BE1029700B1 - Motorsteun ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting - Google Patents

Motorsteun ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1029700B1
BE1029700B1 BE20215662A BE202105662A BE1029700B1 BE 1029700 B1 BE1029700 B1 BE 1029700B1 BE 20215662 A BE20215662 A BE 20215662A BE 202105662 A BE202105662 A BE 202105662A BE 1029700 B1 BE1029700 B1 BE 1029700B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
motor support
leaning
walls
motor
housing profile
Prior art date
Application number
BE20215662A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029700A1 (nl
Inventor
Marnik Dejonckheere
Original Assignee
Copahome Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Copahome Nv filed Critical Copahome Nv
Priority to BE20215662A priority Critical patent/BE1029700B1/nl
Publication of BE1029700A1 publication Critical patent/BE1029700A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029700B1 publication Critical patent/BE1029700B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/26Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
    • E06B9/28Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable
    • E06B9/30Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable
    • E06B9/32Operating, guiding, or securing devices therefor
    • E06B9/322Details of operating devices, e.g. pulleys, brakes, spring drums, drives
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/26Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
    • E06B9/28Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable
    • E06B9/30Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable
    • E06B9/32Operating, guiding, or securing devices therefor
    • E06B9/323Structure or support of upper box
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02KDYNAMO-ELECTRIC MACHINES
    • H02K41/00Propulsion systems in which a rigid body is moved along a path due to dynamo-electric interaction between the body and a magnetic field travelling along the path
    • H02K41/02Linear motors; Sectional motors
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02KDYNAMO-ELECTRIC MACHINES
    • H02K5/00Casings; Enclosures; Supports
    • H02K5/04Casings or enclosures characterised by the shape, form or construction thereof

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Motor Or Generator Frames (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een motorsteun (10), ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een aanbrengholte (9) in een behuizingsprofiel (2) van een scherminrichting, waarbij deze motorsteun (10) aanleunwanden omvat, om tegen begrenzingswanden van de aanbrengholte (9) aan te leunen, voorzien is van spanmiddelen voor het klemmen van minstens twee aan tegenovergestelde zijden van de motorsteun (10) opgestelde aanleunwanden tegen corresponderende begrenzingswanden en zich met de spanmiddelen in gemonteerde toestand volledig binnen de omtrek van het behuizingsprofiel (2) uitstrekt. Daarnaast betreft deze uitvinding een scherminrichting omvattende een dergelijke motorsteun (10).

Description

MOTORSTEUN TER BEVESTIGING VAN EEN AANDRIJFINRICHTING
IN EEN SCHERMINRICHTING
Deze uitvinding betreft een motorsteun, ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting, deze scherminrichting omvattende: - een behuizingsprofiel met een bodem, aan weerszijden van deze bodem opstaande zijwanden en aan de uiteinden van de zijwanden, weg van de bodem opstaande flenzen, waarbij deze bodem, zijwanden en flenzen, begrenzingswanden vormen, die een aanbrengholte begrenzen; en - de aandrijfinrichting, die voorzien is om in de aanbrengholte opgesteld te worden; waarbij de motorsteun voorzien is ter bevestiging in de aanbrengholte en voorzien is voor het hieraan bevestigen van een uiteinde van de aandrijfinrichting, voor het opstellen van de aandrijfinrichting in de aanbrengholte en hiertoe aanleunwanden omvat, om tegen de begrenzingswanden aan te leunen.
Daarnaast betreft deze uitvinding ook een scherminrichting omvattende een dergelijke motorsteun.
Een dergelijke scherminrichting kan bijvoorbeeld een lamellenwand zijn zoals beschreven en afgebeeld in NL 2 003 906 C, of een scherminrichting met een op- en afrolbaar scherm, enz. In de scherminrichting uit NL 2 003 906 C is aan weerszijden van de aandrijfinrichting in het behuizingsprofiel een motorsteun opgenomen volgens het inleidende deel van de eerste conclusie.
Motorfabrikanten bieden bij de verkoop van dergelijke aandrijfinrichtingen typisch ook verschillende soorten motorsteunen aan ter bevestiging in verschillende soorten behuizingsprofielen. Deze motorsteunen worden typisch met behulp van schroeven doorheen deze behuizingsprofielen vastgezet in een dergelijk behuizingsprofiel.
Dergelijke zichtbare schroeven zijn echter steeds vaker ongewenst.
