk, een daarin draaibaar gelegerde trommel voor de hefkabel, een met deze trommel 10 gekoppelde aandrijving en een met het voetstuk verbonden arm. Aan het bovenste deel van het voetstuk is een stuurkabeltrommel aangebracht, die draaibaar is en waarop een stuurkabel voor het kippen van de arm is gewikkeld. Het vrije einde van de stuurkabel is aan het vrije einde van de arm bevestigd. Aan het vrije einde van de arm zijn kabelrollen 15 draaibaar gelegerd. Bovendien is een als zuiger-cilinder-inrichting aangebrachte stuurinrichting voor de hefkabel op de arm aangebracht waarbij het ene einde daarvan aan de arm bevestigd is en het andere einde naar de kabelrollen toe en van deze weg te bewegen is. Aan het vrije resp. beweegbare einde van de inrichting is een beweegbare 20 kabel rol draaibaar gelegerd. Op de hefkabeltrommel is een hefkabel gewikkeld, welke via een van de rollen aan het einde van de arm loopt, daarna langs de arm naar beneden verloopt, door de beweeglijke kabel-rol omgeleid wordt, weer langs de arm naar boven verloopt, over de andere rol geleid is en dan vanaf de arm naar beneden afhangt en een 25 te heffen last draagt.
De inrichting voor het sturen van de trekkabel bezit een cilinder, een eerste daarin verschuifbare zuiger en een tweede daarin verschuifbare zwevende zuiger. De eerste zuiger bezit een axiaal verlopende zuigerstang, waarvan het doorsnedevlak kleiner is dan het 30 doorsnedevlak van de bijbehorende zuiger. Daardoor is tussen de cilinder en de zuigerstang een ringvormige kamer gevormd. Tussen de zuigerstang en het met deze samenwerkende einde van de cilinder is in een omtreksgroef van de kopwand van de cilinder een O-afdichtring aangebracht. Het andere cilindereinde is gesloten en tussen de kopwand 35 van het gesloten cil indereinde en de zwevende zuiger is een kamer gevormd. Tussen de zuigers bevindt zich een verdere kamer. De eerste 1004278 3 zuiger is voorzien van een aantal doortrede-openingen, door welke onder druk staand middel met gestuurde snelheid tussen de ringvormige kamer en de kamer kan heen en weer stromen. Aan het gesloten einde van de cilinder is een inlaat voor hydraulische vloeistof aangebracht, 5 door welke hydraulische vloeistof in de kamer in te leiden is. Naast het open cilindereinde is een inlaat voor onder druk staand gas aangebracht, door welke gas in de ringvormige kamer kan worden ingeleid. De met behulp van de hydraulische vloeistof op te wekken druk is aanzienlijk hoger dan de met behulp van het onder druk staande gas 10 bereikbare druk, zodat de hydraulische druk de gasdruk kan oversturen. Voor deze stuurinrichting van de heikabel is een hydraulische besturing aangebracht met een op een bepaalde drukwaarde instelbare drukregel aar met verschillende kleppen en met een expansiekamer voor het onder druk staande gas. Het onder druk staande gas belast de 15 zuiger en verschuift deze met zijn zuigerstang indien de trommel van de hefkabel de hefkabel opwikkelt en de last door een bepaalde afstand omhoog bewogen wordt, hetgeen van het gewicht van de last afhangt. Terwijl de last door het water heen omhoog bewogen wordt vereffent het onder druk staande gas stoten en beweegt de zuigerstang naar buiten of 20 naar binnen, waardoor de werkzame lengte van de hefkabel verkort of vergroot wordt indien het schip stampt of slingert, zodat de hefkabel onder een in hoofdzaak constante druk staat. De expansiekamer kan in of uit bedrijf gesteld worden, waardoor het werkzame gasvolume in de inrichting drastisch te veranderen is en de aanspreekkarakteristiek 25 van de inrichting kan worden veranderd. Een verandering van de ingestelde druk door verstellen van de drukregelaar verandert ook de aanspreekkarakteristiek van de inrichting. Indien de last door het wateroppervlak heen wordt omhoog bewogen is in verband met vermindering van het opdrijvend vermogen een vergrote hefkracht nood-30 zakelijk. Op dit tijdstip wordt een hydraulische stuurklep geopend, zodat de onder druk staande hydraulische vloeistof de zwevende zuiger naar de zuiger van de stuurinrichting voor de hefkabel toe kan verschuiven, waardoor de zuigerstang verder naar buiten schuift en de last snel omhoog bewogen wordt. Tijdens deze bedrijfsfase is, indien 35 hydraulische vloeistof voor het uitschuiven van de zuigerstang met het oog op het omhoog bewegen van de last wordt toegepast, de trommel voor 1004278 4 de hefkabel draaivast te vergrendelen, opdat de hefkabel zich niet kan afwikkelen, want de hydraulische vloeistof oefent via de zuigerstang en de beweegbare kabel rol een grote kracht uit op de hefkabel. Deze besturing van de hefkabel maakt een besturing van het trekken van de 5 hefkabel mogelijk waarbij de kabel ingetrokken of vrijgegeven wordt en daardoor een in hoofdzaak constante hefkracht voor het omhoog bewegen van de last zelfs dan wordt uitgeoefend, indien het schip en de boord-kraan tengevolge van golven onderworpen zijn aan een heftige beweging.
