<Desc/Clms Page number 1>
De uitvinding heeft betrekking op telefonie en meer in het bijzonder op een inrichting om tijdelijk alle inlichtingenvast te leggen, die nodig zijn om een abonnee, wélke een interlocaal gesprek voert, te belasten. vanneer een telefoonmaatschappij overgaat tot het invoeren van door abonnees interlocaal kiezen, verwacht deze maatschappij in staat te zijn de telefonistes, die nu het interlocaaîverkeer behandelen, niet meer nodig te hebben.
Hiertoe kan de schakelaparatuur bij a.lle betrokken schakelpunten ingericht worden om te reage- ren op het door de abonnee gezonden nummer en hem dan met de verwijderde partij te verbinden, welke functie tot nu toe de tussenkomst van op zijn minst één telefo, niste nodig maakte. Eén van deze telefonistes werd echter, behalve dat zij deelnam aan de verbinding, ook gebruikt om een tariefkaart te schrijven, waarvoor de abon. nee werd belast. Derhalve Koet indien de telefonistes verdwijnen en alle schakel- handelingen automatisch worden uitgevoerd, deze tariefkaartfunctie, die vroeger
<Desc/Clms Page number 2>
aan een telefoniste toegewezen was, ook automatisch worden uitgevoerd.
Deze fun- tie, welke geheel apart en duidelijk onderscheiden staat van het automatische scha. kelprobleem, wordt volgens de uitvinding uitgevoerd door eerst alle inlichtingen, die voor tariefdoeleinden nodig zijn, te registreren, terwijl de oproep wordt uit- gevoerd.
Een van de doelstellingen van de uitvinding is een automatisch berichten registrerend stelsel 'te voorzien van een magnetische trommel en een inrichting, die de registratie van de inlichtingen van de oproep op de trommel bewerkstelligt gedurende het verloop van een oproepen daarna de geregistreerde inlichtingen overbrengt naar een opzamelinrichting waaruit zij later kunnen worden onttrokken voor tariefdoeleinden..
Een ander doelstelling is te voorzien in een automatisch berichten regis- trerende inrichting, die voortdurend- de verbindingslijnen van een automatisch schakelstelsel afzoekt naar een verbindingslijn, die door een oproepende abonnee is vastgenomen, teneinde de.inlichting en voor een dergelijke oproep te detecteren en die op een registreerinrichting ziet meerdere sporen een registreerspoor uitkies' om de inlichtingen betreffende een dergelijke gedetecteerde oproep te registreren.
Nog een ander doelstelling is voor een registreerinrichting met meerdere sporen te voorzien in een a fleesspoor-kiezer, die gemeenschappelijk is aan een aan tal sporen.
Een ander doelstelling is te voorzien in een inrichting in een telefoon- schakelstelsel met automatische berichtregistratiemogelijkheden, die oproepen, welke vanuit een nuntpost of een andere niet-berechtigde lijn uitgaan, blokkeert zonder dat daarvoor de muntpost of de niet-beréchtigde lijnen in een afzonderlijke groep ondergebracht zijn.
De bovengenoemde en andere doelstellingen van de uitvinding zullen duide lijker worden uit de volgende uitvoerige beschrijving aan de hand van de bijgaan- de tekening, waarin:
Fig. 1 en 2 naast elkaar laten zien hoe het automatisch berichten registre.. rend stelsel volgens de uitvinding werkt ; en
Fig. 3 een grafiek is, die de tijdschaalbesturing toont voor de registratie van de oproep-inlichtingen op de magnetische trommel.
<Desc/Clms Page number 3>
Op de tekening registreert het beschreven stelsel geheel automatisch de betreffende bijzonderheden van een interlocale oproep, met inbegrip van de automatische identificatie niet alleen van de lijn, waarvan een abonnee oproept, maar ook van zijn post, indien hij aangesloten is op een partijlijn. Het systeem maakt ook in een hoofd- of piloot-centrale registraties van oproepen, die zijn oorsprong hebben in een satelliet-centrale.
De basis-elementen van het stelsel, die in een hoofdcentrale zijn ondergebracht, zijn een gelijkrichterdiode-matrix, welke de identiteit van de oproepende lijn vaststelt ; verder een magnetische trommel, die als tijdelijk register werkzaam is voor de numerieke inlichtingen ; bovendien een magnetische of papierenstrook, welke het permanente opzamelregister is; een identificatie-inrichting van de posten van partijlijnen; een pulstijdke- ten ; en klok- en kalenderketens, zodat alle noodzakelijke inlichtingen van een interlokale oproep voor een later uit te voeren belasting worden geregistreerd .
De telefooncentrale van het stap-type bevat de lijnzoeker, (aangeduid door
LF op de tekening) de eerste kiezer (1S), de tweede kiezer 2S), een connector (C) en een gewijzigde versterker voor een uitgaande verbindingslijnkabel, zoals sche- matisch voorgesteld is in Fig. 1 en 2. Opgemerkt wordt echter, dat met kleine wij- zigingen van het automatisch berichten registrerend stelsel de uitvinding ook kan worden toegepast op rotary- en kruisstang-centrales.
De functie van het automa- tisch berichten registrerend stelsel (AMR) is om alle inlichtingen te registreren, die noodzakelijk zijn om een abonnee te belasten voor een interlocale oproep, welke hij zelf heeft ingeleid. Dit betekent, dat het gezonden nummer moet worden geregistreerd; dat het gidsnummer van de oproepende abonnee automatisch moet wor- den verkregen en geregistreerd ; de datum en de tijd van het gesprek moet worden geregistreerd ; dat ook de duur van het gesprek moet worden geregistreerd.
In AMR wordt de duur van het gesprek verkregen, doordat eerst het tijdstip wordt geregistreerd, waarop de opgeroepen abonnee antwoordt en daarna het afschakel- tijdstip, waarna het ene wordt afgetrokken van het andere teneinde de duur van het gesprek te bepalen. Hierdoor wordt het vermeden om een tijdregistratie uit te. voeren van de duur van het gesprek.
Het AMR-stelsel bevat, zoals is weergegeven, een magnetische trommel 3 waarop de inlichtingen van de oproep gedurende het gesprek worden vastgelegd. Door
<Desc/Clms Page number 4>
middel van een dergelijke tromuiel kunnen oen aantal oproep-inlichtingen gelijk- tijdig worden geregistreerd met een minimum aan apparatuur. Volgens de uitvinding behoren verder bij de trommel een aantal schrijfkoppen 4 en afleeskoppen 5, die dusdanig zijn opgesteld, dat de trommel is verdeeld in een aantal sporen 6 aan de omtrek, die elk zijn uitgerust met een schrijfkop en een afleeskop. Elk spoor heeft echter een dusdanige lengte, d at hij voldoende registratie-cellen kan bezitte: om alle inlichtingen,'die nodig zijn voor een voorafbepaald aantal verbindingslij- nen, onder te; brengen.