Verschillende alternatieve manieren van bevestigen van dergelijke aandrijfinrichtingen werden al uitgewerkt. In DE 101 63 807 A1, EP 2 034 125 A2 of
DE 201 16 272 Ul, is de aandrijfinrichting bijvoorbeeld met behulp van klemelementen, die centraler ten opzichte van de aandrijfinrichting worden aangebracht in het behuizingsprofiel geklemd. Ook deze klemelementen bevinden zich echter minstens gedeeltelijk buiten het behuizingsprofiel wat om esthetische redenen ongewenst is.
Motorsteunen waarbij de bevestigingsmiddelen aan de buitenzijde van het behuizingsprofiel weggelaten worden, hebben dan weer het nadeel dat hiermee de aandrijfinrichting onvoldoende stevig in het behuizingsprofiel kan aangebracht worden. Typisch zijn in het behuizingsprofiel kleine openingen voorzien voor het hier doorheen bedienen van de aandrijfinrichting. Wanneer de aandrijfinrichting reeds in het behuizingsprofiel is aangebracht, gebeurt het bij zware motoren al te vaak dat deze bij transport van het geheel gaat verschuiven ten opzichte van het behuizingsprofiel, waarbij de aandrijfinrichting niet langer doorheen de genoemde openingen bedienbaar is.
Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een motorsteun waarmee bovengenoemde problemen verholpen worden.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een motorsteun, ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting, deze scherminrichting omvattende: - een behuizingsprofiel met een bodem, aan weerszijden van deze bodem opstaande zijwanden en aan de uiteinden van de zijwanden, weg van de bodem opstaande flenzen, waarbij deze bodem, zijwanden en flenzen, begrenzingswanden vormen, die een aanbrengholte begrenzen; - de aandrijfinrichting, die voorzien is om in de aanbrengholte opgesteld te worden; waarbij de motorsteun voorzien is ter bevestiging in de aanbrengholte en voorzien is voor het hieraan bevestigen van een uiteinde van de aandrijfinrichting, voor het opstellen van de aandrijfinrichting in de aanbrengholte en hiertoe aanleunwanden omvat, om tegen de begrenzingswanden aan te leunen, waarbij de motorsteun voorzien is van spanmiddelen voor het klemmen van minstens twee aan tegenovergestelde zijden van de motorsteun opgestelde aanleunwanden tegen corresponderende begrenzingswanden en waarbij de motorsteun zich met de spanmiddelen in gemonteerde toestand volledig binnen de omtrek van het behuizingsprofiel uitstrekt.
Een dergelijke motorsteun omvat bij voorkeur een ééndelig uitgevoerd basislichaam, waarvan alle genoemde aanleunwanden deel uitmaken.
De motorsteun kan meer specifiek aangrijpranden omvatten, die met een aanleunwand aangrijpen onder de flenzen. De spanmiddelen zijn dan bij voorkeur voorzien voor het ten opzichte van de bodem van het behuizingsprofiel opspannen van de motorsteun, zodanig dat een genoemde aanleunwand onderaan de motorsteun tegen de bodem van het behuizingsprofiel geklemd wordt en de aanleunwanden van de aangrijpranden tegen de flenzen geklemd worden.
Dergelijke spanmiddelen die aanleunwanden kunnen klemmen ten opzichte van de bodem van het behuizingsprofiel kunnen eenvoudig uitgewerkt worden op een zodanige manier dat deze spanmiddelen volledig binnen het behuizingsprofiel opgesteld kunnen worden. Daarbij kan dan ook eenvoudig voorzien worden dat hierop bijvoorbeeld met een handwerktuig aangegrepen kan worden. Of er kunnen eenvoudig op een andere manier bedieningsmiddelen voorzien worden zodanig dat er in gemonteerde toestand geen ten opzichte van het behuizingsprofiel uitstekende elementen aanwezig zijn.
Alternatief of bijkomend kunnen de spanmiddelen voorzien zijn voor het ten opzichte van minstens één van de zijwanden opspannen van de motorsteun, zodanig dat genoemde aanleunwanden aan weerszijden van de motorsteun tegen de zijwanden geklemd worden.
De spanmiddelen omvatten bij voorkeur minstens één stelschroef. Met een dergelijke stelschroef kan men eenvoudig spanmiddelen realiseren die met een handwerktuig van buitenaf het behuizingsprofiel bedienbaar zijn en volledig binnen de omtrek van het behuizingsprofiel opgesteld zijn.
Een dergelijke stelschroef wordt bij voorkeur onder een hoek gericht ten opzichte van de hoogterichting van het behuizingsprofiel opgesteld. Met een stelschroef die zo opgesteld wordt, is het nog makkelijker om doorheen een toegangsopening tot de aanbrengholte deze stelschroef te bereiken om hierop met een handwerktuig aan te grijpen, dit zonder het behuizingsprofiel te vervormen.
