<Desc/Clms Page number 1>
Het optreden van het euvel in gebotteld bier, bekend als uitspuiten of overschuimen, heeft soms de aard van een epidemie en is gewoonlijk beperkt tot bepaalde geografische streken. Het uit spuiten komt tot uiting door een abnormaal snelle ontwikkeling van kooldioxyde zodra de fles wordt geopend, waarbij het aldus gevorm'. schuim uit de fles stroomt en een min of meer groot deel van het bier met zich meeneemt.
Het periodieke en min of meer plaatselijke
<Desc/Clms Page number 2>
voorkomen van overschuimen schijnt te worden veroorzaakt door ge- breken, waarvan de aard niet wordt begrepen, in de voor het brou- wen gebruikte gerst; deze gebreken blijken slechts in bepaalde jaargetijden en in bepaalde streken en zijn waarschijnlijk afhanke- lijk van de bijzondere weersomstandigheden, die gedurende de groei en het oogsten van de gerst heersen.
Het is bekend, dat uitspuiten wordt bevorderd in bier, dat daar reeds de neiging toe heeft, indien de flessen tussen de pasteurisatie en het openen worden blootgesteld aan schudden of trillen, zoals bij voorbeeld tijdens het verzenden. Van deze om- saandigheid wordt gebruik gemaakt om het probleem van overschuimen te onderzoeken : onderzoeken flessen bier worden bij voorbeeld 48 uur geschud en dan bij voorbeeld 2 uur bij 20 C voor het ope- nen met rust gelaten. De hoeveelheid overschuimen kan dan worden gemeten door de flessen tot het oorspronkelijke bierniveau met water uit een maatglas aan te vullen.
Hoewel uitspuiten een zeer ongewenste eigenschap is, is het ander- zijds zeer gewenst, dat de bij schenken van de fles in het glas op het oppervlak van het bier gevormde laag schuim zo stabiel mogelijk is. Een schatting van deze schuimstabiliteit wordt bij voorbeeld volgens Blom verkregen door schuim te laten ontstaan uit een mons- ter bier in een bijzondere inrichting onder gestandaardiseerde om- standigheden door kooldioxyde in het bier te brengen door middel ves een poreus lichaam en vervolgens de mate van inzakken van het schuim te meten. Uit aldus gemaakte bepalingen kan de " halverings- tijd " van het schuim in seconden worden berekend en worden gebruikt als een mate van de levensduur van het schuim.
Gevonden werd nu, dat de neiging tot uitspuiten in bier ken worden verminderd of geheel onderdrukt en dat tezelfdertijd de stabiliteit van het schuim kan worden vergroot door in het bier cen geringe hoeveelheid kobalt op te nemen.
Het is derhalve een doel van de uitvinding bier te be- reiden, dat een hoeveelheid kobalt bevat, die geschikt is voor dit
<Desc/Clms Page number 3>
doel, doch die niet giftig is, welke hoeveelheden liggen tussen 0,1 en ongeveer 5 mg per liter. Aan de andere kant oefent kobalt in het algemeen in het bovengenoemde opzicht zijn volledige werking; uit beneden de genoemde bovengrens en het is derhalve een verder meer speciaal doel van de uitvinding bier te bereiden, dat kobalt bevat in een hoeveelheid tussen 0,1 en 1 mg per liter, boven welke hoeveelheid gewoonlijk geen nuttige verhoging in de werking kan worden verkregen.
In het algemeen is het onderdrukken van de neiging tot uitspuiten alleen van belang in verband met gebotteld bier, welke uitdrukking in deze beschrijving tevens bier in blik en bier in andere afgesloten reservoirs, die onmiddellijk voor consumptie van het bier worden geopend, omvat, in welke reservoirs het bier wordt vervoerd en aan gebruikers verkocht.