Zoals hierna zal worden beschreven,,wordt de afleeskop voor elk spoor zodanig bestuurd door een tijdschaalketen 8, dat de kop de inlich- tingen van de daarbij behorende verbindingslijnen seriegewijs registreert. Door middel v an een spoorkiezer 9 wordt de inlichting van elke oproep onmiddellijk van de trommel afgelezen en toegevoerd aan een meer permanente vorm van een opzamelor- gaan, zoals een magnetische of papieren strook, die schematisch bij 10 is voorge- steld. De keten van de spoorkiezer wordt zodanig bestuurd, dat slechts telkens een oproep wordt afgelezen, zodat de inlichtingen van een aantal cellen seriegewijs op de strookmachine 10 worden geregistreerd.
Een niet-weergegeven strookkaart-conver- tor kan naar wens bij het einde van elke dag, week of maand gebruikt worden om een strook af te geven met een cpzameling van oproep-inlichtingen, waarna elke oproep-inlichting wordt overgebracht op geponste kaarten, die geschikt kunnen worden gebruikt om abonnees te belasten.
Abonneelijnen kunnen ofwel over een afzonderlijke lijn ofwel over een par- tijlijn, ofwel gemengd verbonden zijn met een, automatische schakelapparatuur van een centrale. In de figuur is lijn 12 weergegeven als een partijlijn met posten
13 en 14. Tijdens het bedrijf neemt een abonnee zijn microtelefoon op, neemt hij een lijnzoeker vast, die hem doorverbindt met een eerste kiezer, en ontvangt hij een kiestoon. Indien de abonnee nu een locale oproep inleidt, wordt de AMR-appara- tuur niet in werking gesteld, maar indien hij een interlocale toegangscode zendt zoals een enkel cijfer (hetgeen echter ook verschillende cijfers kunnen zijn, al naar gelang het gebruikte schakelschema), wordt de oproep doorgegeven naar een ver- sterker voor uitgaande verbindingslijn-oproepen zoals 16.
Op dit ogenblik daar niet bekend is, dat de in te leiden oproep een interloèale oproep is, waarvan een kaart moet worden gemaakt, wordt de AMR-apparatuur in gebruik gesteld. De enigszins ge- wijzigde versterker is in wezen de versterker, die bij het gewone schakelstelsel wordt gebruikt, afgezien van het feit dat 6 tot 8 punten daarin moeten worden ver-
<Desc/Clms Page number 5>
bonden net de bijbehorende AMR-verbindingslijnstroomoop 18. Alle cijfers, welke de abonnee nu zendt en welke de versterker' over de verbindingslijn doorzendt, worden ook aan deze verbindingslijnstroomloop toegevoerd, waar zij beurtelings worden ge- teld.
De gemeenschappelijke schrijfketen 20 van de trommel leest de waarde af van elk cijfer, dat door de telinrichting wordt ontvangen, decodeert dit cijfer en schrijft het resultaat op een gedeelte van de magnetische trommel 3, dat uitslui- tend is gereserveerd om het opgeroepen nummer te registreren, dat behoort bij een oproep, die gebruik maakt van de bepaalde betreffende verbindingslijn. Op het ogen- blik, waarop het eerste van deze cijfers wordt geregistreerd, zijn voorafgaande gekozen cijfers, die erin. geslaa.gd zijn om toegang te verkrijgen tot de verbindings- lijn, reeds op soortgelijke wijze op de trommel geregistreerd, waarbij hun waarden bekend zijn door de daardoor bereikte verbindingslijn.
De bijzonaerheden en de werking van de verbindingslijnstroomloop 2 en van de trommelsppor-schrijfketen, de bijbehorende lijnidentificatie- en partijijn-identificatie-eenheden 21 en 22 en de bewakingsketen 23 van de opjaag-batterij zijn beschreven in de Amerikaanse octrooi- aanvrage No. 594.756, ingediend op 29 juni 1956. De tijdschaalketens 8, 24 en 25 zijn beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 598.961, ingediend op 19 juli 1956.
Terwijl dit nummerkiezen plaats vindt, zendt, wanneer de oproepende abonnee aangesloten is op een partijlijn, een transistor oscillator 30 (Fig. 2) in het oproepende abonnee-toestel 7, zoals is beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 451.791, ingediend op 24. augustus 1954, een toon van één van tien of meer mogelijke frequenties welke de oproepende post kenmerkt, uit telkens wanneer kiescontacten in het abonnee-toestel geopend worden. Wanneer deze contacten gesloten zijn, dat is altijd met uitzondering gedurende het kiezen, is deze oscillator kortgesloten en in rust. Deze toon wordt gedetecteerd door middelen, zoals die zijn beschreven in de.
Amerikaanse octrooiaanvrage 595. 486, ingediend op 2 juli 1956, welke middelen een gedeelte van de verbindingslijnstroomloop 18 vormen. De frequentie van deze toon wordt bepaald in een toon-onderscheidings-detector, die netde verbindingslijn- stroomloop is verbonden en een cijfer, dat daarmede correspondeert, wordt over de schrijfketen na,ar de trommel gezonden, waar het wordt geregistreerd op een plaats, die uitsluitend daarvoor gereserveerd is.
<Desc/Clms Page number 6>
Wanneer voldoende gekozen cijfers over de verbindingslijn zijn gezonden om te verzekeren, dat de toon is gedetecteerd en het juiste postcijfer is gere- gistreerd, wordt in de verbindingslijnstroomloop 18 een aanvraagtoestand opgezet om een identificatie van de oproepende lijn in te leiden. Daar tel kens slechts één lijnidentificatie kan plaats vinden,, moet de verbindingslijn zijn beurt af- wachten, waarna wanneer deze zich voordoet, wordt veroorzaakt, dat de verbindings, lijnstroomloop de vasthoudaarde op de "bijzondere" draad van de versterker ver- vangt door een kleine positieve potentiaal. Deze potentiaal wordt, behalve dat hij de verbinding verder vasthoudt, langs de bijzondere draad teruggevoea naar de op- roepende lijnstroomloop waarvandaan hij naar de gelijkrichterdiode-matrix gaat.
Ondertussen is door de identificatieketen 22 van de partijlijn-posten het postcij- fer, dat vroeger op de trommel 3 is geregistreerd, daaraan onttrokken en op de ma- ,trix 21 dusdanig ondergebracht, dat het gidsnummer van de oproepende abonnee di- rect uit de matrix kan worden verkregen. Dit nummer wordt over de codeerinrichting en het controle-orgaan 32 van de identiteit toegevoerd aan de identiteit-zender
33, welke het in elektronische pulsen omzet en via de schrijfketen 20 zendt naar het gedeelte van de trommel, dat is gereserveerd voor het oproepende nummer van oproepen, die over de betreffende verbindingslijn worden geleid.
Deze identifi- . catie van de lijn en bepaling van het nummer kan plaats vinden op elk tijdstip van de tijd, waarin de verbindingslijn wordt vastgehouden, maar dit zal meestal het geval zijn, zodra na de registratievan het postcijfer de gemeenschappelijke ketens beschikbaar worden.
