BE1025491B1

BE1025491B1 - Kruisopstelling voor een eerste buis en een tweede buis die elkaar kruisen

Info

Publication number: BE1025491B1
Application number: BE2017/5572A
Authority: BE
Inventors: Sam Lobbens; OVERBEKE Maarten Jonas Pol VAN
Original assignee: Renson Ventilation Nv
Priority date: 2017-08-21
Filing date: 2017-08-21
Publication date: 2019-03-25
Also published as: BE1025491A1

Abstract

Kruisopstelling voor een eerste buis en een tweede buis die elkaar kruisen, omvattende een eerste buistussenstuk (1) voor het onderling koppelen van twee buisstukken aan de eerste buis en een tweede buistussenstuk (2) voor het onderling koppelen van twee buisstukken van de tweede buis, waarbij deze buistussenstukken (1, 2) elk een verdieping met een oplegvlak (7, 8) omvatten, waarbij de oplegvlakken (7, 8) in verschillende posities op elkaar aanbrengbaar zijn om de buizen te kruisen en waarbij het oplegvlak (7, 8) van minstens één genoemd buistussenstuk (1, 2) voorzien is van één of meerdere uitsteeksels (9, 11) en/of één of meerdere holtes (10, 12), voor het ten opzichte van elkaar borgen van de buistussenstukken (1, 2) in minstens één richting, in een vlak waarin de buizen elkaar kruisen.

Description

kruisopstelling voor een eerste buis en een tweede buis die elkaar kruisen

Deze uitvinding betreft een kruisopstelling voor een eerste buis en een tweede buis die elkaar kruisen, omvattende een eerste buistussenstuk voor het onderling koppelen van twee buisstukken van de eerste buis en een tweede buistussenstuk voor het onderling koppelen van twee buisstukken van de tweede buis, waarbij deze buistussenstukken elk een verdieping met een oplegvlak omvatten, waarbij de oplegvlakken in verschillende posities op elkaar aanbrengbaar zijn om de buizen te kruisen.

In kruisopstellingen waarop deze uitvinding betrekking heeft, kruisen de buizen elkaar, waarbij deze vloeistofdicht van elkaar gescheiden blijven.

Kruisopstellingen voor elkaar kruisende buizen met twee buistussenstukken voor het onderling koppelen van buisstukken van deze buizen, die elk een verdieping met een oplegvlak omvatten, die op elkaar aanbrengbaar zijn om de buizen te kruisen, zijn reeds gekend uit bijvoorbeeld DE 42 43 509 A1, WO 2014/140714 A1, DE 35 12 576 C1 en US 5,108,136.

Dergelijke kruisopstellingen worden frequent toegepast bij bijvoorbeeld ventilatieinrichtingen waarbij men ventilatiebuizen in een beperkte ruimte dient te installeren. De genoemde verdieping is typisch over zowat de helft van de hoogte van de buizen voorzien, zodanig dat de totale hoogte van de buizen ter hoogte van de kruising de hoogte van de buizen zelf niet overschrijdt. Op deze manier kunnen de buizen in een beperkte ruimte ingebouwd worden. Deze verdieping is verbreed uitgevoerd, om ervoor te zorgen dat overal zo goed mogelijk dezelfde doorlaat (of debiet) behouden blijft en drukverliezen zo veel mogelijk beperkt blijven.

Dergelijke kruisopstellingen zijn typisch voorzien voor het kruisen van twee buizen. In principe kunnen ook soortgelijke kruisopstellingen worden voorzien voor het kruisen van drie of meer buizen. In de verdere octrooiaanvraag wordt telkens

BE2017/5572 gesproken over een kruisopstelling voor twee elkaar kruisende buizen, zonder dat dit als beperkend beschouwd dient te worden.

De doorsnedes van de elkaar kruisende buizen kunnen allerlei vormen aannemen. Deze buizen kunnen een cirkelvormige doorsnede hebben, of een ovaalvormige doorsnede of een rechthoekige doorsnede enz.

In de uitvoeringsvormen uit DE 42 43 509 A1, WO 2014/140714 A1 en DE 35 12 576 C1 kunnen de oplegvlakken enkel in één positie op elkaar aangebracht worden. Het plaatsen van de buizen wordt dan vaak theoretisch bepaald, rekening houdend met deze kruisopstelling, waarbij de buizen elkaar onder een hoek van 90° moeten kruisen. In de praktijk stelt men op een werf echter vaak hindernissen vast die op voorhand theoretisch niet gekend waren. Deze hindernissen kunnen het onder een hoek van 90° kruisen van deze buizen bemoeilijken. Er dienen dan bijkomende, vaak kostelijke tussenstukken voorzien te worden om deze buizen elkaar toch nog onder een hoek van 90° te laten kruisen. Deze tussenstukken zorgen vaak ook voor bijkomende drukverliezen in de buizen.