Een verder doel van de uitvinding is derhalve (in'ver- band met de bereiding van gebotteld bier, welke bereiding bottelen of een dergelijke behandeling omvat,'waardoor het bier in de re- servoirs wordt gedaan, waarin vervoer en verkoop plaats vindt, en het afsluiten van dergelijke reservoirs), dat men in het in enig stadium van de bereiding van het gerede bier gebruikte materiaal na de hoofdgisting een niet-toxische hoeveelheid kobalt opneemt, die ligt boven 0,1 mg per liter bier.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaf- fen van geschikte middelen, waardoor het kobalt gedurénde de berei ding van gebotteld bier kan worden toegevoegd.
Een methode om de werkwijze volgens de uitvinding uit te voeren is derhalve aan bier na pasteurisatie een geschikte hoe- veelheid van een anorganisch kobaltozout toe te voegen. Deze uit- voeringsvorm volgens de uitvinding is toegepast in de volgende proeven 1-3, die typerend zijn voor een groot aantal proeven, die werden uitgevoerd om het.effekt toe de lichten, dat werd verkreged door het opnemen van kobalt in bier. Proef 4 licht eveneens het
<Desc/Clms Page number 4>
effekt toe van de toevoeging van kobalt onder andere omstandighe- den.
PROEF 1.
Verschillende soorten bier uit zeven verschillende brouwerijen, A-G genoemd, werden op uitspuiten en stabiliteit van het schuim onderzocht met en zonder toevoeging van kobalt. Het ko- balt werd na de pasteurisatie daarvan aan het bier toegevoegd in de vorm van kobalto-nitraat Co(N03)2 of kobalto-chloride (CoC12) in een hoeveelheid van 1 mg kobalt per liter bier. De volgende tabel laat de vermindering van uitspuiten zien, verkregen door de toevoe- ging van kobalt, uitgedrukt als percentage van het uitspuiten, ge- vonden in het overeenkomstige onbehandelde bier; een streepje geeft aan, dat geen uitspuiten in het onbehandelde bier optrad.
De toe- neming van de stabiliteit van het schuim wordt gegeven als het verschil tussen de " halveringstijd " van het schuim, in seconden, in het onbehandelde en behandelde bier.
EMI4.1
<tb> brouwerij <SEP> soort <SEP> bier, <SEP> verminde- <SEP> schuimstabiliteit <SEP> toeneming
<tb>
<tb> ring <SEP> in <SEP> van <SEP> onbehandeld <SEP> in <SEP> schuim.
<tb>
<tb> uitspui- <SEP> bier <SEP> - <SEP> volgens <SEP> stabili-
<tb>
<tb> ten <SEP> Blom <SEP> teit
<tb>
EMI4.2
-------------------------------------------------------------------
EMI4.3
<tb> A <SEP> licht <SEP> pilsener- <SEP> 80 <SEP> 9
<tb>
<tb> A <SEP> pilsener <SEP> 95 <SEP> 85 <SEP> 8
<tb>
<tb>
<tb> B <SEP> pilsener- <SEP> 94 <SEP> 8
<tb>
<tb>
<tb> C <SEP> licht <SEP> pilsener <SEP> 97-
<tb>
<tb>
<tb> C <SEP> pilsener <SEP> 72 <SEP> 79 <SEP> 9
<tb>
<tb>
<tb> D <SEP> pilsener <SEP> 100 <SEP> 92
<SEP> 7
<tb>
<tb>
<tb> E <SEP> licht <SEP> pilsener- <SEP> 82 <SEP> 5
<tb>
<tb>
<tb> E <SEP> pilsener- <SEP> 78 <SEP> 8
<tb>
<tb>
<tb> E <SEP> export <SEP> pilsener <SEP> 90 <SEP> 79 <SEP> 9
<tb>
<tb>
<tb> F <SEP> pilsener <SEP> 88 <SEP> 76 <SEP> 4
<tb>
<tb>
<tb> G <SEP> pilsener <SEP> 79 <SEP> 85 <SEP> 3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> gemiddeld <SEP> 89 <SEP> 7
<tb>
Het blijkt, dat de toevoeging van de bovengenoemde hoeveel- heid kobalt aan bier zeer doeltreffend is tegen uitspuiten, aan- gezien daardoor het uitspuiten gemiddeld tot 11 % van het uit-
<Desc/Clms Page number 5>
spuiten van het onbehandelde bier is verminderd. Bovendien is een zeer gewenste verhoging van de levensduur van het schuimen gemiddeld 7 eenheden, bereikt.