Opgenerkt,wordt, dat de beschrijving van de methode om het gidsnummer van een oproepende abonnee, die aangesloten is op een partijlijn, vast te stellen en te registreren, betrekking heeft op de soort van hoofdcentrale, waarin de gidsnum- mers van verschillende abonnees op dezelfde lijn niet met elkaar in verband staan, dat wil zeggen, wanneer connectors met één klem per post worden gebruikt. Indien de nummering van partijlijnen geschiedt op basis van één klem per lijn, vormt het vastgestelde postcijfer een gedeeite van het gidsnummer van de oproepende abonnee en is het slechts noodzakelijk om het tezamen met het uit de matrix verkregen lijn, nummer te registreren op geeigende plaatsen op de trommel.
Indien de oproepende abonnee een individuele lijn heeft, bezit zijn toestel
<Desc/Clms Page number 7>
geen oscillator, wordt geen toon gedetecteerd en wordt een extra-signaal door de matrix teweeg gebracht, dat aangeeft, dat het daaruit verkregen nummer het gidsnummer van de abonnee is en als zodanig op de trommel kan worden geregistreerd¯ Wanneer de opgeroepen abonnee antwoord) wordt het tijdstip van de dag uit. een klok-keten 34 van bekende vorm verkregen en over de tijdzenaer-poort 35 en de schrijfketen 20 toegevoerd aan het gedeelte van de trommel, dat is gereserveerd voor de antwoordtijd van oproepen over de betrokken verbindingslijn.
Wanneer de oproepende abonnee afschakelt, herkent de registratie-analysator 36,'welke opvolgend elk trommel spoor afleest onder het bestuur van de spoor kiezer 9, deze toestand, signaleert hij daarna de start-stop-besturing 40 om de strook- machine aan te zetten, ontleent hij vervolgens de verschillende geragistreerde gegevens, die tot deze behoren, aan de trommel en voedt hij deze gegevens aan de schrijfketen 42, die deze in serie registreert op de magnetische strook 44 van de machine 10.
Op hetzelfde tijdstip seint de registratie-analysator 36 naar de schrijfketen 46 om synchronisatie-pulsen te registreren op een tweede spoor van dezelfde.magnetische strook, welke pulsen later gebruikt worden in de .strook-kaart convertor. Bovendien verkrijgt de schrijfketen 42 het tijdstip van de dag, dat is het. afschakeltijdstip van de tijdzender en de datum van de datumzender. Wanneer al deze gegevens zijngeregistreera op de strookt signaleert de registeranalysa- tor 3ó de start-stop-besturing 40 om de stroom tot stilstand te brengen.
Daar de registratie-analysator tel kens slechts één oproep kan behandelen, wordt een ver- bindingslijn voor ongeveer 2 seconden na het afschakelsignaal bezet gemaakt, op- dat geen oproepen verloren gaan, wanneer een aantal gelijktijdige afschakelingen optreden. Wanneer eenmaal een verbindingslijn vrij is kan een andere oproep deze vastnemen en zullen de ruimten, die op de trommel zijn gereserveerd voor de ver- schillende inlichtinggegevens en die doorde gegevens van de vorige oproep zijn gevuld, voor deze nieuwe oproep nodig zijn. Het is derhalve belangrijk, dat deze vertraging van 2 seconden in het stelsel aanwezig is teneinde te verzekeren, dat alle gegevens, die bij de voorafgaande oproep behoren, daaraan zijn onttrokken en op de strook zi,jn aangebracht, voordat wordt toegestaan, dateen nieuwe op- roep de verbindingslijn vastneomt.
Opgemerkt wordt, dat een inlichting vanuit enige of vanuit alle verbindingslijnen gelijktijdig op de trommel kan worden @ere. gistreerd; en dat het aflezen of de onttrekkingshandeling, welke slechts telkens
<Desc/Clms Page number 8>
slechts voor één verbindingslijn plaats vinut, op geen enkele wijze invloed heeft op de gelijktijdige schrijfhandeling voor enige of een willekeurig aantal andere vérbindingsli jnen . Een onttrekking van deregistratie geschiedtnormaal alleen voor vol' oide en dus in rekening te brengen gesprekken; indien dit echter speciaal wordt verlangd, kunnen niet voltooide gesprekken ook geregistreerd worden.
Op een tijdstip,.geschikt voo, de gebruiker, wordt de magnetische strook uit de strookwachine verwijderd en wordt een andere strook ingezet, terwijl alle af- geschakelde verbindingslijnen, wanneer dit wordt uitgevoerd, bezet gemaakt zijn.
De eerste strook wordt daarna op de strook-kaart-convertor geplaatst. Len derge- lijke strookspoel kan bijv. de registratie voor 14.000 interlocale gesprekken be- vatten.
Terwijl de strook werd bedrukt me.. een inlichting, die van de magnetische trommel werd afgelezen en daarom net 38 cm per seconde moest worden bewogen ten- einde een voldoende afstand te verkrijgen tussen de elementen van de inlichting die van de trommel kwam, moet hij worden afgelezen met een snelheid, welke ge- schikt is voor het kaartponsen dat mechanisch dus tamelijk langzaam geschiedt.
In feite wordt de strook door destrook-kaart-convertor 5 afgelezen met 1,25 o@ per seconde, hetgeen correspondeert met 15 decimaal-cijfers per seconde. De kaart, ponsmachine maakt één kaart voor elke interlocale oproep ; deze kaarten kunnen dan worden behandeld en gesorteerden naar deabonnees te zenden rekeningen. kun- nen dan geheel automatisch met behulp van gebruikelijke boekhoudmachines 42 wor- den opgemaakt.
De weergegeven kaartponsmachine is bij voorkeur een I.B.l. type 526 kaart- ponsmachine maar andere zoals Remingtcn Rand machines kunnen gemakkelijk in de plaats daarvan worden gebruikt met enige kleine wijzigingen bij de strook-kaart- convertor. Door d convertor in te richten om een gebruikelijke teletype-reper- òrator te besturen kunnen alleen geponste of geponst en gedrukte papierstro- ken worden voortgebracht in plaats van ponskaarten.
Voor uitvoerige inlichtingen over een geschikte strook-kaart-convertor wordt verwezen naar de Amerikaanse octrooiaanvrage No. 594.187, ingediend op 27 juni 1956.
<Desc/Clms Page number 9>
Bij een andere beschikbare uitvoeringsvorm van de uitvinding, die in het bijzonder geschikt is voor het geval van een kleine hoofdcentrale, wordt een registratie op een papierstrook direct. vauaf de trommel geneukt en is het niet noodzakelijk om een registratie op een mag@etische strook te maken. Daar echter een registratie op een papier-strook veel langzamer geschiedt dan een registra- tie op een magnetische strook noet het interlocale verkeer, waarvan de kaarten moeten worden gemaakt., van die aard zijn, dat deze langzame handeling kan worden toegelaten.