In uitvoeringsvormen met minstens één stelschroef is de motorsteun voorkeurdragend voorzien van geleidingselementen, ter geleiding van een handwerktuig om op de stelschroef aan te grijpen.
In voorkeurdragende uitvoeringsvormen zijn de spanmiddelen zowel voorzien voor het ten opzichte van de bodem opspannen van de motorsteun als voor het aan weerszijden tegen de zijwanden klemmen van de motorsteun. Door de motorsteun in alle richtingen te klemmen ten opzichte van de begrenzingswanden van het behuizingsprofiel kan de motorsteun eenvoudiger op een stevige manier gefixeerd worden in het behuizingsprofiel om verschuiven van de motorsteun in het behuizingsprofiel te vermijden.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de motorsteun hiertoe: - zijdelings onderaan voorzien van een hoekelement, o dat onderaan een eerste aanleunlichaam omvat, dat voorzien is van een eerste genoemde aanleunwand; en o zijdelings een tweede aanleunlichaam omvat, dat voorzien is van een tweede genoemde aanleunwand; - voorzien van een opening tussen het eerste en het tweede aanleunlichaam;
- waarbij de spanmiddelen zodanig voorzien zijn om het eerste aanleunlichaam en het tweede aanleunlichaam uiteen te drijven om de corresponderende aanleunwanden tegen de corresponderende begrenzingswanden te klemmen. 5 De eerste genoemde aanleunwand is daarbij bij voorkeur voorzien om tegen de bodem van het behuizingsprofiel aan te leunen en de tweede genoemde aanleunwand is daarbij bij voorkeur voorzien om tegen een zijwand van het behuizingsprofiel aan te leunen.
De opening tussen de aanleunlichamen kan meer specifiek spleetvormig uitgevoerd worden, waarbij deze opening dan spievormig open gedreven kan worden door de stelschroef. De aanleunlichamen kunnen daarbij dan initieel tegen elkaar aanleunen, zodat de opening tot een minimum herleid is.
Verder is de motorsteun voorkeurdragend onderaan aan weerszijden voorzien van een genoemd hoekelement.
Wanneer in uitvoeringsvormen met minstens één genoemd hoekelement de spanmiddelen voorzien zijn van minstens één stelschroef, dan is elk hoekelement bij voorkeur verder voorzien van een aanbrengholte, voor het hierin aanbrengen van een genoemde stelschroef, waarbij deze aanbrengholte uitmondt in de genoemde opening, zodanig dat bij aanschroeven van de stelschroef in de aanbrengholte, het eerste aanleunlichaam en het tweede aanleunlichaam door deze stelschroef uiteen gedreven worden om de corresponderende aanleunwanden tegen de corresponderende begrenzingswanden te klemmen.
Voorkeurdragend is de aanbrengholte voorzien om de stelschroef initieel onder een hoek van 45° ten opzichte van de eerste aanleunwand en ten opzichte van de tweede aanleunwand aan te brengen.
De spanmiddelen omvatten verder per genoemd hoekelement bij voorkeur een moer, die rotatievast omheen de aanbrengholte is gemonteerd, voor het hierin aangrijpen van de stelschroef.
Deze moer kan daarbij ofwel in een vaste positie in het hoekelement opgesteld worden, waarbij de stelschroef als actuator gebruikt wordt om de aanleunlichamen uit elkaar te drijven. Alternatief kan de moer verplaatsbaar opgesteld zijn, waarbij de stelschroef dan bijvoorbeeld met behulp van een kop of een flens aan deze stelschroef in een vaste positie gehouden kan worden en de moer als actuator gebruikt wordt om de aanleunlichamen uit elkaar te drijven.
Een motorsteun volgens deze uitvinding wordt bij voorkeur hoofdzakelijk uit kunststof vervaardigd.
Meer specifiek kunnen hoekelementen met uit elkaar te drijven wandelementen eenvoudig in kunststof gerealiseerd worden.
Meer specifiek kan de motorsteun hoofdzakelijk 3D geprint worden. Op deze manier is deze motorsteun dan eenvoudig aanpasbaar om deze compatibel te maken met andere uitvoeringsvormen van het behuizingsprofiel en/of van de aandrijfinrichting, enz.
In een specifieke uitvoeringsvorm kan de motorsteun uitgevoerd zijn met een plaatvormige kern en ten opzichte van deze kern verbrede randen die de genoemde aanleunwanden vormen.
Een dergelijke motorsteun kan dan verder ook ten opzichte van de kern uitstekende verstevigingsribben omvatten, die genoemde geleidingselementen vormen.