In de uitvoeringsvorm zoals beschreven in US 5,108,136 worden de oplegvlakken daarom langer uitgevoerd dan ze breed zijn, zodat de buizen elkaar onder hoeken afwijkend van 90° kunnen kruisen. Doordat de oplegvlakken langer uitgevoerd zijn dan ze breed zijn, kunnen deze echter ook ongewenst verschuiven ten opzichte van elkaar, dit bijvoorbeeld bij het aanbrengen van een laag chape bovenop de buistussenstukken. Zo kunnen de buisstukken die er op aansluiten terug loskomen of kunnen de buistussenstukken zelfs beschadigd raken.

Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een oplossing voor een dergelijke kruisopstelling waarbij de buizen elkaar onder meerdere hoeken kunnen kruisen, waarbij het risico op loskomen van de buisstukken of beschadiging van de buistussenstukken beperkt is.

Dit doel van deze uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een kruisopstelling voor een eerste buis en een tweede buis die elkaar kruisen, omvattende een eerste

BE2017/5572 buistussenstuk voor het onderling koppelen van twee buisstukken van de eerste buis en een tweede buistussenstuk voor het onderling koppelen van twee buisstukken van de tweede buis, waarbij deze buistussenstukken elk een verdieping met een oplegvlak omvatten, waarbij de oplegvlakken in verschillende posities op elkaar aanbrengbaar zijn om de buizen te kruisen, en waarbij het oplegvlak van minstens één genoemd buistussenstuk voorzien is van één of meerdere uitsteeksels en/of één of meerdere holtes, voor het ten opzichte van elkaar borgen van de buistussenstukken in minstens één richting, in een vlak waarin de buizen elkaar kruisen.

In de genoemde posities waarin de oplegvlakken op elkaar kunnen aangebracht worden, nemen de buistussenstukken ook verschillende corresponderende posities ten opzichte van elkaar in.

Dankzij de borging met behulp van één of meerdere uitsteeksels en/of één of meerdere holtes wordt het ongewenst ten opzichte van elkaar verschuiven van de buistussenstukken beperkt. Zo wordt ook het loskomen van de buisstukken of het beschadigd raken van de buistussenstukken beperkt.

Om deze borging te realiseren kunnen hierbij bijvoorbeeld één of meerdere uitsteeksels van het eerste buistussenstuk aangrijpen in één of meerdere corresponderende holtes in of naast het tweede buistussenstuk, of omgekeerd. Het is ook mogelijk dat beide buistussenstukken zowel voorzien zijn van één of meerdere uitsteeksels als van één of meerdere holtes, waarbij dan corresponderende uitsteeksels in corresponderende holtes kunnen aangrijpen. Het is verder ook mogelijk dat beide buistussenstukken bijvoorbeeld voorzien zijn van holtes, waarbij een bijkomend koppelstuk in beide holtes aangebracht wordt om de borging te realiseren. Een dergelijke koppelstuk dient dan zo voorzien te worden dat dit het op elkaar aanbrengen van de oplegvlakken niet hindert.

Bij voorkeur is het oplegvlak van elk buistussenstuk voorzien van één of meerdere uitsteeksels en/of één of meerdere holtes, voor het ten opzichte van elkaar borgen

BE2017/5572 van de buistussenstukken in minstens één richting, in een vlak waarin de buizen elkaar kruisen.

De verdieping is bij voorkeur centraal opgesteld tussen een eerste aansluitstuk voor het hieraan koppelen van een eerste buisstuk en een tweede aansluitstuk voor het hieraan koppelen van een tweede buisstuk om zo deze buisstukken onderling te koppelen. De verdieping is bij voorkeur voorzien met een geleidelijke overgang naar deze aansluitstukken toe om de drukverliezen zoveel mogelijk te beperken. De verdieping is verder bij voorkeur verbreed uitgevoerd, om ervoor te zorgen dat overal zo goed mogelijk dezelfde doorlaat (of debiet) behouden blijft en drukverliezen zo veel mogelijk beperkt blijven.

Bij voorkeur is het oplegvlak van het eerste buistussenstuk voorzien van een genoemde holte en is het oplegvlak van het tweede buistussenstuk voorzien van een genoemd uitsteeksel, dat corresponderend met deze holte is uitgevoerd, zodat dit uitsteeksel bij het op elkaar aanbrengen van de oplegvlakken in minstens één positie, in deze holte aangrijpt om de buistussenstukken ten opzichte van elkaar te borgen.

