NL1002154C1 - Computer Aided Software Engineering tool - Google Patents

Computer Aided Software Engineering tool Download PDF

Info

Publication number
NL1002154C1
NL1002154C1 NL1002154A NL1002154A NL1002154C1 NL 1002154 C1 NL1002154 C1 NL 1002154C1 NL 1002154 A NL1002154 A NL 1002154A NL 1002154 A NL1002154 A NL 1002154A NL 1002154 C1 NL1002154 C1 NL 1002154C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
information
business
output
classes
techniques
Prior art date
Application number
NL1002154A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Jaap Van Der Kamp
Original Assignee
Jaap Van Der Kamp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jaap Van Der Kamp filed Critical Jaap Van Der Kamp
Priority to NL1002154A priority Critical patent/NL1002154C1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1002154C1 publication Critical patent/NL1002154C1/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06QINFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES; SYSTEMS OR METHODS SPECIALLY ADAPTED FOR ADMINISTRATIVE, COMMERCIAL, FINANCIAL, MANAGERIAL OR SUPERVISORY PURPOSES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G06Q10/00Administration; Management
    • G06Q10/06Resources, workflows, human or project management; Enterprise or organisation planning; Enterprise or organisation modelling

Abstract

The Computer Aided Software Engineering - CASE - tool assesses the value of and the effectiveness of items of business information. The tool produces text and graphic images on a computer screen. The tool supplies a virtual atlas of charts which show: The business hierarchy, An overview of essential information output and the necessary classes of internal and external data, Attributes of each class of data Relationships between classes of data and associated applications.

Description

Opname van de methode 'Business Information Mapping’ in een CASE tooiInclusion of the 'Business Information Mapping' method in a CASE tool

De uitvinding heeft betrekking op het ondersteunen van de methode Business 5 Information Mapping door een CASE tooi. Onder een CASE tooi wordt verstaan: een geautomatiseerd hulpmiddel voor het ondersteunen van de ontwikkeling van informatiesystemen (CASE staat voor ‘Computer Aided Software Engineering’). Voor ‘CASE tooi’ moet in het onderstaande worden gelezen: ‘Enig geautomatiseerd hulpmiddel’. Het ondersteunen van de genoemde methode houdt in dat de CASE tooi, 10 naast eventuele andere methoden, ook de methode Business Information Mapping, met de voor haar karakteristieke tekentechnieken, denkwijze en werkwijze, ondersteunt.The invention relates to supporting the Business 5 Information Mapping method by a CASE tool. A CASE tool is understood to mean: an automated tool for supporting the development of information systems (CASE stands for "Computer Aided Software Engineering"). For "CASE tool", the following should be read: "Any automated tool". Supporting the method mentioned implies that the CASE tool, in addition to any other methods, also supports the Business Information Mapping method, with its characteristic drawing techniques, way of thinking and working method.

De methode Business Information Mapping is voor zover bekend voor het eerst in praktijk gebracht door de EDP-audit groep van het bedrijf PVF Nederland N.V., gevestigd te Amsterdam. Het ligt in de bedoeling de methode te publiceren, met als 15 auteurs, naar het zich laat aanzien, de heren Cents, Den Engelsman, Van der Kamp en Verhoef. De methode, waarvan de naam nog niet definitief vaststaat, wordt in het onderstaande gekarakteriseerd.As far as is known, the Business Information Mapping method was first put into practice by the EDP audit group of the company PVF Nederland N.V., located in Amsterdam. It is the intention to publish the method, with as many as 15 authors, it seems possible, Messrs. Cents, Den Engelsman, Van der Kamp and Verhoef. The method, the name of which has not yet been definitively established, is characterized below.

De methode Business Information Mapping 20 Business Information Mapping is een methode om uitgaande van bedrijfsprocessen de informatievoorziening van een organisatie in kaart te brengen. Kenmerkend aan de methode is dat ‘verticaal’ wordt gedacht, dwars door alle abstractienivo’s heen. Zo worden dwarsverbanden gelegd tussen bedrijfsnivo, informatienivo en fysiek nivo.The Business Information Mapping method 20 Business Information Mapping is a method for mapping the information provision of an organization based on business processes. Characteristic of the method is that "vertical" is thought, right through all abstraction levels. For example, cross-connections are made between company level, information level and physical level.