Uit bovenstaande en in vergelijking met de problemen bij 10 een reddingskraan is het duidelijk, dat beide hefinrichtingen zeer verschillende taken te vervullen hebben. Op grond daarvan zal men dan ook bij de ontwikkeling van een reddingskraan geen aanleiding hebben terug te grijpen op maatregelen die worden toegepast bij boordkranen, die andere functies hebben en aan de ontwikkeling waarvan andere 15 problemen ten grondslag liggen dan bij de ontwikkeling van een reddingskraan.
Van de eerst vermelde stand van de techniek gaat de uitvinding uit, die daarop mikt, een reddingskraan voor te stellen, welke voldoet voor de beschreven bedrijfseisen, welke echter con-20 structief en schakeltechnisch aanzienlijk vereenvoudigd is. Volgens de uitvinding kan dit daardoor worden bereikt, dat aan of in de arm ten minste twee, ieder meerdere kabelrollen bezittende kabelblokken zijn aangebracht waarover de aan een eindzijde aan de arm vastgelegde hefkabel op de wijze van een takel geleid is, waarbij het ene kabel-25 blok aan de arm is vastgelegd en het andere kabelblok verschuifbaar verbonden is met een hydraulische zuiger-cilinder-eenheid, die door de arm wordt gedragen, terwijl deze zuiger-cilinder-eenheid via een hydraulische regelkring dubbelzijdig te belasten is.
Verdere doelmatige uitvoeringen van de uitvinding zijn in 30 de onderconclusies opgesomd.
Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader uiteengezet zonder daarbij te beogen de uitvinding hierop te beperken.
Figuur 1 toont een reddingskraan vanaf de zijkant met 35 gedeeltelijk opengewerkte kastvormige arm, 1004278 5
Figuur 2 toont een hydraulisch schema voor het ophijsen en vieren met behulp van de reddingskraan volgens figuur 1.
De in figuur 1 weergegeven reddingskraan omvat een kraan-voet 1, welke aan de zijde van de rand op het dek van een schip is 5 gemonteerd en om een verticale as verzwenkbaar is. Aan deze kraanvoet is de uitstekende arm 2 bevestigd, welke bijvoorbeeld als kastvormig profiel kan zijn uitgevoerd en welke in de figuur 1 weergegeven weergave gedeeltelijk opengewerkt weergegeven is. Aan de zijde van de kraanvoet is in deze arm 2 een hydraulische zuiger-cilinder-eenheid 3 10 vastgelegd, waarvan de axiale lengte ongeveer half zo groot is als de lengte van de arm 2. Aan het vrije einde van de zuigerstang 14 van deze zuiger-cilinder-eenheid 3 is een meerdere kabelrollen bezittend kabelblok 4 bevestigd. Dergelijke kabelblokken zijn van takels bekend. Dit kabelblok 4 is met behulp van de zuigerstang 14 van de zuiger- 15 cilinder-eenheid 3 uitschuifbaar. Langs zijn bewegingsweg binnen de arm 2 is dit blok 4 geleid respectievelijk ondersteund. Aan het vrije einde van de arm 2 is een verder kabelblok 5 bevestigd. Over de onafhankelijk van elkaar vrij draaibare kabelrollen van deze beide kabelblokken 4 en 5 is nu de heikabel 6 geleid. Het ene einde van de 20 hef kabel 6 is aan de arm 2 bevestigd en het vrije einde van de hef- kabel 6 draagt een hangwerk 7 waaraan een reddingsvlot of een reddingsboot te bevestigen is. Op doelmatige wijze is dit speciale hangwerk uitwisselbaar tegen een lasthaak 8. Het einde van de hef-kabel, die om de kabelrollen van de kabelblokken 4 en 5 heen geleid en 25 uit de arm 2 naar buiten gevoerd is is over een op de arm 2 gelegerde omleidrol 9 geleid. Aan het vrije einde van de arm 2 is hier nog een uitstekende arm 10 aangeflenst. Aan de onderzijde van de arm 10 zijn omleidrollen 11 en 12 aangebracht, waarover, indien gewenst, de hefkabel 6 kan worden geleid, zodat deze op de eerste plaats voor 30 reddingsdoeleinden aangebrachte reddingskraan ook kan worden ingezet voor het lossen van lasten. De hier aangebrachte zuiger-cilinder-eenheid 3 is dubbelzijdig te belasten.
De voor het regelen en voor het bedrijf van deze zuiger-cilinder-eenheid 3 vereiste aggregaten, apparaten, kleppen en derge-35 lijke zijn op doelmatige wijze ondergebracht in de kraanvoet 1. In figuur 2 is het hydraulische schakelplan schematisch veraanschouwe- 1004278 6 lijkt waarbij hier ter wille van de overzichtelijkheid meerdere voorraadtanks 13 voor het hydraulisch drukmedium zijn afgebeeld. In de praktische uitvoeringsvorm is echter slechts een dergelijke voorraad-tank 13 aanwezig op grond waarvan in de afbeelding volgens figuur 2 5 alle hier getoonde voorraadtanks van dezelfde verwijzingscijfers 13 zijn voorzien.
