BE1029772B1

BE1029772B1 - Versterkingsweefsel voor synthetische membranen

Info

Publication number: BE1029772B1
Application number: BE20215738A
Authority: BE
Inventors: Joost Wille; Daele Willem Van; Bruno Devos; Frank Veranneman
Original assignee: Sioen Ind
Priority date: 2021-09-20
Filing date: 2021-09-20
Publication date: 2023-04-17
Also published as: BE1029772A1; EP4151812A1

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verbeterd weefsel voor het versterken van synthetische membranen voor toepassing in dakbedekking. De onderhavige uitvinding betreft verder dakbedekking die een dergelijke weefsel omvat. Het versterkingsweefsel omvat een open scrim, waarbij de open scrim een geweven mesh is, waarbij de open scrim een aantal op afstand van elkaar liggende bundels van inslagdraden in een eerste richting en een aantal op afstand van elkaar liggende bundels van kettingdraden in een tweede richting ongeveer loodrecht op de eerste richting omvat, waarbij de bundel van inslagdraden de bundel van kettingdraden kruisen op knooppunten.

Description

1 BE2021/5738

VERSTERKINGSWEEFSEL VOOR SYNTHETISCHE MEMBRANEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verbeterd weefsel voor het versterken van synthetische membranen voor toepassing in dakbedekking, bijvoorbeeld versterkte dakfolies van materialen zoals pvc, TPO of EPDM. De onderhavige uitvinding betreft verder dakbedekking die een dergelijke weefsel omvatten.

Stand van de Techniek

Dergelijke versterkingsweefsels kunnen worden gevormd door een open scrim (ook mesh genoemd) die al dan niet ingekapseld is in een thermoplastische of elastomere coating. De weefselstructuur vergemakkelijkt het inkapselings- of coatingproces door te voorzien in grotere tussenruimten. Dergelijke versterkingsweefsels kunnen nuttig zijn voor dakmembranen, tenten, dekzeilen, borden, spandoeken, reclameborden en dergelijke.

Een dergelijk versterkingsweefsels voor toepassing in dakbedekking is bekend uit de octrooipublicatie nr. US 10,072,419 B2. Bij het aanbrengen van de dakbedekking wordt de dakbedekking door middel van een soort pluggen vastgespijkerd. Nadeel van dergelijke weefsels is dat door de opwaartse kracht (Eng: uplift) ten gevolge van windbelasting de bevestigingspunten durven uit te scheuren bij extreme windbelasting.

Doel van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft tot doel te ondervangen of althans het inperken van de hierboven beschreven nadelen en/of over het algemeen verbeteringen te voorzien.

Een doel van de uitvinding kan zijn om een versterkingsweefsel te voorzien met een verbeterde scheurweerstand. Een verder doel van de uitvinding kan zijn om een dunner versterkingsweefsel te voorzien met gelijkaardige scheurweerstand, met bij voorkeur verbeterde scheurweerstand. Daarnaast kan het een doel van de uitvinding zijn om de mogelijke uplift bij windbelasting te reduceren.

2 BE2021/5738

Beschrijving van de uitvinding

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een versterkingsweefsel die de technische kenmerken van een van de onafhankelijke conclusies vertoont. Hiertoe betreft de huidige uitvinding een versterkingsweefsel voor synthetische membranen voor toepassing in dakbedekking. De uitvinding heeft verder ook betrekking op een gecoat versterkingsweefsel of een dakbedekking omvattende het voorgaande.

In een eerste aspect van de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de uitvinding een versterkingsweefsel voor dakbedekking, omvattende een open scrim, waarbij de open scrim een geweven mesh is, waarbij de open scrim een aantal op afstand van elkaar liggende bundels van inslagdraden in een eerste richting en een aantal op afstand van elkaar liggende bundels van kettingdraden in een tweede richting ongeveer loodrecht op de eerste richting omvat, waarbij de bundel van inslagdraden de bundel van kettingdraden kruisen op knooppunten.