' PROEF 2.
Teneinde een indruk te geven van de wisselvalligheid in uitspuiten tussen afzonderlijke flessen in schattingen van het in proef 1 aangeduide soort, zal hierna een afzonderlijk voor-' beeld worden beschreven. Uitspuiten wordt hier uitgedrukt als cm2per fles, die 330 cm3bier bevat. gemiddelde
Zonder toevoeging.van Co:27 21 24 15 15 29 18 21,0
Met toevoeging van Co ; 0 0 3 0 0 2 0 0,7 (1 mg per liter)
In de met kobalt behandelde flessen bereikt uitspuiten nooit een bezwaarlijk niveau.
PROEF 3.
De proeven 1 en 2 geven duidelijk aan, dat het opnemen in het bier van 1 mg kobalt per liter een zeer bevredigende vermindering in de neiging tot uitspuiten veroorzaakt. De vol- gende proef laat echter het effekt zien van lagere kobaltconen- traties in een bijzonder soort bier.
De resultaten worden uitgedrukt als de vermindering in uitspuiten, veroorzaakt door elk van de genoemde kobaltconcentra' ties in percent van het uitspuiten in het onbehandelde bier. mg Co per liter: 0,00 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 1,50 1,00 percent verminde- ring van het uit- spuiten : 0 12 20 40 64 78 100 100
De proef laat zien, dat het effekt van hoeveelheden kobalt van 1/20 mg CO per liter aantoonbaar is en dat een belangrijk' effekt wordt verkregen door de toevoeging van niet meer dan.
1/10 mg per liter.
Bevredigende resultaten zullen in de meeste gevallen wor- den verkregen door 0,1 - 1 mg Co per liter toe te voegen, terwl
<Desc/Clms Page number 6>
anderzijds de toevoeging van hoeveelheden boven 1,0 mg per liter zelden een merkbare verbetering van de reeds door toevoeging van de genoemde hoeveelheid behaalde resultaten teweeg zal brengen.
PROEF 4.
De hierboven beschreven resultaten werden verkregen in laboratoriumproeven, waarbij kobalt na pasteurisatie aan het bier werd toegevoegd. Volledigheidshalve worden hieronder resultaten ge- geven van een lange reeks praktische proefnemingen in de brouwerij, waarbij 1 mg kobalt per liter bier werd toegevoegd onmiddelijk voor filtreren, bottelen.en pasteurisatie. Het aldus behandelde bier werd vervolgens onder normale omstandigheden vervoerd na verschil- lende tijden (tot 8 weken. na bottelen) te. hebben gestaan. 377.fles- sen niet-behandeld, bier werden onderzocht en uitspuiting trad in 241 van deze flessen, dat wil zeggen 64 % van het totale aantal on- derzochte flessen onbehandeld.bier,op.
Bij openen van 380 flessen van hetzelfde, met 1 mg kobalt per liter behandeld bier, trad ech- ter in geen daarvan uitspuiten op..
Inplaats kobalt in de vorm van anorganische zouten toe te voegen kan het met hetzelfde effekt worden toegevoegd in de vorm van organische kobaltverbindingen, in het bijzonder in de vorm van kobalt zouten van organische zuren, bij voorbeeld kobalto-acetaat of citraat. Complexe kobalti-verbindingen, bij voorbeeld hexamine kobalti-chloride of aquopentamine kobaltï-chloride, blijken echter weinig of geen uitwerking te hebben wat het verminderen van het uitspuiten of het verhogen van de stabiliteit van het schuim betreft bij gebruik in de bovengenoemde concentraties. Het lijkt bij voor- beeld of het effekt van kobalt bij het verminderen-van de neiging tot uitspuiten en het verhogen van de stabiliteit van het schuim te danken moet zijn aan het kobalto-ion Co ++.