De aan beide zijden van de zuiger 15 van de zuiger-cilinder-eenheid 3 liggende cilinderruimtes 16 en 17 zijn afwisselend te belasten met het hydraulische onder druk staande medium, waarbij 10 bij de belasting van de ene cilinderruimte 16 het hangwerk 7 gevierd (pijl 18) en bij de belasting van de andere cil inderruimte 17 het hangwerk opgehesen (pijl 19) wordt. Indien de cilinderruimte 16 wordt belast, beweegt de zuiger 15 naar rechts (figuur 2) en verkort daardoor de afstand tussen de kabelblokken 4 en 5, waardoor het hangwerk 7 15 naar onderen wordt bewogen. Indien daarentegen de cilinderruimte 17 wordt belast, bewegen de beide kabelblokken 4 en 5 uit elkaar waardoor de onderlinge afstand tussen deze kabelblokken zich vergroot en het hangwerk 7 wordt gevierd.
De hydraulische kringloop omvat een door een motor aange-20 dreven pomp 20 met een drukleiding 21, waarop uit veiligheids overwegingen een overdrukklep 22 is aangesloten. In deze drukleiding 21 ligt een drie schakel standen bezittende schakelklep 23, welke in figuur 2 is afgebeeld in zijn neutrale middenstand, waarin hij bijvoorbeeld door veren 41 wordt gehouden. Deze schakelklep is met behulp 25 van de hefboom 27 te schakelen. In de weergegeven middenstand van de schakelklep 23 is de drukleiding 21 verbonden met de terugvoerleiding 24 en ook met de voor het vieren te belasten cilinderruimte 16 via de leiding 25, dit laatste onder tussenschakeling van een smoororgaan 26, dat integrerend bestanddeel van de schakelklep 23 is. In plaats van 30 een hefboom 27 voor het met de hand bedienen van deze schakelklep 23 kunnen ook elektromagneten of andere instelorganen zijn aangebracht. In de in figuur 2 getoonde stand van de zuiger-cilinder-eenheid 3 is de voor het ophijsen belaste cilinderruimte 17 onder druk.
Indien het hangwerk 7 moet worden gevierd wordt de schakel-35 klep 23 in zijn rechter eindstand (F) bewogen. Daardoor wordt de drukleiding 21 verbonden met de leiding 25 en de cilinderruimte 16 met 1004278 7 druk belast, terwijl daarentegen de andere cilinderruimte 17 via de leiding 28 wordt verbonden met de terugvoerleiding 24. Op doelmatige wijze is ook in dit deel van de schakel klep 23 een smoororgaan 29 aangebracht, opdat een constante hoeveelheid hydraulische olie via de 5 leiding 28 terugstroomt, zodat het hangwerk met constante snelheid daalt. De schakelklep 23 kan ook zijn uitgevoerd als proportionele klep, zodat de viersnelheid proportioneel met de hefboom 27 kan worden gestuurd.
Indien het omlaag bewogen hangwerk 7 weer moet worden 10 opgehesen wordt de schakelklep 23 overgebracht in zijn linker eindstand (H) waardoor de cil inderruimte 17 met druk wordt belast en de andere cilinderruimte 16 via de leiding 25 en de terugvoerleiding 24 wordt ontlast.
Indien de energievoorziening voor de pomp 20 uitvalt kan 15 het hangwerk 7 opgehesen worden met behulp van een handpomp 31 waarvan de drukleiding 30 met de leiding 28 voor de cil inderruimte 17 is verbonden. Een terugslagklep 32 verhindert de terugstroming van het onder druk staand medium. Deze hydraulische handpomp is op het water-voertuig aangebracht.
20 Op de beide leidingen 28 en 30, die met de voor het ophijsen te belasten cilinderruimte 17 verbonden zijn, is een verdere leiding 33 aangesloten, waarin een automatische hoeveelheidregelkllep 34 ligt en een bij voorkeur onder veerbelasting staande uit-in-klep 35 van welke uit een terugvoerleiding 36 naar de voorraadtank 13 leidt. 25 De met de hand te bedienen uit-in-klep 35 is uitgerust met een trek-kabel 37, die via een omleidrol 38 in de nabijheid van het afhangende part van de hefkabel 6 geleid is. Deze trekkabel 37 wordt vanuit de aangehangen reddingsboot respectievelijk vanuit het aangehangen reddingsvlot bediend, waarbij bij diens bediening de cilinderruimte 17 30 via de leidingen 28 en 33 wordt verbonden met de terugvoerleiding 36, waardoor deze cilinderruimte 17 wordt ontlast en zich ledigt, en wel met een in de tijd constante van druk onafhankelijke oliehoeveelheid, zodat de zuiger 15 zich met constante snelheid naar rechts beweegt. Gelijktijdig wordt via de leidingen 39 en 25 en een nazuigklep 40 35 hydraulische olie in de zich vergrotende cilinderruimte 16 getransporteerd (aangezogen). Daarmede is met verhoudingsgewijs eenvoudige 1004278 8 middelen rekening gehouden met alle bedrijfseisen (ophijsen en vieren) voor dergelijke reddingskranen.
Ofschoon in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de arm 2 is uitgevoerd als kastvormig profiel is het ook mogelijk hem uit te 5 voeren als traliewerkdrager. Verder is het mogelijk tussen het beweegbaar gelegerde kabelblok 4 en de voor zijn verschuiving aangebrachte zuiger-cilinder-eenheid 3 een overbrenging in te schakelen, zodat dit kabelblok 4 niet rechtstreeks via de zuiger-cilinder-eenheid 3 wordt bewogen zoals in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, maar door de 10 tussenschakeling van een overbrenging, welke eveneens uit trekkabels kan bestaan.
1004278