Een motorsteun volgens deze uitvinding wordt verder bij voorkeur ook voorzien van koppelmiddelen voor het hieraan koppelen van de aandrijfinrichting. Deze koppelmiddelen kunnen meer specifiek een aanbrengholte omvatten, die centraal in de motorsteun is voorzien. De motorsteun kan dan bijkomend voorzien worden van een inzetelement dat eveneens deel uitmaakt van deze koppelmiddelen en in deze aanbrengholte aanbrengbaar is, om deze motorsteun eenvoudig aanpasbaar te maken aan afwijkende uitvoeringsvormen van de aandrijfinrichting.
Het behuizingsprofiel omvat typisch aan tussen de flenzen een toegangsopening tot de aanbrengholte. De motorsteun is verder bij voorkeur voorzien van een uitsparing, die voorzien is om in deze toegangsopening uit te monden. Deze uitsparing is dan bij voorkeur zodanig voorzien dat hierin bekabeling aanbrengbaar is, zodat deze bekabeling niet doorheen kleine gaatjes in de motorsteun dient aangebracht te worden, zoals bij meerdere motorsteunen volgens de stand van de techniek, of naast de motorsteun, grenzend aan de bodem of de zijwanden van het behuizingsprofiel dient aangebracht te worden, zoals bij andere motorsteunen volgens de stand van de techniek, maar eenvoudig bereikbaar doorheen de toegangsopening in deze uitsparing aanbrengbaar is. Deze uitsparing is daarbij rechtstreeks toegankelijk via deze toegangsopening.
Het doel van deze uitvinding wordt daarnaast ook bereikt door te voorzien in een samenstel van een genoemd behuizingsprofiel en een hier boven beschreven motorsteun volgens deze uitvinding.
Verder wordt het doel van deze uitvinding ook bereikt door te voorzien in een samenstel van een genoemd behuizingsprofiel, een genoemde aandrijfinrichting en een hier boven beschreven motorsteun volgens deze uitvinding.
Het doel van deze uitvinding wordt tenslotte nog bereikt door te voorzien in een scherminrichting, ter afscherming van een deur- of raamopening, omvattende: - een behuizingsprofiel, ter bevestiging van de scherminrichting bovenaan de deur- of raamopening, met een bodem, aan weerszijden van deze bodem opstaande zijwanden en aan de uiteinden van de zijwanden, weg van de bodem opstaande flenzen, waarbij deze bodem, zijwanden en flenzen, begrenzingswanden vormen, die een aanbrengholte begrenzen;
- een aandrijfinrichting, die voorzien is om in de aanbrengholte opgesteld te worden; en - een hier boven beschreven motorsteun volgens deze uitvinding ter bevestiging van de aandrijfinrichting in het behuizingsprofiel.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele uitvoeringsvormen van motorsteunen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in: - Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een motorsteun volgens deze uitvinding in gemonteerde toestand in een behuizingsprofiel is afgebeeld, in dwarsdoorsnede, doorgesneden dwars doorheen het behuizingsprofiel en de motorsteun; - Figuur 2 het behuizingsprofiel uit figuur 1 afzonderlijk is afgebeeld in vooraanzicht; - Figuur 3 de motorsteun uit figuur 1 afzonderlijk is afgebeeld in vooraanzicht in gedemonteerde toestand, met de stelschroeven gedemonteerd en een handwerktuig om op deze stelschroeven aan te grijpen; - Figuur 4 de motorsteun uit figuur 1 afzonderlijk is afgebeeld in dwarsdoorsnede in gemonteerde toestand, met de stelschroeven op een verschillende diepte ingeschroefd; - Figuur 5 een alternatieve uitvoeringsvorm voor de motorsteun uit figuur 1 is afgebeeld in vooraanzicht in gedemonteerde toestand, met de stelschroeven gedemonteerd en een handwerktuig om op deze stelschroeven aan te grijpen;
- Figuur 6 de alternatieve uitvoeringsvorm uit figuur 5 is afgebeeld in dwarsdoorsnede, met de stelschroeven aangebracht in de corresponderende aanbrengholtes in ongespannen toestand, - Figuur 7 een inbrenghuls voor inbrengen in de alternatieve uitvoeringsvorm uit figuur 5 afzonderlijk in zijaanzicht is afgebeeld; - Figuur 8 de alternatieve uitvoeringsvorm uit figuur 5 is afgebeeld in dwarsdoorsnede in gemonteerde toestand, met de stelschroeven op een verschillende diepte ingeschroefd.
Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding omvat een afgebeeld behuizingsprofiel (2), ter bevestiging van de scherminrichting bovenaan een deur- of raamopening, een niet afgebeelde aandrijfinrichting en afgebeelde motorsteunen (10) ter bevestiging van de aandrijfinrichting in het behuizingsprofiel (2). De scherminrichting kan verder optrekbare en/of kantelbare lamellen omvatten, die aandrijfbaar zijn met behulp van de aandrijfinrichting of een op een schermrol op- en afrolbaar scherm dat aandrijfbaar is met behulp van de aandrijfinrichting, enz.
Het in figuren 1 en 2 afgebeelde behuizingsprofiel (2) omvat een bodem (3), aan weerszijden van deze bodem opstaande zijwanden (4, 5) en aan de uiteinden van de zijwanden (4, 5), weg van de bodem (3) opstaande flenzen (6, 7). Deze bodem (3), zijwanden (4, 5) en flenzen (6, 7) vormen begrenzingswanden, die een aanbrengholte (9) begrenzen. Bovenaan biedt een toegangsopening (8) tussen de flenzen (6, 7) toegang tot deze aanbrengholte (9).
De niet afgebeelde aandrijfinrichting van de scherminrichting is voorzien om in de aanbrengholte (9) opgesteld te worden, dit met behulp van een afgebeelde motorsteun (10) aan weerzijden van deze aandrijfinrichting.
De motorsteunen (10) en het behuizingsprofiel (2) vormen daarbij samen een behuizingssysteem (1) voor het monteren van deze aandrijfinrichting in de scherminrichting.
De afgebeelde motorsteun (10) is voorzien ter bevestiging in de aanbrengholte (9) van het behuizingsprofiel (2), zoals afgebeeld in figuur 1, en is voorzien voor het hieraan bevestigen van een uiteinde van de aandrijfinrichting, voor het opstellen van de aandrijfinrichting in de aanbrengholte (9).
De motorsteun (10) omvat hiertoe aanleunwanden, om tegen de begrenzingswanden aan te leunen en is voorzien van spanmiddelen voor het klemmen van deze aanleunwanden tegen corresponderende begrenzingswanden van het behuizingsprofiel (2).
In gemonteerde toestand strekt de motorsteun (10) zich volledig binnen de omtrek van het behuizingsprofiel (2) uit, zoals afgebeeld in figuur 1. Ook de aandrijfinrichting kan zich daarbij volledig binnen de omtrek van het behuizingsprofiel (2) uitstrekken. Het is dan mogelijk om dit behuizingsprofiel (2) bovenaan met een niet afgebeeld afdekprofiel af te dekken, waarbij de toegangsopening (8) op een esthetische manier afgesloten wordt. Ook stofophoping in de aanbrengholte (9) wordt daarbij vermeden, zodat de aandrijfinrichting stofvrij opgesteld kan worden.
De motorsteun (10) omvat aangrijpranden (11), die met een genoemde aanleunwand aangrijpen onder de flenzen (6, 7) en is aan weerszijden onderaan voorzien van een hoekelement (30). Elk hoekelement (30) omvat onderaan een eerste aanleunlichaam (18), dat voorzien is van een eerste genoemde aanleunwand, en omvat zijdelings een tweede aanleunlichaam (17), dat voorzien is van een tweede genoemde aanleunwand.
Verder is elk hoekelement (30) voorzien van een opening (16) tussen het eerste aanleunlichaam (18) en het tweede aanleunlichaam (17). Beide aanleunlichamen (17, 18) leunen tegen elkaar aan, zodat deze opening (16), zoals afgebeeld in figuren 3, 5 en 6, initieel tot een minimum 1s herleid.
Daarnaast is elk hoekelement (30) voorzien van een aanbrengholte (15), voor het hierin aanbrengen van een stelschroef (25). Deze aanbrengholte (15) mondt uit in de genoemde opening (16). Een moer (27) is telkens rotatievast omheen de aanbrengholte (15) gemonteerd, voor het hierin aangrijpen van de stelschroef (25).
Met behulp van een handwerktuig (26) kan doorheen de toegangsopening (8) op de stelschroef (25) aangegrepen worden, zoals afgebeeld in figuren 3 en 5.
Bij aanschroeven van de stelschroef (25) in de aanbrengholte (15), worden het eerste aanleunlichaam (18) en het tweede aanleunlichaam (17) door de stelschroef (25) uiteen gedreven om de corresponderende aanleunwanden tegen de corresponderende begrenzingswanden te klemmen. Daarbij wordt de opening (16) spievormig vergroot, zoals afgebeeld in de figuren 4 en 8. Wanneer de stelschroef (25) nog over een grotere afstand (x1) uitsteekt ten opzichte van het hoekelement (30), zoal de spievormige opening nog een kleinere hoek (a1) vertonen dan wanneer de stelschroef (25) verder is ingeschroefd, daardoor over een kleinere afstand (x2) uitsteekt ten opzichte van het hoekelement (30), en de spievormige opening daardoor een grotere hoek (a2) vertoont. Op deze manier kan de klemkracht minder groot of groter gemaakt worden door uitschroeven of inschroeven van de stelschroef (25).