De uitvinding is echter niet aan deze theorie gebonden, waarvan de juistheid niet als definitief vaststaand kan worden beschouwd.
Aangezien kobaltzouten gemakkelijk oplosbaar zijn, kun-
<Desc/Clms Page number 7>
nen zij worden toegevoegd tezamen met andere toevoegingen in elk stadium van de bereiding van bier na de hoofdgisting, bij voor- beeld onmiddellijk vòòr het bottelen. Anderzijds zou het niet ge- schikt zijn het kobalt vóór of gedurende de hoofdgisting toe te voegen, aangezien bekend is, dat kobalt gemakkelijk door gist word geassimileerd en een groot deel ervan zou derhalve met de gist uif het bier worden verwijderd. Kobalt kan echter bij voorbeeld in enzymepreparaten worden opgenomen, die worden gebruikt om de sta- biliteit van het bier tegen de vorming van troebeling door afkoe- len of oxydatie te verbeteren, of in klaarbakken, die worden ge- bruikt bij de behandeling van het bier, bij voorbeeld looizuur of bentoniet.
Het kan eveneens worden toegevoegd aan enopgenomen in het bier met de toevoegingen aan bier, die soms plaats vinden ter verbetering van de stabiliteit van het schuim of met stoffen of preparaten, die worden gebruikt als smaakverbeteraars, zoals.sui- ker, of kleurverbeteraars, zoals caramel.
Gevonden werd, dat,in tegenstelling met andere metalen (Fe,Cu,Ni), kobalt geen waarneembare ongunstige invloed heeft op de smaak en het behoud van de kwaliteiten van bier; dit moet wor- den beschouwd als e'en waardevolle eigenschap.van-deze 'stof.
Het effekt van kobalt op het uitspuiten van bier is verrassend, want het is bekend, dat de aanwezigheid van een metaal, dat nauw verwant is aan kobalt, namelijk ijzer, in concentraties van 1-3 mg per liter uitspuiten veroorzaakt. Om deze reden is voor- gesteld uitspuiten te bestrijden door cheleermiddelen, zoals ver- seen (het natriumzout van etheendiamine-tetraazijnzuur),toe te voe- gen, die in staat zijn dergelijke hoeveelheden ijzer in complexe vorm te binden. Deze middelen bleken actief te zijn tegen uitspui- ten in sommige gevallen, terwijl andere gevallen bekend zijn, waar- in zij zonder effekt waren.
Het mechanisme van het effekt van kobalt op uitspuiten en schuimstabiliteit is niet bekend, hoewel het waarschijnlijk sa-
<Desc/Clms Page number 8>
menhangt met het vermogen van kobaltatomen om complexe verbindin- gen te vormen met andere stoffen ,bij voorbeeld die van een proteï- ne-karakter, zodat aggregaten met een verhoogd molecuulgewicht wor- den gevormd. Indien deze veronderstelling juist is, kan worden ver- wacht, dat soms biersoorten worden aangetroffen, waarop kobalt niet het bovengenoemde effekt zal hebben omdat zij de noodzakkelij- ke stoffen missen, waarmee,volgens deze veronderstelling,kobalt in staat is complexe verbindingen te vormen, of omdat zij in on- voldoende hoeveelheden aanwezig zijn.
C 0 N C L U S I E S
1. Bier, dat een niet-giftige hoeveelheid kobalt bo- ven 0,1 mg per liter bevat.
2. Bier, dat 0,1 - 1,0 mg kobalt per liter bevat.
3. Werkwijze ter bereiding van bier, dat in gesloten reservoirs op de markt wordt gebracht, met het kenmerk, dat men in enig produkt bij de bierbereiding na de hoofdgisting een niet- giftige hoeveelheid kobalt opneemt van meer dan 0,1 mg per liter produkt.