Claims (12)

1. Reddingskraan voor watervaartuigen voor het vieren respectievelijk ophijsen van reddingsinrichtingen, in het bijzonder van 5 reddingsboten of reddingsvlotten met een arm en een een hangwerk dragende hefkabel, gekenmerkt doordat: - aan of in de arm (2) tenminste twee, ieder meerdere kabelrollen bezittende kabelblokken (4, 5) zijn aangebracht, - de hefkabel (6) aan een einde aan de arm (2) bevestigd is 10 en op de wijze van een takel over de kabelblokken (4, 5) geleid is, - het ene kabel blok (5) is vastgelegd aan de arm (2) en het andere kabel blok (4) verschuifbaar verbonden is met een hydraulische zuiger-cilinder-eenheid (3), die door de arm (2) wordt gedragen, - en de zuiger-cilinder-eenheid (3) via een hydraulische 15 regelkring dubbelzijdig te belasten is.
2. Reddingskraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aan de arm (2) vastgelegde kabelblok (5) in de nabijheid van het vrije einde van de arm aangebracht is.
3. Reddingskraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 dubbelzijdig te belasten zuiger-cilinder-eenheid (3) ten minste nagenoeg evenwijdig aan de lengterichting van de arm (2) is aangebracht.
4. Reddingskraan volgens conclusie 1 of 3, met het kenmerk, dat de lengte van de uitgeschoven zuiger-cilinder-eenheid (3) ten 25 minste nagenoeg overeenkomt met de lengte van de arm (2), eventueel onder vermindering van het vastgelegde kabelblok (5).
5. Reddingskraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het met de zuiger-cilinder-eenheid (3) verbonden kabelblok (4) op de arm (2) geleid is.
6. Reddingskraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kabelblok (4) verbonden is met de zuigerstang (14) van de zuiger-cil inder-eenheid (3).
7. Reddingskraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de naar de beide hydraulisch belastbare cilinderruimtes (16, 17) aan 35 beide zijden van de zuiger (15) van de zuiger-cilinder-eenheid (3) leidende leidingen (25, 28) een ten minste drie standen bezittende 1004278 schakelklep (23) is aangebracht, welke in zijn beide eindstanden de aan beide zijden van de zuiger (15) van de zuiger-cilinder-eenheid (3) liggende cilinderruimtes (16, 17) afwisselend met de in de hydraulische regelkring aanwezige hydraulische pomp (20) respectievelijk met 5 een naar een voorraadtank (13) leidende terugvoerleiding (24) verbindt en welke in zijn middenstand de bij het vieren te belasten cilinder-ruimte (16) met de terugvoerleiding (24) verbindt.
8. Reddingskraan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de schakelklep (23) in zijn middenstand de terugvoerleiding (24) met de 10 bij het vieren te belasten cilinderruimte (16) van de zuiger-cilinder-eenheid (3) verbindt via een smoororgaan (26).
9. Reddingskraan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de bij het vieren te belasten cilinderruimte (16) van de zuiger-cilinder-eenheid (3) aanvullend met een naar de voorraadtank (13) voerende, een 15 nazuigklep (40) omvattende leiding (39) verbonden is.
10. Reddingskraan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de bij het ophijsen te belasten cilinderruimte (17) van de zuiger- cil inder-eenheid (3) is verbonden met een naar de voorraadtank (13) voerende, een handpomp (31) en een terugslagklep (32) bezittende 20 leiding (28, 30).
11. Reddingskraan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de bij het ophijsen te belasten cilinderruimte (17) van de zuiger- cil inder-eenheid (3) met een aanvullende naar de voorraadtank (13) leidende, een automatische hoeveel heidregelklep (34) en een uit-in- 25 klep (35) bezittende leiding (33) verbonden is, en de uit-in-klep (35) is verbonden met een trekorgaan, bijvoorbeeld een ketting of een trekkabel (37), dat over ten minste een aan de arm (2) aangebrachte omleidrol (38) nabij het met het hangwerk (7) uitgeruste vrije einde van de hefkabel (6) geleid is.
12. Reddingskraan volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het smoororgaan (26) integrerend bestanddeel van de schakelklep (23) is. 1004278
NL1004278A 1995-10-16 1996-10-15 Reddingskraan voor watervoertuigen. NL1004278C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT171095 1995-10-16
AT171095 1995-10-16