22

Samenstellende delenConstituent parts

De methode omvat de volgende elementen: • De beschouwde bedrijfsprocessen, eventueel gevat in een hiërarchie van bedrijfsprocessen. Elk bedrijfsproces wordt benoemd. Desgewenst wordt een korte 5 beschrijving van het bedrijfsproces gegeven en worden de triggers van het bedrijfsproces genoemd.The method includes the following elements: • The considered business processes, possibly contained in a hierarchy of business processes. Each business process is identified. If desired, a brief description of the business process is given and the triggers of the business process are mentioned.

• De essentiële uitvoer van elk bedrijfsproces, dit is de uitvoer die minimaal noodzakelijk is om de doelstelling van het bedrijfsproces te realiseren. Zo worden uitvoerdocumenten, uitvoerbestanden en te muteren permanente bestanden 10 benoemd en eventueel worden voorbeeldexemplaren van de uitvoer gearchiveerd.• The essential output of each business process, this is the output that is at least necessary to achieve the objective of the business process. For example, output documents, output files, and permanent files to be mutated are named and, optionally, sample copies of the output are archived.

Het begrip ‘uitvoer’ kan eventueel worden verdeeld in ‘conceptuele uitvoer’ en ‘fysieke uitvoer’. De conceptuele uitvoer staat vrijwel gelijk aan het doel van het betreffende bedrijfsproces. Het principe wordt gehanteerd dat elk bedrijfsproces maar één doel mag hebben - zo niet, dan moet het bedrijfsproces worden 15 geherdefinieerd Het begrip ‘conceptuele uitvoer’ ondersteunt het handhaven van dit principe.The term "output" can possibly be divided into "conceptual output" and "physical output". The conceptual output is almost the same as the purpose of the relevant business process. The principle is applied that each business process should have only one goal - if not, the business process must be redefined. The concept of "conceptual output" supports the maintenance of this principle.

• De attributen die deel uitmaken van de essentiële uitvoer. Eén bedrijfsproces kan meerdere uitvoeren hebben, die elk apart worden ontleed.• The attributes that are part of the essential output. One business process can have multiple executions, each of which is parsed separately.

• De object-oriënted klassen, in abstracte zin, die nodig zijn om de genoemde uitvoer 20 voort te brengen, met andere woorden die de attributen leveren om de uitvoer samen te stellen. De klassen worden gezien als de interne gegevensbronnen.The object-oriented classes, in an abstract sense, needed to generate said output 20, in other words, which provide the attributes to compose the output. The classes are seen as the internal data sources.

‘Intern’ is hier: intern het beschouwde aandachtsgebied, normaalgesproken is dit de organisatie waarvan de informatievoorziening in kaart wordt gebracht. De klassen worden niet alleen beschreven als voortbrenger van uitvoer, maar ook als 25 onderdeel van overervingstructuren."Internal" is here: internally the area of attention considered, normally this is the organization whose information provision is mapped. The classes are described not only as an output generator, but also as part of inheritance structures.

De term ‘klasse’ is ontleend aan de publicatie ‘Object-orientatie - Definitie en samenhang van begrippen uit het object-georiënteerde domein’ uit 1993 door D. Schuyl-Laros en G. van Roekel van de werkgroep Object-georiënteerde Methoden 3 van De Nederlandse Databaseclub van het Nederlands Genootschap voor Informatica (NGI). Het in deze publicatie genoemde begrip ‘kenmerk’, als bouwsteen voor een klasse, is in dit verband gelijkgesteld aan het begrip ‘attribuut’.The term 'class' is taken from the publication 'Object-orientation - Definition and coherence of concepts from the object-oriented domain' from 1993 by D. Schuyl-Laros and G. van Roekel of the Object-oriented Methods 3 working group of De Dutch Database Club of the Dutch Society for Informatics (NGI). The term "attribute", as a building block for a class, mentioned in this publication is equated in this connection with the term "attribute".

5 · De externe gegevensbronnen die nodig zijn om de genoemde uitvoer voort te brengen, met andere woorden die de attributen leveren om de uitvoer samen te stellen.5 · The external data sources needed to generate the named output, in other words, providing the attributes to assemble the output.

• De informatiesystemen, bestaand en/of gepland, die de abstracte klassen in praktijk representeren. Hieronder vallen ook handmatige administraties.• The information systems, existing and / or planned, that represent the abstract classes in practice. This also includes manual administrations.