Bij aanschroeven van de stelschroeven (25) wordt de motorsteun (10) opgespannen ten opzichte van alle aanleunwanden van het behuizingsprofiel (2). De eerste aanleunwanden onderaan de hoekelementen (30) worden daarbij tegen de bodem (3) van het behuizingsprofiel (2) geklemd, de aanleunwanden bovenaan de aangrijpranden (11) tegen de flenzen (6, 7) en de aanleunwanden zijdelings van de hoekelementen (30) tegen de zijwanden (4, 5) van het behuizingsprofiel (2).
De afgebeelde motorsteunen (10) zijn verder voorzien van geleidingselementen (19, 20, 21), ter geleiding van het handwerktuig (26) om op de stelschroef (25) aan te grijpen.
Daarnaast omvatten de afgebeelde motorsteunen een plaatvormige kern (31) en ten opzichte van deze kern (31) verbrede randen, onder de vorm van een bodem (12), ten opzichte van de bodem (12) opstaande zijwanden (13, 14) en een centrale kolom (32), op een tussenafstand van de bodem (12) ten opzichte van deze zijwanden (13, 14) uitstekende flenzen (19) en bovenaan de zijwanden (13, 14) ten opzichte van de flenzen (19) uitstekende aangrijpranden (11). De bodem (12), zijwanden (13, 14) en aangrijpranden (11) vormen de genoemde aanleunwanden. De flenzen (19) en centrale kolom (32) vormen zowel verstevigingsribben (32), als geleidingselementen (19, 20) voor het geleiden van het handwerktuig (26) naar de stelschroeven toe.
Wanneer het handwerktuig (26) doorheen de toegangsopening (8) in de aanbrengholte (9) aangebracht wordt, kan men het handwerktuig (26) eenvoudig op deze geleidingselementen (19, 20) laten rusten, zodat het handwerktuig (26) naar de stelschroef (25) geleid wordt om daarbij in deze stelschroef (25) aan te grijpen.
De afgebeelde motorsteunen (10) kunnen uit kunststof vervaardigd worden, dit door deze bijvoorbeeld 3D te printen.
Centraal in de kern (31) zijn de afgebeelde motorsteunen (10) voorzien van een aanbrengholte (29). Een inzetelement (28) is in deze aanbrengholte (29) aanbrengbaar en is voorzien voor het hierin bevestigen van een as aan een uiteinde van de niet afgebeelde aandrijfinrichting.
Daarnaast is de kern (31) voorzien van schroefgaten (23) voor het hieraan koppelen van een uiteinde van de aandrijfinrichting met behulp van schroeven.
Bovenaan zijn de afgebeelde motorsteunen (10) voorzien van een uitsparing (22), die in gemonteerde toestand in de toegangsopening (8) uitmondt, voor het hierin opnemen van bekabeling.
De bovenranden (21) van de kern (31), die deze uitsparing (22) onderaan begrenzen, kunnen daarbij eventueel ook uitgevoerd worden als bijkomende geleidingsmiddelen voor het geleiden van het handwerktuig (26) naar de stelschroef (25) toe.

Claims (15)

CONCLUSIES
1. Motorsteun (10), ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting, deze scherminrichting omvattende: — een behuizingsprofiel (2) met een bodem (3), aan weerszijden van deze bodem opstaande zijwanden (4, 5) en aan de uiteinden van de zijwanden (4, 5), weg van de bodem (3) opstaande flenzen (6, 7), waarbij deze bodem (3), zijwanden (4, 5) en flenzen (6, 7), begrenzingswanden vormen, die een aanbrengholte (9) begrenzen; — de aandrijfinrichting, die voorzien is om in de aanbrengholte (9) opgesteld te worden; waarbij de motorsteun (10) voorzien is ter bevestiging in de aanbrengholte (9) en voorzien is voor het hieraan bevestigen van een uiteinde van de aandrijfinrichting, voor het opstellen van de aandrijfinrichting in de aanbrengholte (9) en hiertoe aanleunwanden omvat, om tegen de begrenzingswanden aan te leunen; met het kenmerk dat de motorsteun (10) voorzien is van spanmiddelen voor het klemmen van minstens twee aan tegenovergestelde zijden van de motorsteun (10) opgestelde aanleunwanden tegen corresponderende begrenzingswanden, waarbij de motorsteun (10) zich met de spanmiddelen in gemonteerde toestand volledig binnen de omtrek van het behuizingsprofiel (2) uitstrekt.