Elk knooppunt omvat of bestaat uit ten minste één paar kettingdraden verweven met ten minste twee inslagdraden, waarbij elke paar kettingdraden is verweven met de bundel van inslagdraden in een half-gekruisde leno binding (Eng: half-cross leno weave), zodanig dat de kettingdraden elkaar slechts kruisen tussen aangrenzende bundels van inslagdraden. In de context van deze beschrijving verwijst de term “half-gekruisde leno binding” naar een leno binding van kettingdraden die elkaar slechts éénmalig kruisen tussen aangrenzende bundels van inslagdraden. Bij voorkeur zijn alle kettingdraden met de bundel van inslagdraden verweven. Verder zijn in elk knooppunt de inslagdraden verweven met de kettingdraden in een bindingspatroon, bij voorkeur een lijnwaadbinding, keperbinding of satijnbinding.

De uitvinder heeft gevonden dat dergelijke combinatie van half-gekruisde leno binding met een uniforme binding, bij voorkeur een lijnwaadbinding, keperbinding of satijnbinding, tussen de kruisingen van de leno binding een gereduceerde inweving heeft ten opzicht van bekende geweven structuren, zoals die geopenbaard in US 10,072,419

B2. De gereduceerd inweving wordt verkregen door de inweving zo gelimiteerd mogelijk te houden waarbij de draden gestrekt in het vlak liggen hetgeen de verlenging bij mogelijke uplift reduceert. Hierdoor wordt de uplift bij windbelasting gereduceerd doordat het weefsel zo vlak mogelijk wordt gehouden.

3 BE2021/5738

Daarnaast wordt ook een weefsel verkregen met een dikte die gelijkaardig is aan de dikte van gebreide scrims en dus dunner is dan een standaard geweven weefsel.

Hierdoor kan bij gebruik als dakbedekking met minder bevestigingspunten eenzelfde weerstand tegen windbelasting bereikt worden. Dit is enerzijds een kosten besparing op het vlak van materieel als anderzijds een kostenbesparing op het vlak van de nodige werktijd van de installateur.

In uitvoeringsvormen, welke kunnen optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft het voornoemd versterkingsweefsel een ongecoate open scrim die op een ander manier voldoende gebonden is, bijvoorbeeld door het bindingspatroon of met behulp van smeltvezels.

Een eerste uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd versterkingsweefsel, waarbij de ten minste twee inslagdraden bestaan uit twee, drie of vier inslagdraden. Met andere woorden bevinden er zich steeds twee tot vier inslagdraden tussen aangrenzende kruisingen van de leno binding. Bij voorkeur bevinden er zich precies drie inslagdraden tussen aangrenzende kruisingen van de leno binding.

De uitvinder heeft gevonden dat dergelijke samenstelling van ketting- en inslagdraden een betere scheurweerstand heeft en dat in combinatie met een vlakkere structuur de beste scheurweerstand wordt bereikt.

Een tweede uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd versterkingsweefsel, waarbij opeenvolgende bundels van inslagdraden zich op gelijke afstand van elkaar bevinden en/of waarbij opeenvolgende paren van kettingdraden zich op gelijke afstand van elkaar bevinden. De uitvinder heeft gevonden dat dergelijk weefsel een verbeterde scheurweerstand heeft.

Een derde uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd versterkingsweefsel, waarbij de inslagdraden of de kettingdraden ten minste deels gevormd zijn uit polyester, polypropeen, PP, polyvinylalcohol, nylon, aramide, glasvezel polyethyleennaftalaat, polyphenyleensulfide, PPS, basalt of carbon.

Een vierde uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft

4 BE2021/5738 een voornoemd versterkingsweefsel, waarbij de inslagdraden of de kettingdraden een garentiter hebben van ongeveer 140 tot 9900 dtex, bij voorkeur van ongeveer 280 tot 2200 dtex. Kettingdraden en inslagdraden kunnen verschillen in garentiter. Hetzij tussen ketting en inslag binnen de dradenbundel of hetzij tussen de inslag en kettingdraden onderling.

In een tweede aspect van de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de uitvinding een gecoat weefsel voor dakbedekking.

Het gecoat weefsel omvat een voornoemd versterkingsweefsel en een coating omvattende een thermoplastische of elastomere materiaal, waarbij de coating zich bevindt langs de lengte van de inslagdraden en de kettingdraden en zich bevindt tussen de inslag- en kettingdraden op de knooppunten. Tijdens het coaten van het versterkingsweefsel wordt een laag in de vorm van een pasta aangebracht op één of op beide zijden van een het versterkingsweefsel. Directe coating is één van de meest toegepaste technieken en is gebaseerd op het aanbrengen van één of meerdere lagen thermoplastische of elastomere materiaal op het versterkingsweefsel via een rakel, mes (Eng: knife-coating) of rol (Eng: kiss roll coating). De coating kan echter op verschillende manieren aangebracht worden, bijvoorbeeld met behulp van extrusie- coating, pultrusie of impregnatie via Foulard (Eng: padding).