4. Werkwijze ter bereiding van gebotteld bier volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat men-het kobalt in het bier op- neemt door daaraan een anorganische kobaltverbinding toe te voegen,
5. Werkwijze ter bereiding van gebotteld bier volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat men het kobalt opneemt in het produkt in de vorm van een organische niet-cheleerde verbinding.
6. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat men het kobalt in het bier opneemt door in het bier een toevoegingn op te nemen, die kobalt bevat in een hoeveelheid, waarin het aan- wezig moet zijn in het produkt, tezamen met een onschadelijke dra-' ger. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.
<Desc / Clms Page number 1>
The occurrence of the defect in bottled beer, known as spouting or foaming, is sometimes in the nature of an epidemic and is usually limited to certain geographic areas. Ejection is manifested by an abnormally rapid evolution of carbon dioxide as soon as the bottle is opened, thus forming it. foam flows out of the bottle and takes a more or less large part of the beer with it.
The periodic and more or less local
<Desc / Clms Page number 2>
Overfoaming appears to be caused by defects, the nature of which is not understood, in the barley used for brewing; these defects are only apparent at certain times of the year and in certain regions and are probably dependent on the particular weather conditions prevailing during the growth and harvesting of the barley.
It is known that spouting is promoted in beer, which already tends to do so if the bottles are subjected to shaking or vibrating between pasteurization and opening, such as, for example, during shipping. This circumstance is used to investigate the problem of foaming: test bottles of beer are shaken, for example, for 48 hours and then left for example for 2 hours at 20 ° C before opening. The amount of over-foaming can then be measured by filling the bottles up to the original beer level with water from a measuring glass.
Although spouting is a very undesirable property, on the other hand it is highly desirable that the layer of foam formed on the surface of the beer upon pouring the bottle into the glass is as stable as possible. An estimate of this foam stability is obtained, for example, according to Blom, by having foam form from a sample of beer in a special device under standardized conditions by introducing carbon dioxide into the beer by means of a porous body and then the degree of collapse. of the foam. From determinations so made, the "half-life" of the foam can be calculated in seconds and used as a measure of the foam life.
It has now been found that the tendency to spout in beer can be reduced or completely suppressed and that at the same time the stability of the foam can be increased by including a small amount of cobalt in the beer.
It is therefore an object of the invention to prepare beer containing an amount of cobalt suitable for this
<Desc / Clms Page number 3>
target, but which is non-toxic, which amounts are between 0.1 and about 5 mg per liter. On the other hand, cobalt generally exerts its full effect in the above respect; from below the said upper limit and it is therefore a further more special object of the invention to prepare beer containing cobalt in an amount between 0.1 and 1 mg per liter, above which amount usually no useful increase in performance can be obtained .
In general, suppressing the tendency to spout is of interest only in connection with bottled beer, which term in this specification also includes canned beer and beer in other sealed containers which are opened immediately for consumption of the beer, in which tanks the beer is transported and sold to users.
A further object of the invention is therefore (in connection with the preparation of bottled beer, which preparation comprises bottling or such treatment, whereby the beer is placed in the reservoirs in which transport and sale take place, and sealing such containers), that in the material used at any stage of the preparation of the finished beer after the main fermentation, a non-toxic amount of cobalt is incorporated which is above 0.1 mg per liter of beer.
Yet another object of the invention is to provide suitable means whereby the cobalt can be added during the preparation of bottled beer.
One method of carrying out the process of the invention is therefore to add to beer after pasteurization a suitable amount of an inorganic cobalt salt. This embodiment of the invention has been used in the following Runs 1-3, which are typical of a large number of runs that were conducted to illustrate the effect obtained by the incorporation of cobalt into beer. Pilot 4 light it as well
<Desc / Clms Page number 4>
effect of the addition of cobalt under other conditions.
TRIAL 1.