Een andere methode om de posten te identificeren die het voordeel van een- voudigheid en besparing'heeft, is om de oproepende abonnee zichzelf te laten iden- tificeren ten aanzien van zijn eigen postcijfer door hem namelijk nade toegangs- code een afzonderlijk bepaald cijfer te laten kiezen, dat afhankelijk is van welke partij hij op de lijn is : ditcijfer wordt naar de verbings din lijnstroomloop gevoerd en op de trommel geregistreerd, maar verhinderd wordt, dat het over de verbindingslijn wordt herhaald. De lijnidentificatie en de vaststelling van het gidsnummer en tevens de registratie daarvan vinden dan zoals vroeger plaats.
Indien bij het tellen een opjaagbatterij op de bijzondere draad wordt ge- bruikt om locale oproepen te tellen, wordt bij voorkeur ook een bewakingsketen voor deze opjaagbatterij gebruikt welke verhindert, dat een lijnidentificatie plaats vindt indien een telpuls optreedt. Daar de identificatie slechts ongeveer 1/4 seconde in beslag neemt, biedt het feit, dat de identificatie moet worden uit- gevoerd tussen de telpul.sen in, geen moeilijkheid. Bovendien, daar de spanning, die voor de lijnidentificatie wordt gebruikt, in vergelijking klein is, kan hij niet een berichtenregister in werking stellen ; en derhalve kunnen deze twee extra- functies, die over de bijzondere draad worden uitgevoerd, elkaar niet storen.
\foor details van een telling met behulp van een opjaagbatterij, de bewalcingsketen en het vrijgeven bij foutief zenden wordt verwezen naar de Amerikaanse octrooi- aanvrage 59.756.
De trommel 3 in Fig. 3 kan elk aantal sporen 74 van twaalf tot verscheidene honderden hebben. Elk spoor kan de inlichtingen registreren, die behoort tot op zijn minst vijf verbindingslijnen en derhalve is voor de meeste contrale slechts een kleine trommel vereist. Een spoor wordt altijd gebruikt om synchronisatiepul- sen op te nemen, aie worden versterkt door een afleesversterker, daarna opnieuw
<Desc/Clms Page number 10>
worden opgewekt door een pulsgenerator, en da@ gebruikt morden om een tijd - schaalketen aan te drijven.
Deze tijdschaalketen bestuurt de identiteit-zender, de tijd-zender, de datum-zender, de registratie-analysator en de schrijfketens, en bepaalt verder wanneer elke keten zijn Inlichting op de trommel zal brengen; daar de t rommel voortdurena. draait met bij voorkeur 15 omwentelingen per se- conde, betekent dit in werkelijkheid, dat de tijdschaalketen bepaalt, wanneer el ke keten zal functionneren. Voor verdere details zie de Amerikaanse octrooiaan-. vrage 598.961 (19 juli 1956).
Indien de centrale, waarin de AMR-apparatuur is ondergebracht, een knoop- punt van verbindingslijnen is, is het waarschijnlijk, dat er vele uitgaande groe- pen van verbindingslijnen aanwezig zijn en dat de cijfers, die'voor oproepen, welke over aeze verbindingslijnen uitgaan, worden gezonden, geen verband verto- nen ten aanzien van de werkelijke stappen, die de schakelaars moeten maken om de oproepen over deze verbindingslijnen een route te geven. Ook is in dergelijke ge- vallen dikwijls een routekiezen vereist.
Voor dit doel is bij voorkeur een.elek- tronische register-zender aangebracht om met AMR samen te weken en deze voorziet in een drie- of zescijferige omzetting, behandelt het route-kiezen en zendt ofwel pulsen uit met een a antal van 10 per seconde ofwel multifrequente pulsen, terwijl hij na het stappen van een route-kiezer. en het vastnemen van een verbindingslijn indien noodzakelijk een beginsignaal zal afwachten voordat hij over de verbin- dingslijn pulsen gaat uitzenden. Deze elektronische register-zender biedt een groot voordeel boven de gebruikelijke elektro-mechanische director, welke bij sommige stap-systeuen, zoals in Londen, gedurende vele jaren is toegepast.
Het AMR-stelsel voorziet verder in een inrichting, welke a) de verlopen tijd zal afleiden uit het antwoord- en het afschakeltijdstip, b) het tarief zal afleiden uit de code van het opgeroepen gebied en/of de code van de opgeroepen centrale, de datum en de dag, en c) de belasting zal afleiden voor de oproep uit a) en b).
Munt-stations en in feite iedere lijn kunnen door de AMR-apparatuur worden geblokkeerd om interlocale oproepen te zenden, zonder dat daartoe deze lijnen in afzonderlijke groepen binnen de centrale moeten zijn ondergebracht. Bij een volledige automatische identificatie zijn middelen aanwezig om iedere post op
<Desc/Clms Page number 11>
een partijlijn te blokkeren voor het zenden van e en interlocale oproep en daar- bij toch toe te laten, dat de andere posten op de lijn wel een'dergelijke oproep kunnen inleiden. Dus een muntstation kan w orden aangesloten op een partijlijn, indien dit noodzakelijk is en de andere abonnees op deze lijn kunnen daarbij toch de mogelijkheld voor het kiezen van een interlocale lijn bezitten.
Koud-kathode met gas gevulde buizen zijn zo uitgebreid als mogelijk isin de AMR toegepast, vanwege hun lang leven en hun betrouwbaarheid. Transistors zijn ook overal toegepast vanwege de voordelen van hun kleine afmetingen en hun laag energieverbruik.
De tijdschaal bestaat uit een telinrichting van 600 punten en is ingericht met vier trappen ; eerste trap is onderverdeeld in vier ketens ; tweede is onderverdeeld in vijf ketens ; derde trap is onderverdeeld in tien ketens ; de vierde trap is oneven onderverdeeld in drie ketens. Door de uitgangen met ge- schikte poorten te combineren worden 600 afzonderlijke puls-outputs verkregen.
Daar de tijdschaal wordt bedreven door het klokspoor op de trommel, is één puls aanwezig voor elk van de 600 elementen van dit spoor. Dus, wanneer het nde ele- ment van het klokspoor bij de afleeskop van het klokspoor verschijnt, zal de tijdschaal een puls voortbrengen bij de nde poort, welke puls zal toelaten, dat de positieve of negatieve'inlichtingspuls op de trommel wordt geschreven door de schrijfkop op de ndeplaats van het signaalspoor.
De schrijfkop is echter diame- traal tegenover de afleeskop (of 180 daarna) aangebracht, zodat de werkelijke afleestijd van het nde element is wanneer het (n-300)ste element op het signaal- spoor wordt afgelezen. Wanneer de tijd aanbreekt om de inlichting op de trommel af te lezen en deze naar de strook over te brengen, is de inlichting op signaal- spoor onder de afleeskop in synchronisme, maar 300 elementen vertraagd ten op- zichte van het klokspoor. De gebruikte trommel is van een model, dat in staat is om inlichtingen voor vijftig verbindingslijnen vast te leggen op tien signaalspo- ren. Teneinde de afleeshandeling te behouden wordt gebruik gemaakt van een volg- orde-spoorkiezer 9.