2. Motorsteun (10) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de motorsteun (10) aangrijpranden (11) omvat, die met een genoemde aanleunwand aangrijpen onder de flenzen (6, 7) en dat de spanmiddelen voorzien zijn voor het ten opzichte van de bodem (3) van het behuizingsprofiel (2) opspannen van de motorsteun (10), zodanig dat een genoemde aanleunwand onderaan de motorsteun (10) tegen de bodem (3) van het behuizingsprofiel (2) geklemd wordt en de aanleunwanden van de aangrijpranden (11) tegen de flenzen (6, 7) geklemd worden.
3. Motorsteun (10) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de spanmiddelen voorzien zijn voor het ten opzichte van minstens één van de zijwanden (4, 5) opspannen van de motorsteun (10), zodanig dat genoemde aanleunwanden aan weerszijden van de motorsteun (10) tegen de zijwanden (4, 5) geklemd worden.
4. Motorsteun (10) volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk dat de motorsteun (10) zijdelings onderaan voorzien is van een hoekelement (30), dat onderaan een eerste aanleunlichaam (18) omvat, dat voorzien is van een eerste genoemde aanleunwand, en zijdelings een tweede aanleunlichaam (17) omvat, dat voorzien is van een tweede genoemde aanleunwand, voorzien is van een opening (16) tussen het eerste aanleunlichaam (18) en het tweede aanleunlichaam (17), zodanig dat het eerste aanleunlichaam (18) en het tweede aanleunlichaam (17) door de spanmiddelen uiteen gedreven worden om de corresponderende aanleunwanden tegen de corresponderende begrenzingswanden te klemmen.
5. Motorsteun (10) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de spanmiddelen minstens één stelschroef (25) omvatten.
6. Motorsteun (10) volgens conclusies 4 en 5, met het kenmerk dat het hoekelement (30) voorzien is van een aanbrengholte (15), voor het hierin aanbrengen van de stelschroef (25), waarbij deze aanbrengholte (15) uitmondt in de genoemde opening (16) zodanig dat bij aanschroeven van de stelschroef (25) in de aanbrengholte (15), het eerste aanleunlichaam (18) en het tweede aanleunlichaam (17) door de stelschroef (25) uiteen gedreven worden om de corresponderende aanleunwanden tegen de corresponderende begrenzingswanden te klemmen.
7. Motorsteun (10) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de spanmiddelen per genoemd hoekelement (30) een moer (27) omvatten, die rotatievast omheen de aanbrengholte (15) is gemonteerd, voor het hierin aangrijpen van de stelschroef (25).
8. Motorsteun (10) volgens één van de conclusies 5 tot 7, met het kenmerk dat de motorsteun (10) voorzien is van geleidingselementen (19, 20, 21), ter geleiding van een handwerktuig (26) om op de stelschroef (25) aan te grijpen.
9. Motorsteun (10) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de motorsteun (10) hoofdzakelijk uit kunststof is vervaardigd.
10. Motorsteun (10) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de motorsteun (10) hoofdzakelijk 3D geprint is.
11. Motorsteun (10) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de motorsteun (10) een plaatvormige kern (31) omvat en ten opzichte van deze kern (31) verbrede randen die de genoemde aanleunwanden vormen.
12. Motorsteun (10) volgens conclusies 8 en 11, met het kenmerk dat de motorsteun (10) ten opzichte van de kem (31) uitstekende verstevigingsribben (32) omvat, die genoemde geleidingselementen (19, 20) vormen.
13. Motorsteun (10) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de motorsteun (10) voorzien is van koppelmiddelen voor het hieraan koppelen van de aandrijfinrichting, waarbij deze koppelmiddelen een aanbrengholte (29) omvatten, die centraal in de motorsteun (10) is voorzien en een inzetelement (28) dat in deze aanbrengholte (29) aanbrengbaar is.
14. Motorsteun (10) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het behuizingsprofiel (2) tussen de flenzen (6, 7) een toegangsopening (8) tot de aanbrengholte (9) omvat en dat de motorsteun (10) voorzien is van een uitsparing (22), die voorzien is om in deze toegangsopening (8) uit te monden.