1010

WerkingOperation

De methode werkt als volgt: 1. Bepaal de te onderzoeken (hiërarchie van) bedrijfsprocessen in concept 2. Bepaal de benodigde klassen, met hun overervingstructuur, in concept 15 3. Bepaal de essentiële uitvoer van elk bedrijfsproces en corrigeer zo nodig de verdeling van bedrijfsprocessen 4. Inventariseer alle attributen in de verschillende uitvoeren 5. Ga na uit welke klassen en/of externe gegevensbron elk attribuut afkomstig is en corrigeer zo nodig de verdeling van klassen 20 6. Spiegel elke klasse op de bijbehorende informatiesystemen.The method works as follows: 1. Determine the (hierarchy of) business processes to be examined in concept 2. Determine the required classes, with their inheritance structure, in concept 15 3. Determine the essential output of each business process and correct the distribution of business processes if necessary 4. Make an inventory of all attributes in the different outputs. 5. Determine from which classes and / or external data source each attribute originates and correct the division of classes if necessary. 6. Mirror each class on the corresponding information systems.

44

De met de methode geproduceerde atlasThe atlas produced by the method

De atlas kan de volgende ‘kaarten’ omvatten: 1. Een hiërarchie van bedrijfsprocessen.The atlas can include the following "maps": 1. A hierarchy of business processes.

2. Per bedrijfsproces een overzicht van de essentiële uitvoer en de benodigde klassen 5 en externe gegevensbronnen. Een voorbeeld van deze vorm van een Business2. An overview of the essential output and the required classes 5 and external data sources per business process. An example of this form of a Business

Information Map, waarin de uitvoer van een bedrijfsproces wordt gerelateerd aan de klassen en externe gegevensbronnen die de attributen leveren waaruit de uitvoer is opgebouwd, wordt gegeven in figuur 1. In de figuur is ‘Werkgever’ een externe gegevensbron, ‘Persoon’ en ‘Uitkeringsgerechtigde’ zijn klassen en ‘Uitkering’ en 10 ‘Specificatie’ vormen de essentiële uitvoer. De pijl van ‘Persoon’ naar ‘Uitkeringsgerechtigde’ realiseert het principe van ‘late binding’.Information Map, in which the output of a business process is related to the classes and external data sources that provide the attributes that make up the output, is given in figure 1. In the figure 'Employer' is an external data source, 'Person' and 'Beneficiary his classes and "Distribution" and 10 "Specification" are the essential output. The arrow from "Person" to "Beneficiary" realizes the principle of "late bonding".

3. Overzichten van de attributen bij elke genoemde klasse en bij elke genoemde uitvoer. Bij elk attribuut kan worden genoemd de herkomst en de wijze waarop het gegeven verkregen is (bijvoorbeeld telefonisch, via diskette of via een formulier).3. Overviews of the attributes for each named class and with each mentioned output. For each attribute can be mentioned the origin and the way in which the data was obtained (for example by telephone, via diskette or via a form).

15 4. Eén of meerdere overervingsstructuren met daarin opgenomen de klassen.15 4. One or more inheritance structures including the classes.

5. De relatie tussen een klasse en de bijbehorende applicaties. Zie figuur 2. Deze figuur is een voorbeeld van een Business Information Map waarop alle informatiesystemen worden weergegeven die bijdragen aan de realisatie van een bepaalde klasse. De informatiesystemen omvatten ook handadministraties, spreadsheets e.d.5. The relationship between a class and its applications. See figure 2. This figure is an example of a Business Information Map showing all information systems that contribute to the realization of a certain class. The information systems also include manual records, spreadsheets, etc.

20 6. De relatie tussen een applicatie en bijbehorende klassen.20 6. The relationship between an application and associated classes.

55

MeerwaardeAdded value

De meerwaarde van de methode Busieness Information Mapping ten opzichte van bestaande methoden is drieledig: 1. Bestaande methoden om bedrijfsprocessen aan de informatievoorziening te 5 koppelen (bijvoorbeeld James Martin, informatiekruis) zijn meer inventariserend en missen de nadruk op het ‘waarom’, het doel, de essentiële uitvoer van het bedrijfsproces, missen de nadruk op de effectiviteit van de informatievoorziening.The added value of the Busieness Information Mapping method compared to existing methods is threefold: 1. Existing methods for linking business processes to the provision of information (for example James Martin, information cross) are more inventive and lack the emphasis on the 'why', the goal. , the essential output of the business process, lack emphasis on the effectiveness of information provision.