De spoorlciezer 9 is een poortketen, welke het mogelijk maakt om de geregis- treerde inlichting op elk te onderzoeken spoor in volgorde te onderzoeken (en indien noodzakelijk daaraan te onttrekken). Door gebruik te maken van een telin-
<Desc/Clms Page number 12>
richting met 10 punten is het mogelijk om tot 10 sporen van de trommel te onderzoe- ken. Een tweede telinrichting is noodzakelijk om de keten voor meer dan 10 spo- , ren uit te breiden.
De verbindingslijnstroomloop 18 kan geschik@ in tw@e secties worden verdeeld.
De functie van de eerste sectie is om asn de versterker de gezonden impulsen, het antwoord-controlesignaal, en het afschakelsignaal te onttrekken en om verder deze signalen naarde registreerapparatrru te zenden. De functie van de tweede sectie is om met de identificatie van d oproepende abonnee te beginnen.
De schrijfketen 20 is een poortnetwerk, dat alle betreffende inlichtingen ontvangt, ofwel als gelijkstroomsignalen- (of voorspanningen) van dat gedeelte var de verbindingslijnstroo mloop, dat de gezonden cijfers vastlegt, ofwel, als pulsreek sen van de zender van de identificatieketen of van dc zender van de tijdketen, waarna dit poortnetwerk deze signalen doorgeeft onder het bestuur van outputs van de tijdschaal, zodat zij op het juiste gedeelte van het spoor op de trommel wor- den geschreven. Het stelsel om te registreren is dusdanig, dat een uitwissen on- nodig is.
Een nieuwe inlichting wordtover de voorafgaande inlichting gedrukt, dat wil zeggen, de trommel wordt magnetisch met tegengestelde polariteit verza- digd, De buizen van deze keten, welke de juiste golfvormen voortbrengen, zijn ge- meenschappelijk aan een spoor van de trommel, dus aan vijf verbindingslijnen, aan- gezien er vijf verbindingslijnen: op één spoor zijn. De.gelijkrichters welke signa- len aan deze buizen toevoeren, vormen vijf soortgelijke groepen, waarbij één groep gemeenschappelijk is voor een verbindingslijn.
De klók-keten 34 en de kalender-keten 50 leveren de tijd van de dag, de dag van de maand en de maand van het jaar door de standen op een stapschaltelaar. Deze inlichting wordt via poorten doorgegeven naar de tijdzender 35 en de kalenderzen- der 51. De output van de tijdzender is dusdanig beschikbaar, dat de tijd voortdu- rend wordt geschreven op de trommel voor elke verbindingslijn. Wanneer de verwij- derde partij antwoord wordt de registratie van de tijd tot stilstand gebracht.
De tijd, die het laatst is geschreven, is de antwoord-tijd en wel nauwkeurig tot binnen zes seconden, ondat de klok elke zes seconden stapt. De output van de tijdzender en kalenderzender is beschikbaar voor de registratie analysator 36
<Desc/Clms Page number 13>
teneinde de afschakeltijd op de strook teschrijven (of de tijd over te dragen. van de trommel naar de strook) en ook de datum op de strook te schrijven. Een schrijfketen is aanwezig om de inlichtingen, van vijf verbindingslijnen te behar:- delen.
De schrijfkop wordt bestuurd door een in- uit-buis en brengt het schrijven van een "1" of "O" teweeg op de trommel. De aflezing van de trommel is echter 180 verplaatst ten opzichte van de schrijfplaa.ts en wordt voortdurend afgelezen in de registratieanalysator. Het doel van deze keten is om elk spoor te onderzoe- ken teneinde vast te stellen of er kanalen zijn, die met volledige oproepen wach- ten om te worden geregistreerd en verder om deze inlichtingen aan de trommel te onttrekken en voortdurend op de magnetische strook te registreren. De eerste vijf cijfers van het spoor bevatten afzonderlijke berichten voor elk van de vijf- verbindingslijnen, die door de tijdschaalketen zijn onderzocht, en deze inlichtin- gen kan men de "registratie-toestand-cijfers" noemen.
De rest van het spoor bevat de inlichtingen voor elk van de vijf kanalen en wel op iedere vijfde cijferplaats, die uniform rondom de trommel op afstand van elkaar zijn gelegen. Een kanaal be- vat alle inlichtingen van één verbindingslijn.
In Fig. 3 stelt de gra.fiek een trommelspoor 70 voor zoals dit is verdeeld door de tijdschaalketen 8. Elk spoor is verdeeld in tijdzones, teneinde alle op- roep-inlichtingen, die betrekking hebben op vijf verbindingslijnen, onder te brengen, waarbij de oproep-inlichtingen worden geregistreerd in volgorde naar de tijd waarop de inlichtingen beschikbaar worden en overeenkomstig de tijdschaal- besturing, die voor het schrijven van de inlichtingen zorgdraagt. Volgens de tijd- schaal is hét spoor, dat een omwenteling van de trommel vertegenwoordigt, onder- verdeeld in 3o stukken.
Het eerste stuk is het controlegebied van de registratie- toestand, de volgende vier stukken zijn gegroepeerd om datum-inlichtingen onder te brengen, de volgende 11 stukken geven de inlichting betreffende het opgeroepen nummber, de volgende 8 stukken geven de inlichtingen betreffende het oproepende nummer, de volgende vijf stukken geven de inlichtingen betre fende de antwoordtijd, terwijl het laatste stuk reserve is en naar wens kan worden gebruikt.
Bij het stelsel van de onaerhavige aanvrage kunnen de inlichtingen betreffende de datum
<Desc/Clms Page number 14>
aan de trommel worden toegevoerd, maar zoals hier voor is gezegd, kunnen zij in plaats daarvan ook wel over de datumzender direct naar de strook-registratie machine worden gezonden. ) 'Wanneer zij direct naar deze machine/worden gezonden, be- hoeven de inlichtingen niet op de trommel te worden geregistreerd en kan desgewenst deze ruimte voor andere doeleinden worden gebruikt. Bij enige installaties kan het echter gewenst zijn om de datum-inlichtingen op de trommel te registreren en daar- om is daarvoor in de ruimte voorzien. Volgens de tijdschaalbesturing geeft elk .
1/30ste gedeelte van het spoor inlichtingen voor elk van de vijf verbindingslijnen.