Different types of beer from seven different breweries, named A-G, were tested for spraying and foam stability with and without the addition of cobalt. After its pasteurization, the cobalt was added to the beer in the form of cobalto-nitrate Co (NO3) 2 or cobalto-chloride (CoCl2) in an amount of 1 mg cobalt per liter of beer. The following table shows the spout reduction obtained by the addition of cobalt, expressed as a percentage of spout, found in the corresponding untreated beer; a dash indicates that no spouting occurred in the untreated beer.
The increase in foam stability is given as the difference between the "half life" of the foam, in seconds, in the untreated and treated beer.
EMI4.1
<tb> brewery <SEP> type of <SEP> beer, <SEP> reduced- <SEP> foam stability <SEP> increase
<tb>
<tb> ring <SEP> in <SEP> from <SEP> untreated <SEP> in <SEP> foam.
<tb>
<tb> spout- <SEP> beer <SEP> - <SEP> according to <SEP> stable-
<tb>
<tb> at <SEP> Blom <SEP> tity
<tb>
EMI4.2
-------------------------------------------------- -----------------
EMI4.3
<tb> A <SEP> light <SEP> pilsener- <SEP> 80 <SEP> 9
<tb>
<tb> A <SEP> pilsener <SEP> 95 <SEP> 85 <SEP> 8
<tb>
<tb>
<tb> B <SEP> pilsener- <SEP> 94 <SEP> 8
<tb>
<tb>
<tb> C <SEP> light <SEP> pilsener <SEP> 97-
<tb>
<tb>
<tb> C <SEP> pilsener <SEP> 72 <SEP> 79 <SEP> 9
<tb>
<tb>
<tb> D <SEP> pilsener <SEP> 100 <SEP> 92
<SEP> 7
<tb>
<tb>
<tb> E <SEP> light <SEP> pilsener- <SEP> 82 <SEP> 5
<tb>
<tb>
<tb> E <SEP> pilsener- <SEP> 78 <SEP> 8
<tb>
<tb>
<tb> E <SEP> export <SEP> pilsener <SEP> 90 <SEP> 79 <SEP> 9
<tb>
<tb>
<tb> F <SEP> pilsener <SEP> 88 <SEP> 76 <SEP> 4
<tb>
<tb>
<tb> G <SEP> pilsener <SEP> 79 <SEP> 85 <SEP> 3
<tb>
<tb>
<tb>
<tb>
<tb> average <SEP> 89 <SEP> 7
<tb>
It has been found that the addition of the above-mentioned amount of cobalt to beer is very effective against spraying, since it results in spraying on an average of up to 11% of the output.
<Desc / Clms Page number 5>
spraying of the untreated beer is reduced. In addition, a highly desirable increase in foaming life on average 7 units has been achieved.
TEST 2.
In order to give an impression of the variability in jetting between individual bottles in estimates of the type indicated in Run 1, a separate example will be described below. Ejection is expressed here as cm2 per bottle, which contains 330 cm3 beer. average
Without addition of Co: 27 21 24 15 15 29 18 21.0
With the addition of Co; 0 0 3 0 0 2 0 0.7 (1 mg per liter)
In the cobalt treated bottles, spraying never reaches an objectionable level.
TRIAL 3.
Runs 1 and 2 clearly indicate that the incorporation into the beer of 1 mg of cobalt per liter causes a very satisfactory reduction in the tendency to spout. However, the following test shows the effect of lower cobalt concentrations in a particular type of beer.
The results are expressed as the reduction in spraying caused by each of the stated cobalt concentrations in percent of the spraying in the untreated beer. mg Co per liter: 0.00 0.05 0.10 0.15 0.20 0.25 1.50 1.00 percent reduction in spraying: 0 12 20 40 64 78 100 100
The experiment shows that the effect of amounts of cobalt of 1/20 mg CO per liter is demonstrable and that an important effect is obtained by the addition of no more than.
1/10 mg per liter.
Satisfactory results will be obtained in most cases by adding 0.1 - 1 mg Co per liter, while
<Desc / Clms Page number 6>
on the other hand, the addition of amounts above 1.0 mg per liter will seldom bring about a noticeable improvement in the results already obtained by adding the said amount.