2. De methode beperkt zich voor wat betreft de informatievoorziening tot robuuste elementen. Dit zijn elementen die weinig aan verandering onderhevig zijn, namelijk 10 bedrijfsprocessen, de uitvoer van bedrijfsprocessen (in informatiekundige optiek), attributen, abstracte klassen en externe gegevensbronnen. De enige uitzondering wat dit betreft zijn informatiesystemen. Deze zijn in de methode dan ook opgenomen als een randgebied.2. With regard to the provision of information, the method is limited to robust elements. These are elements that are not subject to much change, namely 10 business processes, the execution of business processes (in information science), attributes, abstract classes and external data sources. The only exception in this regard are information systems. These are therefore included in the method as a border area.

Bestaande methoden om de informatievoorziening op globaal nivo in kaart te 15 brengen, hebben als nadeel het verlies aan actualiteit. Zo is een rechthoeken-en- pijlen schema van informatiesystemen al snel verouderd.Existing methods to map the information provision at a global level have the drawback of losing current events. For example, a rectangle-and-arrows scheme of information systems quickly becomes obsolete.

3. De met Business Information Mapping geproduceerde ‘landkaart’ van de informatievoorziening is eenvoudig en overzichtelijk.3. The 'map' of the information provision produced with Business Information Mapping is simple and clear.

66

Uitbreiding op de methodeExtension to the method

Tot dusver is in de methode Business Information Mapping gebruik gemaakt van klassen. Door het wel of niet bezitten van bepaalde kenmerken c.q. attributen kunnen deze klassen worden gezien als populaties. Populaties kunnen, behalve door kenmerken, 5 echter ook worden onderscheiden door de waarde van kenmerken. Een verdereSo far, the Business Information Mapping method has used classes. By having or not possessing certain characteristics or attributes, these classes can be seen as populations. Populations, however, can be distinguished, besides characteristics, by the value of characteristics. A further

onderverdeling van klassen op het laagste nivo in de overervingstructuur is het gevolg. Een voorbeeld is gegeven in figuur 3. In deze figuur wordt een bestaande overervingstructuur met de klassen c.q. populaties PERSOON en KLANT uitgebreid met de populaties ‘KLANT die meer verdient dan f 50.000 / jr’ en ‘KLANT die niet 1 o meer verdient dan f 50.000 / jr’. De klassieke overerving tussen PERSOON en KLANTsubdivision of classes at the lowest level in the inheritance structure results. An example is given in figure 3. In this figure, an existing inheritance structure with the classes or populations PERSON and CUSTOMER is extended with the populations' CUSTOMER earning more than f 50,000 / yr 'and' CUSTOMER not earning 1 o more than f 50,000 / yr '. The classic inheritance between PERSON and CUSTOMER

is aangegeven met een getrokken lijn, de op de waarde van een kenmerk gebaseerde uitsplitsing in de beide KLANT populaties is aangegeven met een gebroken lijn.is indicated by a solid line, the breakdown based on the value of a characteristic in the two CUSTOMER populations is indicated by a broken line.

De aldus ontstane ‘pseudoklassen’ worden in de Business Information Maps op dezelfde wijze gebruikt als klassen. Het gebruik van ‘pseudoklassen’ zorgt voor een 15 exactere afgrenzing van het beschouwde aandachtsgebied en daarmee voor een verfijning van de Business Information Maps en een doelgerichter gebruik van de methode.The "pseudo-classes" thus created are used in the Business Information Maps in the same way as classes. The use of "pseudo-classes" ensures a more precise delimitation of the area of interest considered and thus a refinement of the Business Information Maps and a more targeted use of the method.

77

Nadelen van bestaande hulpmiddelenDisadvantages of existing tools

De huidige CASE tools hebben als nadeel dat de methode Business Information Mapping onvoldoende wordt ondersteund. Dit komt naar voren op de volgende punten: 1. De tekentechnieken en multimediatechnieken van bestaande CASE tools richten zich 5 op één abstractienivo per tekentechniek, bijvoorbeeld op bedrijfsnivo of informatienivo.The current CASE tools have the disadvantage that the Business Information Mapping method is not sufficiently supported. This is reflected in the following points: 1. The drawing techniques and multimedia techniques of existing CASE tools focus on one abstraction level per drawing technique, for example at company level or information level.