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1004278A1 NL1004278A1 (nl) 1997-04-17
NL1004278C2 true NL1004278C2 (nl) 1998-10-01

Family

ID=3519313

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004278A NL1004278C2 (nl) 1995-10-16 1996-10-15 Reddingskraan voor watervoertuigen.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE19642477A1 (nl)
NL (1) NL1004278C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103640674A (zh) * 2013-11-25 2014-03-19 无锡起岸重工机械有限公司 多用途救生艇吊

Also Published As

Publication number Publication date
NL1004278A1 (nl) 1997-04-17
DE19642477A1 (de) 1997-04-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4354608A (en) Motion compensator and control system for crane
US3846860A (en) Movable access ramp for vehicles
US4236859A (en) Mobile hoist
US4236695A (en) Sea swell compensation
US4268013A (en) Crane motion compensator
US4555032A (en) Heavy lift crane
JP2007230781A (ja) 多位置ワイヤロープガイド
GB2224711A (en) Hoist device for a load hanging on hoist ropes, in particular a container-crane
US3804268A (en) Marine platform structure
US4632622A (en) Marine cargo transfer device
US3479077A (en) Hydraulically actuated bucket closing means
US3828683A (en) Marine load transfer system
US5522671A (en) Hydraulic boat lift
NL1004278C2 (nl) Reddingskraan voor watervoertuigen.
US3675900A (en) Motion compensating hoist
JP3930664B2 (ja) デッキクレーン装置
US2966752A (en) Cranes
CA1063977A (en) Boom crane with double downward-articulation for close-coupling of loads
NL8304170A (nl) Hijsinstallatie.
US2689053A (en) Hoisting apparatus
KR102376611B1 (ko) 선박 램프에서의 처리법 및 상기 처리법을 성취하기 위한 장치
US4460098A (en) Pendant control system for pendant supported boom
US5597080A (en) Snag load protection system for a crane
EP1641702B1 (en) Hoisting mechanism
US3861534A (en) Davit, particularly for marine use

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19980716

RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19980731

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010501