TRIAL 4.
The results described above were obtained in laboratory tests in which cobalt was added to the beer after pasteurization. For the sake of completeness, results are given below of a long series of practical experiments in the brewery, in which 1 mg of cobalt per liter of beer was added immediately before filtering, bottling and pasteurization. The beer thus treated was then transported under normal conditions after several times (up to 8 weeks after bottling). have stood. 377 bottles of untreated beer were tested and spouting occurred in 241 of these bottles, i.e. 64% of the total number of bottles of untreated beer tested.
However, when opening 380 bottles of the same beer treated with 1 mg of cobalt per liter, no spraying occurred in any of them.
Instead of adding cobalt in the form of inorganic salts, it can be added with the same effect in the form of organic cobalt compounds, especially in the form of cobalt salts of organic acids, for example cobaltoacetate or citrate. Complex cobalti compounds, for example hexamine cobalti chloride or aquopentamine cobalti chloride, however, appear to have little or no effect in reducing spraying or increasing the stability of the foam when used at the above concentrations. For example, it appears that the effect of cobalt in reducing the tendency to spout and increasing the stability of the foam should be due to the cobalt ion Co ++.
However, the invention is not bound by this theory, the correctness of which cannot be regarded as definitively established.
Since cobalt salts are easily soluble,
<Desc / Clms Page number 7>
and they are added together with other additives at any stage of beer preparation after the main fermentation, for example immediately before bottling. On the other hand, it would not be suitable to add the cobalt before or during the main fermentation, since it is known that cobalt is readily assimilated by yeast and a large part of it would therefore be removed with the yeast from the beer. However, cobalt can be included, for example, in enzyme preparations, which are used to improve the stability of the beer against cloud formation by cooling or oxidation, or in clear bins, which are used in the treatment of the beer. , for example tannic acid or bentonite.
It can also be added to and incorporated into the beer with the additions to beer which are sometimes made to improve the stability of the foam or with substances or preparations used as flavor enhancers, such as sugar, or color enhancers such as caramel.
It was found that, unlike other metals (Fe, Cu, Ni), cobalt has no discernible adverse effect on the taste and retention of the qualities of beer; this must be considered as a valuable property of this substance.
The effect of cobalt on the spouting of beer is surprising, since the presence of a metal closely related to cobalt, namely iron, is known to cause spouting at concentrations of 1-3 mg per liter. For this reason, it has been proposed to control spraying by adding chelating agents, such as verene (the sodium salt of ethylenediamine tetraacetic acid), which are capable of binding such amounts of iron in complex form. These agents have been found to be active against spouting in some cases, while others have been known to have no effect.
The mechanism of the effect of cobalt on spraying and foam stability is not known, although it is probably related to
<Desc / Clms Page number 8>
is related to the ability of cobalt atoms to form complex bonds with other substances, for example those of protein character, to form aggregates of increased molecular weight. If this assumption is correct, it can be expected that sometimes beers are found on which cobalt will not have the above effect because they lack the necessary substances with which, according to this assumption, cobalt is able to form complex compounds. or because they are present in insufficient amounts.
C 0 N C L U S I E S
Beer, containing a non-toxic amount of cobalt above 0.1 mg per liter.
2. Beer, containing 0.1-1.0 mg cobalt per liter.
3. A process for the preparation of beer, which is placed on the market in closed vessels, characterized in that a non-toxic amount of cobalt of more than 0.1 mg per liter of product is included in any product during the preparation of beer after the main fermentation. .
A method for preparing bottled beer according to claim 3, characterized in that the cobalt is included in the beer by adding an inorganic cobalt compound thereto,
5. Process for preparing bottled beer according to claim 3, characterized in that the cobalt is incorporated into the product in the form of an organic non-chelated compound.
6. A method according to claim 3, characterized in that the cobalt is incorporated in the beer by including in the beer an additive containing cobalt in an amount in which it must be present in the product, together with an additive. harmless carrier. ** WARNING ** End of DESC field may contain beginning of CLMS field **.