Een uitzondering vormen matrices waarin bedrijfsprocessen, afdelingen, gegevens etc. met elkaar worden gerelateerd. Het nadeel van een matrix is echter het geringe ‘beeldend vermogen’ - een matrix is meer een lijstje dan en tekening - en het 10 inventariserende karakter.Matrices in which business processes, departments, data etc. are related to each other are an exception. The disadvantage of a matrix, however, is the limited 'visual ability' - a matrix is more of a list than a drawing - and its inventorying character.

Een andere uitzondering vormen schema’s die de administratieve organisatie beschrijven en daarbij verwijzen naar informatiesystemen. De nadelen hiervan zijn dat er wordt verwezen naar informatiesystemen in plaats van naar klassen - die robuuster en abstracter (dus vaak minder in getal) zijn dan informatiesystemen - en dat de 15 nadruk hier niet ligt op de uitvoer van het bedrijfsproces, zoals Business Information Mapping vereist.Another exception are schemes that describe the administrative organization and refer to information systems. The disadvantages of this are that reference is made to information systems instead of classes - which are more robust and abstract (so often less in number) than information systems - and that the emphasis is not on the output of the business process, such as Business Information Mapping requires.

2. De databasestructuur van bestaande CASE tools is veelal niet op Business Information Mapping ingericht, en ook niet zelf op deze methode in te richten omdat een dergelijke actie nadelig interfereert met de beschikbare tekentechnieken. Zo is het 20 element ‘uitvoer’ op bedrijfsnivo een ander element dan ‘uitvoer’ op informatienivo. Business Information Mapping vereist dat ‘uitvoer’ op bedrijfsnivo en informatienivo identiek zijn, dat het gaat om slechts één element ‘uitvoer’ dat op zowel bedrijfs- als informatienivo wordt gebruikt.2. The database structure of existing CASE tools is often not set up on Business Information Mapping, nor can it be set up on this method itself, because such an action adversely interferes with the available drawing techniques. For example, the 20 element "output" at company level is a different element from "output" at information level. Business Information Mapping requires that "output" at the corporate level and information level be identical, that it concerns only one element of "output" that is used at both the business and information level.

3. De werkwijze van Business Information Mapping, zoals eerder geschetst, wordt niet 25 ondersteund.3. The Business Information Mapping method, as outlined earlier, is not supported.

88

Opname van de methode Business Information Mapping in een CASE tooi als oplossingInclusion of the Business Information Mapping method in a CASE tool as a solution

In de volgende punten wordt uiteengezet op welke wijze Business Information Mapping kan worden opgenomen in een CASE tooi zonder de nadelen van de bestaande 5 tools te ondervinden. De onderstaande punten sluiten aan op die in de vorige paragraaf.The following points explain how Business Information Mapping can be included in a CASE tool without experiencing the disadvantages of the existing 5 tools. The points below are in line with those in the previous paragraph.

1. Business Information Mapping vereist tekentechnieken die elementen uit verschillende abstractienivo 's aan elkaar relateren in één tekening, zoals in figuur 1 en 2 wordt getoond met de relatie tussen bedrijfs- en informatienivo resp. tussen informatie- en fysiek nivo.1. Business Information Mapping requires drawing techniques that relate elements from different levels of abstraction in one drawing, as shown in figures 1 and 2 with the relationship between business and information level, respectively. between information and physical level.

10 Daarnaast wordt gebruik gemaakt van klassieke hiërarchische schema’s om de indeling van bedrijfsprocessen zichbaar te maken en om de overervingstructuur van object oriented klassen weer te geven. Als aanvulling op de bestaande methoden en als ‘extra’ in Business Information Mapping is de overervingstructuur aan de onderkant uit te breiden met populaties die zich van elkaar onderscheiden door de 15 waarde van een kenmerk, zoals in figuur 3 wordt getoond.10 In addition, classic hierarchical schemes are used to make the classification of business processes visible and to reflect the inheritance structure of object oriented classes. In addition to the existing methods and as an "extra" in Business Information Mapping, the inheritance structure at the bottom can be expanded with populations that are distinguished from each other by the value of a characteristic, as shown in figure 3.