Het eerste gedeelte 73 van de sectie 72 voor het oproepende nummer is als voorbeeld vergroot weergegeven teneinde deze verdeling van de spoortijd tussen de verbindings -lijnen T1-T5 te tonen. Het gedeelte 75 van het eerste stuk 73 wordt gebruikt voor één decimaalcijfer van het oproepende nummer voor de verbindingslijn'Tl. De-
75 ze tijazône#is vergroot weergegeven, zoals bij 76 is aangeduid, teneinde te laten zien, dat de decimaalinlichtingen worden gegeven door vier codeelementen, die zijn gegroepeerd in de gebieden 81,82, 83 en 84. Deze tijdindeling en toewijzing per verbindingslijn is soortgelijk voor elk van de 30 stukken van het spoor 70.
Hoewel hierboven de principes van de' uitvinding zijn beschreven, aan de hand van eenbepaalde apparatuur, is het duidelijk dat de beschrijving slechts bij wij- ze van voorbeeld isgegeven en de uitvinding niet daartoe is beperkt.
<Desc / Clms Page number 1>
The invention relates to telephony and more particularly to a device for temporarily recording all information required to charge a subscriber who is conducting an inter-local call. Once a telephone company introduces subscriber long-distance dialing, it expects to be able to no longer need the operators who now handle inter-local traffic.
To this end, the switching equipment at all switching points involved can be arranged to respond to the number sent by the subscriber and then connect him to the removed party, which function hitherto requires the intervention of at least one operator. made. However, one of these operators was used, in addition to participating in the connection, to write a rate card, for which the subscription. no was taxed. Therefore, if the operators disappear and all switching operations are performed automatically, this rate card function, which used to be
<Desc / Clms Page number 2>
assigned to an operator can also be performed automatically.
This function, which is completely separate and clearly distinguished from the automatic switch. Calling problem, according to the invention, is performed by first recording all information needed for tariff purposes while the call is being made.
One of the objects of the present invention is to provide an automatic message recording system comprising a magnetic drum and a device which effects the recording of the call information on the drum during the course of a call and then transfers the recorded information to a drum. collector from which they can be subsequently withdrawn for tariff purposes.
Another object is to provide an automatic message recording device which continuously searches connection lines from an automatic switching system for a connection line which has been taken by a calling subscriber in order to detect the information and for such a call and which on a recorder sees several tracks select a recording track to record the information regarding such a detected call.
Yet another object is to provide a read track selector for a multi-track recorder that is common to a plurality of tracks.
Another object is to provide an apparatus in a telephone switching system with automatic message recording capabilities that blocks calls originating from a nunt station or other unauthorized line without affecting the coin station or unauthorized lines in a separate group. are accommodated.
The above and other objects of the invention will become more apparent from the following detailed description with reference to the accompanying drawings, in which:
FIG. 1 and 2 side by side illustrate how the automatic message recording system according to the invention works; and
FIG. 3 is a graph showing the timescale control for recording the call information on the magnetic drum.
<Desc / Clms Page number 3>
In the drawing, the system described records fully automatically the pertinent details of an interlocal call, including the automatic identification not only of the line from which a subscriber is calling, but also of his station, if connected to a party line. The system also makes records in a master or pilot exchange of calls originating in a satellite exchange.
The basic elements of the system housed in a main exchange are a rectifier diode array, which establishes the identity of the calling line; furthermore, a magnetic drum acting as a temporary register for the numerical information; in addition, a magnetic or paper strip, which is the permanent collection register; a device for identifying party line posts; a pulse timing; and clock and calendar chains so that all necessary information of a long distance call is recorded for a later load.
The step-type telephone exchange includes the line locator, (indicated by
LF in the drawing), the first selector (1S), the second selector 2S), a connector (C) and a modified amplifier for an outgoing link cable, as schematically represented in FIG. 1 and 2. It is noted, however, that with minor modifications to the automatic message recording system, the invention may also be applied to rotary and crossbar exchanges.
The function of the automatic message recording system (AMR) is to record all the information necessary to charge a subscriber for an inter-local call which he has initiated himself. This means that the number sent must be registered; that the directory number of the calling subscriber must be automatically obtained and registered; the date and time of the call must be recorded; that the duration of the call must also be recorded.
In AMR, the duration of the call is obtained by first recording the time at which the called subscriber answers and then the disconnection time and subtracting one from the other to determine the duration of the call. This avoids having to do a time registration. holding the duration of the conversation.
The AMR system, as shown, includes a magnetic drum 3 on which the information of the call is recorded during the call. By
<Desc / Clms Page number 4>
By means of such a drum, a number of call information can be recorded simultaneously with a minimum of equipment. According to the invention, the drum is further associated with a number of writing heads 4 and reading heads 5, which are arranged such that the drum is divided into a number of tracks 6 at the periphery, each of which is provided with a writing head and a reading head. However, each track is of such a length that it can have sufficient recording cells to store all the information necessary for a predetermined number of communication lines; bring.
As will be described hereinafter, the read head for each track is controlled by a time scale circuit 8 such that the head records the information from the associated connection lines serially. By means of a track selector 9, the notification of each call is immediately read from the drum and fed to a more permanent form of storage device, such as a magnetic or paper strip, shown schematically at 10. In FIG. The track selector circuit is controlled so that only one call is read each time, so that the information from a number of cells is recorded on the strip machine 10 in series.
An unshown strip map converter may be used at the end of each day, week or month as desired to issue a strip with a set of call information, after which each call information is transferred to punched cards, which can suitably be used to charge subscribers.
Subscriber lines can be connected either over a separate line or over a party line or mixed to an automatic switching equipment of a central exchange. In the figure, line 12 is shown as a lot line with posts
13 and 14. During operation, a subscriber picks up his microphone, picks up a line locator, which connects him to a primary dialer, and receives a dial tone. If the subscriber now initiates a local call, the AMR equipment is not activated, but if he sends a long-distance access code such as a single digit (which, however, can also be different digits, depending on the circuitry used), the call passed to a repeater for outgoing trunk calls such as 16.
At this moment, since it is not known that the call to be initiated is an interloèal call, of which a card must be made, the AMR equipment is put into use. The slightly modified amplifier is essentially the amplifier used in the common switching system, apart from the fact that 6 to 8 points have to be changed therein.
<Desc / Clms Page number 5>
tied to the associated AMR trunk stream 18. All digits which the subscriber is now sending and which the amplifier is transmitting over the trunk are also applied to this trunk stream, where they are counted in turn.
The drum common write circuit 20 reads the value of each digit received by the counter, decodes this digit and writes the result on a portion of the magnetic drum 3 reserved only to record the called number. , that is associated with a call using the particular trunk in question. At the time when the first of these digits is recorded, previously selected digits are those therein. be struck to access the connection line, already similarly recorded on the drum, their values being known by the connection line reached thereby.
The features and operation of the trunk current loop 2 and of the drum record write circuit, the associated line identification and batch line identification units 21 and 22, and the boost battery monitor circuit 23 are described in U.S. Patent Application No. 594,756, filed June 29, 1956. Timescale chains 8, 24, and 25 are described in U.S. Patent Application No. 598,961, filed July 19, 1956.
