BE846414R

BE846414R - Naald voor haemodialyse

Info

Publication number: BE846414R
Application number: BE2055322A
Authority: BE
Priority date: 1976-09-22
Filing date: 1976-09-22
Publication date: 1977-01-17

Description


  "Naald voor haemodialyse"  <EMI ID=1.1> 

  
Deze uitvinding heeft betrekking op een naald voor '  haemodialyse, meer speciaal een naald die gebruikt wordt bij het dialyseren om toegang te krijgen tot de bloedbaan van de

  
 <EMI ID=2.1> 

  
bedoeld dat toegang kan geven tot de bloedbaan, met andere woorden zowel eigenlijke, op zichzelf bestaande naalden als katheters.

  
Men weet dat bij het dialyseren in het algemeen twee naalden worden ingebracht waarvan één dient om de bloedafvoer uit het lichaam te verzekeren,terwijl de tweede dient om het gezuiverd bloed terug in het lichaam te brengen.

  
Eveneens weet men dat het inbrengen van deze naalden met relatief grote diameter, wat noodzakelijk is om de gewenste bloedstroomsnelheid te verkrijgen, relatief pijnlijk is.

  
De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op een naald die toelaat het inbrengen van twee naalden totaal uit

  
te sluiten daar zowel de afvoer van het bloed uit het lichaam als de toevoer van het gezuiverde bloed in het lichaam met één en dezelfde naald kan geschieden.

  
Zulke naald wordt volgens de uitvinding gevormd door een hol-cylindrisch lichaam dat door een wand, waarvan iedere zijrand hermetisch aansluit met de binnenwand van het voornoemd hol-cylindrisch lichaam, over de ganse lengte in twee afgescheiden ruimten is verdeeld.

  
Met het inzicht de kenmerken van deze naald beter aan te tonen is hierna een voorbeeld beschreven van zulke naald met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin :
figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van een naald of katheter volgens de uitvinding; <EMI ID=3.1>  figuur 3 een zijaanzicht weergeeft van een variante van figuur 1;  <EMI ID=4.1> 

  
in figuur 3;  figuur 5 een bovenaanzicht weergeeft van figuur 3;  <EMI ID=5.1> 

  
variante;  figuur 7 een zicht weergeeft volgens pijl F7 in fi-  guur 6; figuur 8 een zijaanzicht weergeeft van nog een uitvoeringsvariante; figuren 9 en 10 zichten zijn volgens de pijlen F9 en

  
F10 in figuur 8; en figuur 11 de aansluiting weergeeft van een voornoemde naald op een aansluitstuk.

  
Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 bestaat de naald volgens de uitvinding uit een hol-cylindrisch lichaam 1 dat

  
over de ganse lengte van de naald, door middel van een dwarse

  
 <EMI ID=6.1> 

  
 <EMI ID=7.1> 

  
schikt aangesloten worden op een dialyseapparaat. De kamers

  
 <EMI ID=8.1> 

  
kamers kunnen in bepaalde gevallen een verschillende doorsnede vertonen, bijvoorbeeld om de drukvallen beter te verdelen. In de uitvoering volgens de figuren 3 tot 5 vertoont de naald voor- 

  
 <EMI ID=9.1> 

  
de doorgang 4 en een tweede afschuining 6 die overeenstemt met de doorgang 3, één en ander zodanig dat het inbrengen van de naald eenvoudig is en zo weinig mogelijk kwetst en pijn veroorzaakt, terwijl na het inbrengen in de bloedbaan de ruimten 3

  
 <EMI ID=10.1> 

  
recyclage van bloed, rechtstreeks van de terugvoerruimte naar de afvoerruimte, zo klein mogelijk is. In de voornoemde uitvoeringen zal zulke naald of inrichting eerder als katheter dan wel als naald aangebracht worden.

  
In de uitvoering volgens de figuren 6 en 7 is een naald weergegeven die als dusdanig kan gebruikt worden.

  
 <EMI ID=11.1> 

  
hol-cylindrisch lichaam 1 en de dwarse wand 2 die de ruimten

  
 <EMI ID=12.1> 

  
 <EMI ID=13.1> 

  
In de figuren 8 tot 10 is een uitvoering weergegeven die de voorkeur geniet en waarbij men uitgaat van de naald volgens de figuren 6 en 7,waarbij men voorbij de punt van de

  
 <EMI ID=14.1> 

  
in de ruimte 3, tussen de punt van de naald en de voornoemde

  
 <EMI ID=15.1> 

  
In figuur 11 is tenslotte een aansluiting weergegeven van een naald volgens de figuren 8 tot 10 op leidingen, respektievelijk 10 en 11 die verbonden zijn met het dialyseapparaat.

  
 <EMI ID=16.1> 

  
krijgt men dat het te zuiveren bloed, dat doorheen een ader stroomt, voor een groot gedeelte wordt afgevoerd via de door-

  
 <EMI ID=17.1> 

  
teruggevoerd en in de bloedstroom wordt opgenomen. De interferentie van deze doorgangen 3-4,zoals in streeplijn is aan-

  
 <EMI ID=18.1> 

  
noeg niet mogelijk.

  
Het is duidelijk dat op deze wijze de mogelijkheid wordt geboden dat voor het dialyseren slechts één naald moet inge-

  
 <EMI ID=19.1> 

  
voer van bloed zuiver of nagenoeg zuiver gescheiden blijven.

  
 <EMI ID=20.1> 

  
 <EMI ID=21.1> 

  
 <EMI ID=22.1> 

  
 <EMI ID=23.1>

Claims

vinding te treden.

EISEN.

1.- Naald voor haemodialyse, met het kenmerk dat zij gevormd wordt door een hol-cylindrisch lichaam dat door een <EMI ID=24.1>

wand van het voornoemd hol-cylindrisch lichaam, over de ganse lengte in twee afgescheiden ruimten is verdeeld.

2.- Naald voor haemodialyse volgens eis 1, met het kenmerk dat de voornoemde wand gevormd wordt door een vlakke afscheiding.

3.- Naald voor haemodialyse volgens eis 1, met het kenmerk dat de voornoemde wand getorst is uitgevoerd.

4.- Naald voor haemodialyse volgens eis 1 of 2, met het kenmerk dat het voorste uiteinde van de naald gevormd wordt door een afschuining.

5.- Naald voor haemodialyse volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat één der voornoemde ruimten, ter

<EMI ID=25.1>

<EMI ID=26.1>

<EMI ID=27.1>

eisen, met het kenmerk dat zij in metaal is uitgevoerd.

7.- Naald voor haemodialyse volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat zij in kunststof is uitgevoerd.

8.- Naald voor haemodialyse volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de voornoemde ruimten in dwarse doorsnede aan elkaar gelijk zijn.

<EMI ID=28.1>

1 tot 7, met het kenmerk dat de voornoemde ruimten in dwarse doorsnede verschillend zijn ten opzichte van elkaar.

10.- Naald voor haemodialyse, hoofdzakelijk zoals vooraf-

<EMI ID=29.1>

<EMI ID=30.1>

Antwerpen, 22 september 1976.

<EMI ID=31.1>