2. De databasestructuur van de CASE tooi moet de elementen bevatten die vermeld zijn op pagina 1 onder het kopje ‘samenstellende delen’, zonder dat er sprake is van redundantie wat dit betreft (vergelijk de ‘uitvoer’ onder punt 2 van de vorige paragraaf) 20 3. De CASE tooi gebruiker zou ‘aan het handje’ moeten kunnen worden geleid bij het maken van Business Information Maps. De nodige controles kunnen worden ingebouwd, zoals ‘Een bedrijfsproces mag maar één doel, één conceptuele uitvoer hebben. Zo niet, dan moeten de bedrijfsprocessen anders worden ingedeeld.’ en ‘Elk attribuut op de uitvoer moet ergens vandaan komen.’ en ‘Een klasse op het onderste 25 nivo van overerving wordt altijd gerepresenteerd door één of meer informatiesystemen, of deze nu geautomatiseerd of handmatig zijn.’ Sommige controles, zoals de eerstgenoemde, zullen direct moeten werken en een verbodsfimctie hebben, andere controles, zoals de overige twee, kunnen facultatief worden gebruikt als check achteraf.2. The database structure of the CASE tool should contain the elements listed on page 1 under the heading 'constituent parts', without any redundancy in this regard (compare the 'exports' under point 2 of the previous paragraph) 20 3. The CASE tool user should be guided 'by the hand' when creating Business Information Maps. The necessary controls can be built in, such as "A business process may only have one goal, one conceptual output. If not, business processes should be organized differently. ”And“ Every attribute on the output must come from somewhere. ”And“ A class on the bottom 25 level of inheritance is always represented by one or more information systems, whether automated or be manual. ”Some controls, such as the former, will have to work immediately and have a prohibition effect, others, such as the other two, may optionally be used as an ex-post check.

Claims (2)

1. Tekentechnieken en andere presentatietechnieken zoals overzichten en multimedia, met het kenmerk dat het verband wordt gelegd tussen een bedrijfsproces en de voor de essentiële uitvoer van dit bedrijfsproces benodigde informatievoorziening, de informatievoorziening geformuleerd in termen van attributen c.q. kenmerken, object oriented klassen en externe gegevensbronnen, zoals in figuur 1 wordt getoond en op 15 pagina 3 wordt beschreven. Conclusie 3: Tekentechnieken en andere presentatietechnieken zoals overzichten en multimedia, met het kenmerk dat het verband wordt gelegd tussen een klasse en de 20 informatiesystemen - al of niet geautomatiseerd - die bijdragen aan de concrete realisatie van deze klasse, zoals in figuur 2 wordt getoond en op pagina 4 wordt beschreven. Conclusie 4: Tekentechnieken en andere presentatietechnieken zoals overzichten en multimedia, met 25 het kenmerk dat het verband wordt gelegd tussen een informatiesystemen en de klassen die hiermee concreet worden gerealiseerd (het omgekeerde van conclusie 3) t , 1 -ij ^ , Conclusie 5: Tekentechnieken andere presentatietechnieken zoals overzichten en multimedia, met het kenmerk dat een object oriented overervingstructuur aan de onderkant (de meest gedetailleerde kant) wordt uitgebreid met populaties c.q. ‘pseudoklassen’ die zich van 5 elkaar onderscheiden door de waarde van één of meerdere kenmerken, zoals in figuur 3 wordt getoond en op pagina 5 wordt beschreven. Conclusie 6: Een databasestructuur van de CASE tool met het kenmerk dat het begrip 10 ‘uitvoer’ op bedrijfsnivo wordt gelijkgesteld met het begrip ‘uitvoer’ op informatienivo. De ‘uitvoer’ van een bedrijfsproces en de ‘uitvoer’ van een informatiekundig proces zijn dus identiek in de databasestructuur. Conclusie 7:1. Drawing techniques and other presentation techniques such as overviews and multimedia, characterized in that the link is made between a business process and the information provision required for the essential output of this business process, the information provision formulated in terms of attributes or characteristics, object oriented classes and external data sources. , as shown in Figure 1 and described on page 3. Conclusion 3: Drawing techniques and other presentation techniques such as overviews and multimedia, characterized in that the connection is made between a class and the 20 information systems - automated or not - that contribute to the concrete realization of this class, as shown in figure 2 and is described on page 4. Conclusion 4: Drawing techniques and other presentation techniques such as overviews and multimedia, characterized in that the link is made between an information systems and the classes that are concretely realized with them (the opposite of claim 3) t, 1 -ij ^, Conclusion 5: Drawing techniques other presentation techniques such as overviews and multimedia, characterized in that an object-oriented inheritance structure at the bottom (the most detailed side) is extended with populations or 'pseudo-classes' that are distinguished from each other by the value of one or more characteristics, as in figure 3 is displayed and described on page 5. Conclusion 6: A database structure of the CASE tool, characterized in that the term 10 'export' at company level is equated with the term 'export' at information level. The "output" of a business process and the "output" of an information process are therefore identical in the database structure. Conclusion 7: 15 Een CASE tool met het kenmerk dat de gebruiker van de CASE tooi op geautomatiseerde wijze wordt ondersteund bij het werken aan Business Information Mapping. Gedacht wordt hierbij aan een ‘help’ functie, aan technieken die het de toolgebruiker gemakkelijk maken (vergelijkbaar met ‘wizards’ en ‘sjablonen’ in een tekstverwerker) en aan geautomatiseerde controles. 20 Conclusie 8: Een CASE tool met het kenmerk dat de gebruiker, de lezer, van de hierin opgeslagen en/of hiermee geproduceerde Business Information Maps een goed overzicht heeft over en gemakkelijk toegang heeft tot de Business Information Maps. Gedacht 25 wordt aan verschillende zoekingangen (bijvoorbeeld via bedrijfsproces, via de uitvoer, via klasse, via informatiesysteem), aan door de gebruiker te bepalen ‘cross-references’, aan een zoekfunctie en aan een index. ' “ «15 A CASE tool characterized in that the user of the CASE tool is automatically supported when working on Business Information Mapping. This includes a "help" function, techniques that make it easier for the tool user (similar to "wizards" and "templates" in a word processor) and automated checks. 20 Conclusion 8: A CASE tool characterized in that the user, the reader, of the Business Information Maps stored and / or produced in it has a good overview and easy access to the Business Information Maps. Consideration is given to various search entries (for example, via business process, via output, via class, via information system), user-definable cross-references, a search function and an index. "" «
NL1002154A 1996-01-23 1996-01-23 Computer Aided Software Engineering tool NL1002154C1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002154A NL1002154C1 (en) 1996-01-23 1996-01-23 Computer Aided Software Engineering tool