While this dialing is in progress, when the calling subscriber is connected to a party line, a transistor oscillator 30 (Fig. 2) sends into the calling subscriber set 7, as described in U.S. Patent Application No. 451,791, filed August 24, 1954. , a tone of one of ten or more possible frequencies that characterizes the calling station out each time dialer contacts are opened in the subscriber's set. When these contacts are closed, which is always the exception during dialing, this oscillator is shorted and at rest. This tone is detected by means such as those described in the.
U.S. Patent Application No. 595,486, filed July 2, 1956, which means forms a portion of the interconnect line stream 18. The frequency of this tone is determined in a tone discrimination detector connected to the trunk current loop and a digit corresponding thereto is sent over the write circuit to the drum where it is recorded at a location which exclusively reserved for that purpose.
<Desc / Clms Page number 6>
When enough dialed digits have been sent over the trunk to ensure that the tone has been detected and the correct postal digit registered, a request state is set up in the trunk flow loop 18 to initiate an identification of the calling line. Since only one line identification can take place at a time, the link must wait its turn and when it occurs, the link line current flow is caused to replace the hold ground on the "special" wire of the amplifier with a line. small positive potential. This potential, in addition to further holding the connection, is fed back along the particular wire to the calling line current loop from which it passes to the rectifier diode array.
In the meantime, by the identification circuit 22 of the lot line stations, the postal number previously recorded on the drum 3 has been extracted therefrom and stored on the matrix 21 such that the directory number of the calling subscriber is directly extracted from the matrix can be obtained. This number is applied across encoder and identity checker 32 to the identity transmitter
33, which converts it into electronic pulses and sends it through the writing circuit 20 to the portion of the drum reserved for the calling number of calls routed on the respective trunk.
These identifi-. line cation and number determination can be made at any time during which the link is held, but this will usually be the case as soon as after the postal cipher is registered the common chains become available.
It should be noted that the description of the method of determining and recording the directory number of a calling subscriber connected to a party line refers to the type of trunk exchange in which the directory numbers of different subscribers are on the same line are not interrelated, that is, when using single terminal connectors per post. If party lines are numbered on the basis of one terminal per line, the determined postal digit constitutes a part of the directory number of the calling subscriber and it is only necessary to register the number, together with the line obtained from the matrix, at appropriate places on the drum.
If the calling subscriber has an individual line, his extension owns
<Desc / Clms Page number 7>
no oscillator, no tone is detected and an extra signal is generated by the matrix indicating that the number obtained therefrom is the subscriber's directory number and can be recorded as such on the drum¯ When the called subscriber answers) the time of day out. Obtained a clock circuit 34 of known form and applied through the time sensor gate 35 and the write circuit 20 to the portion of the drum reserved for the call response time on the particular trunk.
When the calling subscriber turns off, the recording analyzer 36, which subsequently reads each drum track under the control of the track selector 9, recognizes this state, then signals the start-stop controller 40 to turn on the strip machine. , it then takes the various recorded data belonging to it from the drum and feeds this data to the write circuit 42, which records it in series on the magnetic strip 44 of the machine 10.
At the same time, the recording analyzer 36 signals the write circuit 46 to record sync pulses on a second track of the same magnetic stripe, which pulses are later used in the strip-card converter. In addition, the write circuit 42 obtains the time of day, that is it. time of the time transmitter and the date of the date transmitter. When all of this data has been recorded on the strip, register analyzer 30 signals start-stop controller 40 to stop the flow.
Since the registration analyzer can only handle one call at a time, a connection line is occupied for about 2 seconds after the disconnection signal, so that no calls are lost when a number of simultaneous disconnections occur. Once a trunk is free, another call can pick it up and the spaces reserved on the drum for the various intelligence data and filled by the data from the previous call will be needed for this new call. It is therefore important that this 2 second delay be present in the system to ensure that all data associated with the previous call has been extracted from it and applied to the strip before allowing a new one to be recorded. - call the connecting line.
It should be noted that information can be sent to the drum from any or all connecting lines simultaneously. registered; and that the reading or the withdrawal operation, which is only each time
<Desc / Clms Page number 8>
only for one connection line, in no way affects the simultaneous write operation for any or any number of other connection lines. A withdrawal of deregistration normally only takes place for full and thus billable calls; however, if specifically required, incomplete calls can also be recorded.
At a time convenient for the user, the magnetic stripe is removed from the stripe machine and another strip is deployed, while all disconnected connectors, when performed, are busy.
The first strip is then placed on the strip-map converter. Such a strip coil can contain, for example, the recording for 14,000 long-distance calls.
While the strip was being printed with an information read from the magnetic drum and therefore had to be moved just 38 cm per second in order to obtain a sufficient distance between the elements of the information coming from the drum, it must be are read at a speed suitable for card punching which is mechanically rather slow.
In fact, the strip is read by the strip map converter 5 at 1.25 @ per second, which corresponds to 15 decimal digits per second. The card punching machine makes one card for each long distance call; these cards can then be dealt and sorted to the subscriber accounts to be sent. can then be formatted fully automatically with the aid of conventional accounting machines 42.
The card punch machine shown is preferably an I.B.l. type 526 card punch press but others such as Remingtcn Rand machines can easily be used instead with some minor changes to the strip card converter. By arranging the converter to control a conventional teletype repeater, only punched or punched and printed paper strips can be produced instead of punch cards.
For detailed information on a suitable stripe card converter, reference is made to U.S. Patent Application No. 594,187, filed June 27, 1956.
<Desc / Clms Page number 9>
In another available embodiment of the invention, which is particularly suitable for the case of a small main plant, a registration on a paper strip is made direct. from the drum and it is not necessary to make a registration on a mag @ etic strip. However, since a recording on a paper strip is much slower than a recording on a magnetic strip, the inter-local traffic from which the maps are to be made must be such that this slow operation can be permitted.
Another method of identifying the items which have the advantage of simplicity and economy is to allow the calling subscriber to identify himself with regard to his own postal digit, namely by leaving him with a separately determined digit after the access code. depending on which party it is on the line: this digit is fed to the connection line current loop and recorded on the drum, but is prevented from repeating over the connection line. The line identification and the determination of the directory number as well as the registration thereof take place as before.
When counting, if a boost battery on the particular wire is used to count local calls, it is also preferable to use a boost battery guard circuit that prevents line identification from taking place if a count occurs. Since the identification only takes about 1/4 second, the fact that the identification has to be performed between counts presents no difficulty. In addition, since the voltage used for line identification is comparatively small, it cannot run a message register; and therefore these two extra functions performed over the particular thread cannot interfere with each other.
For details of a booster battery count, the chain of custody and the erroneous transmission release, reference is made to U.S. Patent Application No. 59,756.
The drum 3 in fig. 3 can have any number of tracks 74 from twelve to several hundreds. Each track can record the information belonging to at least five connecting lines and thus only a small drum is required for most contral. A track is always used to record sync pulses, which are amplified by a reading amplifier, then again
<Desc / Clms Page number 10>
are generated by a pulse generator, and are used to drive a time scale circuit.