Een uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd gecoat weefsel, waarbij de coating een gewicht heeft tussen ongeveer | en 300% van het gewicht van de open scrim bij voorkeur tussen ongeveer 20 en 100% van het gewicht van de open scrim.

In een derde aspect van de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de uitvinding dakbedekking omvattende een voornoemd versterkingsweefsel.

Korte beschrijving van de figuren

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. 5 Figuur 1 toont een opengewerkt schematisch bovenaanzicht van een deel van een open scrim voor een versterkingsweefsel volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Uitgebreide beschrijving van de figuren

De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen maar de uitvinding is daartoe niet beperkt en wordt enkel door de conclusies bepaald. De beschreven tekeningen zijn enkel schematisch en niet-beperkend. In de tekeningen kan de grootte van bepaalde elementen overdreven en niet op schaal getekend zijn voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen stemmen niet noodzakelijk overeen met werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.

Bovendien worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde te beschrijven.

De termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere sequenties dan hierin beschreven of geïllustreerd toegepast worden.

Daarenboven worden de termen bovenaan, onderaan, over, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor illustratieve doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities te beschrijven. De aldus gebruikte termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriënteringen dan hierin beschreven of geïllustreerd worden toegepast.

Verder dienen de verschillende uitvoeringsvormen, hoewel genoemd als “voorkeursvormen”, eerder te worden opgevat als wijze van voorbeeld waarop de uitvinding kan uitgevoerd worden dan als een beperking van de reikwijdte van de uitvinding.

6 BE2021/5738

De term “omvattend”, gebruikt in de conclusies, dient niet geïnterpreteerd te worden als zijnde beperkt tot de erna vermelde middelen of stappen; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term dient geïnterpreteerd te worden als specificerend voor de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, elementen, stappen of componenten waarnaar wordt verwezen, maar sluit de aanwezigheid of de toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, elementen, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. De draagwijdte van de uitdrukking “een inrichting omvattende middelen A en

B” dient dus niet te worden beperkt tot inrichtingen die enkel uit de componenten A en

B bestaan. De betekenis is dat met betrekking tot de onderhavige uitvinding alleen de componenten A en B van de inrichting opgesomd worden, en de conclusie dient verder zo geïnterpreteerd te worden dat ze ook equivalenten van deze componenten bevat.

De in de figuren getoonde weefsels zijn versterkingsweefsel, of elementen daarvoor, voor gebruik in een dakbedekking.

Figuur 1 toont een opengewerkt schematisch bovenaanzicht van een versterkingsweefsel. Het versterkingsweefsel omvat een gecoat weefsel met een eerste zijde en een tweede zijde. Het gecoat weefsel omvat een open scrim 10, waarbij de open scrim een geweven mesh is, waarbij de open scrim een aantal op afstand van elkaar liggende bundels van inslagdraden 30, 50 in een eerste richting L en een aantal op afstand van elkaar liggende bundels van kettingdraden 40, 60 in een tweede richting B ongeveer loodrecht op de eerste richting omvat, waarbij de bundel van inslagdraden de bundel van kettingdraden kruisen op knooppunten 20. Het gecoat weefsel omvat verder een coating (niet getoond) van een thermoplastische of elastomere materiaal, waarbij de coating zich bevindt langs de lengte van de inslagdraden en de kettingdraden en zich bevindt tussen de inslag- en kettingdraden op de knooppunten.

Elk knooppunt bestaat uit één paar kettingdraden 41, 42 verweven met drie inslagdraden 31, 32, 33, waarbij het paar kettingdraden 41, 42 is verweven met de bundel van inslagdraden 30 in een half-gekruisde leno binding, zodanig dat de kettingdraden elkaar slechts en éénmalig kruisen tussen aangrenzende bundels van inslagdraden.

Opeenvolgende paren kettingdraden 41, 42, elk in een half-gekruisde leno binding, bevinden zich op gelijke afstand van elkaar. Hierdoor zullen ook de corresponderende opeenvolgende knooppunten zich in de eerste richting L op gelijke afstand van elkaar bevinden. Verder zijn in elk knooppunt de drie inslagdraden 31, 32, 33 verweven met de

7 BE2021/5738 twee kettingdraden 41, 42 in een effen of lijnwaadbindingspatroon.

Opeenvolgende inslagdraden 31, 32, 33 corresponderend aan hetzelfde knooppunt bevinden zich op gelijke afstand van elkaar.