15. Scherminrichting, ter afscherming van een deur- of raamopening, omvattende: — een behuizingsprofiel (2), ter bevestiging van de scherminrichting bovenaan de deur- of raamopening, met een bodem (3), aan weerszijden van deze bodem (3) opstaande zijwanden (4, 5) en aan de uiteinden van de zijwanden (4, 5), weg van de bodem (3) opstaande flenzen (6, 7), waarbij deze bodem (3), zijwanden (4, 5) en flenzen (6, 7), begrenzingswanden vormen, die een aanbrengholte (9) begrenzen; — een aandrijfinrichting, die voorzien is om in de aanbrengholte (9) opgesteld te worden; — een motorsteun (10) ter bevestiging van de aandrijfinrichting in het behuizingsprofiel (2); met het kenmerk dat de motorsteun (10) een motorsteun (10) volgens één van de voorgaande conclusies is.
BE20215662A 2021-08-19 2021-08-19 Motorsteun ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting BE1029700B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215662A BE1029700B1 (nl) 2021-08-19 2021-08-19 Motorsteun ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215662A BE1029700B1 (nl) 2021-08-19 2021-08-19 Motorsteun ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029700A1 BE1029700A1 (nl) 2023-03-14
BE1029700B1 true BE1029700B1 (nl) 2023-03-20

Family

ID=77447655

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215662A BE1029700B1 (nl) 2021-08-19 2021-08-19 Motorsteun ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1029700B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8141614B2 (en) * 2009-07-01 2012-03-27 Harmonic Design Expanding coupling means for powered window covering
CH712673A2 (it) * 2016-07-07 2018-01-15 Cherubini Spa Elemento di supporto argano per veneziane.

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20116272U1 (de) 2001-10-04 2002-01-03 Warema Renkhoff Gmbh, 97828 Marktheidenfeld Befestigungssystem für Antriebe von Sonnenschutzanlagen
DE10163807A1 (de) 2001-12-22 2003-07-03 Geiger Gerhard Gmbh & Co Befestigungsvorrichtung
DE202008002359U1 (de) 2007-07-31 2008-05-21 Gerhard Geiger Gmbh & Co. Befestigungsvorrichtung
NL2003906C2 (nl) 2009-12-04 2011-06-07 Coulisse Bv Inrichting voor het automatisch bedienen van een scherm, zoals een raambekleding.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8141614B2 (en) * 2009-07-01 2012-03-27 Harmonic Design Expanding coupling means for powered window covering
CH712673A2 (it) * 2016-07-07 2018-01-15 Cherubini Spa Elemento di supporto argano per veneziane.

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029700A1 (nl) 2023-03-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4928498B2 (ja) ウインドレギュレータ
US6698138B1 (en) Adjustable pulley assembly for a suspended door
US20030159357A1 (en) Door glass raising and falling apparatus
US5826923A (en) Security apparatus for hinged door
US6516566B2 (en) Automatic movable partition system housing having a strengthening support leg
KR20140027271A (ko) 가구 몸체의 측벽 상에 있는 붙박이 냉장고를 위한 체결 조립체
US7424788B2 (en) Universal cable window regulator assembly for vehicles
BE1029700B1 (nl) Motorsteun ter bevestiging van een aandrijfinrichting in een scherminrichting
CA2410285A1 (en) Single piece tub frame and support for dishwasher
EP2799653B1 (en) Automatic sliding door power drive assembly
BG105156A (bg) Многофункционална свързваща конзола за обслужващаврата
KR100977112B1 (ko) 모듈지지체에 의하여 고정되는 윈도우-리프팅 레일을가지는 차량도어
US5430977A (en) Structure and method of mounting window regulator
KR200425100Y1 (ko) 창틀 고정용 브래키트
KR102159470B1 (ko) 전면 탈부착이 가능한 유지보수형 투명 방음판
JP6651659B2 (ja) 自動ドア装置のカバー開閉用ヒンジ部材、自動ドア装置、及び、自動ドア装置のメンテナンス時における作業方法
KR101089707B1 (ko) 자동문 개폐장치
RU2506176C2 (ru) Устройство закрывания багажника автотранспортного средства, содержащее шторку и средства центровки этой шторки
JP2019214895A (ja) 吊り下げ式ドアのドアガイド機構
US5921059A (en) Door fit for a hollow core panel door
JP7163111B2 (ja) 引戸駆動装置の取付構造及び引戸装置
JP2561769Y2 (ja) パネルシャッターのガイドレール取付装置
KR102456008B1 (ko) 슬라이딩도어용 롤러장치
JP6789352B2 (ja) 吊り下げ式ドアのドアガイド機構
JP3475825B2 (ja) 自動ドア用ドアの取付け構造

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230320