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002154 1996-01-23
NL1002154A NL1002154C1 (en) 1996-01-23 1996-01-23 Computer Aided Software Engineering tool

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1002154C1 true NL1002154C1 (en) 1997-07-25

Family

ID=19762195

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1002154A NL1002154C1 (en) 1996-01-23 1996-01-23 Computer Aided Software Engineering tool

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1002154C1 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7685016B2 (en) 2003-10-07 2010-03-23 International Business Machines Corporation Method and system for analyzing relationships between persons

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7685016B2 (en) 2003-10-07 2010-03-23 International Business Machines Corporation Method and system for analyzing relationships between persons

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6185576B1 (en) Defining a uniform subject classification system incorporating document management/records retention functions
US6847973B2 (en) Method of managing slowly changing dimensions
US7043448B2 (en) Organizing and managing transaction-related tax information
US20100174628A1 (en) Use of separate rib ledgers in a computerized enterprisere source planning system
US20200250745A1 (en) System and methods for consolidating account data
Cook Streamlining office procedures: An analysis using the information control net model
Weber Data models research in accounting: An evaluation of wholesale distribution software
US20060224617A1 (en) Unstructured business metadata manager
US20100100535A1 (en) Enterprise application platform
NL1002154C1 (en) Computer Aided Software Engineering tool
Cruden A suggested method for a landslide summary.
Benita Accountability lost: the rise and fall of double entry
WO2000049532A9 (en) Spatially enabled document management system
US20090125486A1 (en) Multi-Tier Employment Model for Human Capital Management
JP2006059263A (en) Management system for fixed asset
JPH0721261A (en) Device for checking compatibility of management control data
Simon Analysing Transaction Records of Integrated Library Management Systems to establish the Proportion of Bibliographic Records Imported from Foreign Library Catalogues
Sarasan Why museum computer projects fail
Bowler Databasics
Kwiecień GIS for Analysis of Residential Estate Market: Case Study
Mooney Corporate Archives
Porter Jr et al. Organization for Effective Information Flow
Bingham et al. Charting Techniques
Gray An Approach to End-Users Application Design.
Oniewski Guide to statistical materials produced by governments and associations in the United States: Stratford, Juri and Jean Slemmons Stratford.(Government Documents Bibliographies) Alexandria, VA: Chadwyck-Healey, 1987. 279 pp. ISBN 0-85964-127-9. LC 86-32722. $85.00.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20000801