8 BE2021/5738

Lijst met verwijzingstekens 10. Open Scrim 20. Knooppunt 30, 50. Bundel van inslagdraden 31. Eerste inslagdraad 32. Tweede inslagdraad 33. Derde inslagdraad 40, 60. Bundel van kettingdraden 41. Eerste kettingdraad 42. Tweede kettingdraad

Claims

9 BE2021/5738 Conclusies

1. Versterkingsweefsel voor dakbedekking, omvattende: een open scrim, waarbij de open scrim een geweven mesh is, waarbij de open scrim een aantal op afstand van elkaar liggende bundels van inslagdraden in een eerste richting en een aantal op afstand van elkaar liggende bundels van kettingdraden in een tweede richting ongeveer loodrecht op de eerste richting omvat, waarbij de bundels van inslagdraden de bundels van kettingdraden kruisen op knooppunten, waarbij elk knooppunt gevormd wordt door ten minste één paar kettingdraden verweven met ten minste twee inslagdraden, waarbij in elk knooppunt de inslagdraden zijn verweven met de kettingdraden in een bindingspatroon, en waarbij elke paar kettingdraden is verweven met de bundel van inslagdraden in een half- gekruisde leno binding, waarbij de kettingdraden elkaar slechts kruisen tussen aangrenzende bundels van inslagdraden.

2. Versterkingsweefsel volgens conclusie 1, waarbij het bindingspatroons een lijnwaadbinding, keperbinding of satijnbinding is.

3. Versterkingsweefsel volgens conclusie 1, waarbij de ten minste twee inslagdraden bestaan uit twee, drie of vier inslagdraden.

4. Versterkingsweefsel volgens conclusie 3, waarbij in elk knooppunt precies één paar kettingdraden verweven is met precies drie inslagdraden.

5. Versterkingsweefsel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij opeenvolgende bundels van inslagdraden zich op gelijke afstand van elkaar bevinden.

6. Versterkingsweefsel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij opeenvolgende paren van kettingdraden zich op gelijke afstand van elkaar bevinden.

7. Versterkingsweefsel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de inslagdraden ten minste deels gevormd zijn uit polyester, polypropeen, PP, polyvinylalcohol, nylon, aramide, glasvezel of polyethyleennaftalaat.

10 BE2021/5738

8. Versterkingsweefsel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de kettingdraden ten minste deels gevormd zijn uit polyester, polypropeen, PP, polyvinylalcohol, nylon, aramide, glasvezel of polyethyleennaftalaat.

9. Versterkingsweefsel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de inslagdraden een garentiter hebben van ongeveer 140 tot 6600 dtex.

10. Versterkingsweefsel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de kettingdraden een garentiter hebben van ongeveer 140 tot 6600 dtex.

11. Gecoat weefsel met een eerste zijde en een tweede zijde, het gecoat weefsel omvattende: een versterkingsweefsel volgens een van de voorafgaande conclusies, en een coating omvattende een thermoplastische of elastomere materiaal, waarbij de coating zich bevindt langs de lengte van de inslagdraden en de kettingdraden en zich bevindt tussen de inslag- en kettingdraden op de knooppunten.

12. Gecoat weefsel volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij het thermoplastische of elastomere materiaal geselecteerd is uit de groep bestaande uit polyvinylalcohol, PVA, ployvinylacetaat, PVAc, ethyleenvinylacetaat, EVA, polyvinylchloride, PVC, styrene-butadiene rubber latex, SBR latex, acrylaat, polyurethaan, PU, Ethylene-acrylic acid, EAA, neopreen, en RFL.

13. Gecoat weefsel volgens conclusie 9 of conclusie 10, waarbij de coating een gewicht heeft tussen ongeveer 10 en 300% van het gewicht van de open scrim.

14. Gecoat weefsel volgens conclusie 12, waarbij de coating een gewicht heeft tussen ongeveer 15% en 100% van het gewicht van de open scrim.

15. Dakbedekking omvattende een versterkingsweefsel volgens een van de voorafgaande conclusies 1-10 of een gecoat weefsel volgens een van de voorafgaande conclusies 11-14.