This timescale chain controls the identity transmitter, the time transmitter, the date transmitter, the record analyzer and the write circuits, and further determines when each chain will deliver its Intelligence to the drum; as the mess continues. rotates at preferably 15 revolutions per second, this actually means that the timescale circuit determines when each circuit will function. For further details, see U.S. Patent Application. question 598,961 (Jul 19, 1956).
If the exchange housing the AMR equipment is a node of interconnects, it is likely that there are many outgoing groups of interconnects and that the numbers for calls going out on these interconnects , are not related to the actual steps that the switches must make to route the calls over these communication lines. Also, a route selection is often required in such cases.
For this purpose, an electronic register transmitter is preferably provided to co-exist with AMR and provides a three- or six-digit conversion, handles routing and either transmits pulses at a rate of 10 per second. either multifrequency pulses while following a route selector. and capturing a link will wait for an initial signal if necessary before sending pulses over the link. This electronic register transmitter offers a great advantage over the usual electro-mechanical director, which has been used in some step systems, such as in London, for many years.
The AMR system further provides a device which a) will derive the elapsed time from the answer and disconnect time, b) derive the tariff from the called area code and / or the called exchange code, the date and day, and c) the load will derive for the call from a) and b).
Coin stations and in fact any line can be blocked by the AMR equipment from making long distance calls without having to group these lines into separate groups within the exchange. With a fully automatic identification means are available for each mail
<Desc / Clms Page number 11>
block a party line from sending a long-distance call and still allow the other stations on the line to initiate such a call. Thus a coin station can be connected to a party line if necessary and the other subscribers on this line can still have the option of selecting an interlocal line.
Cold-cathode gas-filled tubes have been used as extensively as possible in the AMR because of their long life and reliability. Transistors have also been widely used because of the advantages of their small size and low power consumption.
The time scale consists of a counting device of 600 points and is arranged with four stages; first stage is divided into four chains; second is divided into five chains; third stage is divided into ten chains; the fourth stage is oddly divided into three chains. By combining the outputs with appropriate gates, 600 individual pulse outputs are obtained.
Since the time scale is operated by the clock track on the drum, one pulse is present for each of the 600 elements of this track. Thus, when the nth element of the clock track appears at the read head of the clock track, the time scale will generate a pulse at the nth gate, which pulse will allow the positive or negative information pulse to be written to the drum by the write head. at the nth place of the signal track.
However, the write head is disposed diametrically opposite the reading head (or 180 after) so that the actual reading time of the nth element is when the (n-300) th element is read on the signal trace. When the time comes to read the information on the drum and transfer it to the strip, the information on signal track below the reading head is in sync, but delayed by 300 elements from the clock track. The drum used is of a model capable of recording information for fifty connection lines on ten signal tracks. In order to maintain the readout operation, a sequence track selector 9 is used.
The track selector 9 is a gate circuit which makes it possible to search (and extract from it if necessary) the recorded information on each track to be searched. By using a counting
<Desc / Clms Page number 12>
direction with 10 points it is possible to search up to 10 tracks of the drum. A second counter is necessary to extend the chain for more than 10 tracks.
The connecting line current loop 18 can be suitably divided into two sections.
The function of the first section is to extract the pulses sent, the response control signal, and the shutdown signal at the amplifier, and to further send these signals to the recorder. The function of the second section is to start with the identification of the calling subscriber.
The write circuit 20 is a gating network, which receives all the relevant information, either as direct current signals (or biases) from that portion of the trunk current that records the transmitted digits, or as pulse sequences from the transmitter of the identification circuit or from the transmitter. of the timing chain, whereupon this gate network passes these signals under the control of outputs of the timescale so that they are written on the correct portion of the track on the drum. The system for recording is such that erasure is unnecessary.
A new information is printed over the previous information, i.e. the drum is magnetically saturated with opposite polarity. The tubes of this chain, which produce the correct waveforms, are common to one track of the drum, i.e. to five connecting lines, since there are five connecting lines: on one track. The rectifiers that supply signals to these tubes form five similar groups, one group being common to a connection line.
The clock chain 34 and the calendar chain 50 supply the time of day, day of the month and month of the year through the positions on a step switch. This information is transmitted through gates to the time transmitter 35 and the calendar transmitter 51. The output from the time transmitter is available such that the time is continuously written on the drum for each connection line. When the removed party answers, the time recording is halted.
The time last written is the response time, accurate to within six seconds, as the clock steps every six seconds. The output of the time transmitter and calendar transmitter is available to the registration analyzer 36
<Desc / Clms Page number 13>
to write the shutdown time on the strip (or transfer the time from the drum to the strip) and also write the date on the strip. A writing circuit is provided to handle the information from five connecting lines: - parts.
The write head is controlled by an in-out tube and causes the writing of a "1" or "0" on the drum. However, the drum reading is offset 180 degrees from the writing position and is continuously read in the recording analyzer. The purpose of this chain is to examine each track to determine if there are channels waiting with full calls to be recorded and further to extract this information from the drum and continuously update the magnetic strip. Register. The first five digits of the track contain separate messages for each of the five link lines examined by the timescale chain, and this information may be referred to as the "record state digits".
The remainder of the track contains the information for each of the five channels at every fifth digit position, spaced uniformly around the drum. A channel contains all the information from one trunk.
In fig. 3, the graph represents a drum track 70 as divided by time scale circuit 8. Each track is divided into time zones to accommodate all call information pertaining to five communication lines, the call information being are recorded in sequence according to the time at which the information becomes available and according to the timescale control that is responsible for writing the information. According to the time scale, the track, which represents one revolution of the drum, is divided into 30 pieces.
The first piece is the registration state control area, the next four pieces are grouped together to accommodate date information, the next 11 pieces give the information about the called number, the next 8 pieces give the information about the calling number, the next five pieces provide information on the response time, while the last piece is spare and can be used as desired.
The system of this application may provide information as to the date
<Desc / Clms Page number 14>
can be fed to the drum, but as stated above, they may alternatively be sent directly to the strip recording machine over the date transmitter. When sent directly to this machine, the information need not be recorded on the drum and this space may be used for other purposes if desired. However, in some installations it may be desirable to record the date information on the drum, and space is therefore provided for this. According to the timescale control, each.
1 / 30th section of track information for each of the five connecting lines.
The first portion 73 of the calling number section 72 is shown enlarged by way of example to show this distribution of the track time between the connecting lines T1-T5. The portion 75 of the first section 73 is used for one decimal digit of the calling number for the connection line T1. The-
75, the time zone # is shown enlarged, as indicated at 76, to show that the decimal information is given by four code elements grouped in areas 81, 82, 83, and 84. This time format and assignment per line is similar. for each of the 30 pieces of track 70.
Although the principles of the invention have been described above, with reference to a particular apparatus, it is to be understood that the description is given by way of example only and the invention is not limited thereto.