Meer specifiek kan het oplegvlak van het tweede buistussenstuk bijkomend voorzien zijn van een genoemde holte en kan het oplegvlak van het eerste buistussenstuk voorzien zijn van een genoemd uitsteeksel, dat corresponderend met deze holte is uitgevoerd, zodat dit uitsteeksel bij het op elkaar aanbrengen van de oplegvlakken in minstens één positie, in deze holte aangrijpt om de buistussenstukken ten opzichte van elkaar te borgen.

De laatstgenoemde holte in het eerste buistussenstuk en/of de laatstgenoemde holte in het tweede buistussenstuk worden bij voorkeur groefvormig uitgevoerd, waarbij het corresponderende uitsteeksel verschuifbaar in deze groefvormige holte aanbrengbaar is om de oplegvlakken in de verschillende posities op elkaar aan te brengen.

BE2017/5572

Op deze manier kan men de oplegvlakken eerst eenvoudig op elkaar aanbrengen waarbij de één of meerdere uitsteeksels in de één of meerdere corresponderende holtes aangrijpen. Daarna kan men de buistussenstukken ten opzichte van elkaar verschuiven, waarbij de één of meerdere uitsteeksels verschuiven in de één of meerdere corresponderende groefvormige holtes, tot de buistussenstukken de gewenste posities ten opzichte van elkaar aannemen.

Alternatief kunnen ook meerdere uitsteeksels en holtes voorzien worden, waarbij de uitsteeksels in andere holtes kunnen aangrijpen om de buistussenstukken andere posities ten opzichte van elkaar te laten aannemen. Hierbij dient men de buistussenstukken echter telkens ten opzichte van elkaar op te heffen om de onderlinge positie ervan te veranderen. Hiermee kunnen de buistussenstukken ook slechts in een beperkt aantal discrete posities ten opzichte van elkaar geplaatst worden. Met een uitsteeksel dat in een corresponderende groef verschuifbaar is kunnen bij verschuiven van het uitsteeksel tussen de uiterste posities van het uitsteeksel in de groef oneindig veel tussenliggende posities bereikt worden. Met behulp van meerdere uitsteeksels en holtes is het echter eenvoudiger om de buistussenstukken te borgen in alle richtingen in het vlak waarin de buizen elkaar kruisen.

Een genoemde groefvormige holte is verder bij voorkeur boogvormig uitgevoerd, zodat de buistussenstukken bij aangrijpen van elk corresponderend uitsteeksel in elke boogvormige holte, roteerbaar ten opzichte van elkaar zijn opgesteld om de oplegvlakken in de verschillende posities op elkaar aan te brengen.

In een dergelijke uitvoeringsvorm worden de buizen dan radiaal geborgd ten opzichte van het rotatiepunt waarrond ze roteerbaar zijn opgesteld.

De oplegvlakken en de één of meerdere uitsteeksels en/of één of meerdere holtes van een kruisopstelling volgens deze uitvinding zijn verder bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de oplegvlakken in elke positie waarin deze op elkaar aanbrengbaar zijn, elkaar over een zelfde oppervlakte raken. De grootte van het steunvlak tussen de

BE2017/5572 beide buistussenstukken blijft bij voorkeur in elk van deze posities behouden, wat de druksterkte van de kruisopstelling ten goede komt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is elk buistussenstuk zo uitgevoerd dat buisstukken die er mee gekoppeld zijn, evenwijdig aan elkaar en verschoven ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

Met een dergelijke opstelling van de buistussenstukken kunnen de buizen met een beperkte lengte van de verdiepingen onder een grotere rotatiehoek ten opzichte van elkaar verplaatst worden dan wanneer deze buisstukken in elkaars verlengde zijn opgesteld.

Om de buistussenstukken verder te borgen ten opzichte van elkaar is in elke positie bij voorkeur een begrenzing van de verdieping naast het oplegvlak van het eerste buistussenstuk voorzien ter borging van het tweede buistussenstuk in een richting, in een vlak waarin de buizen elkaar kruisen, die afwijkt van de eerstgenoemde richting. In elke positie is ook bij voorkeur een begrenzing van de verdieping naast het oplegvlak van het tweede buistussenstuk voorzien ter borging van het eerste buistussenstuk in een richting, in een vlak waarin de buizen elkaar kruisen, die afwijkt van de eerstgenoemde richting.

Met behulp van dergelijke bijkomende borgingen kan het risico op het ongewenst ten opzichte van elkaar verschuiven van de buistussenstukken tot een minimum herleid worden.

Bij voorkeur zijn het eerste buistussenstuk en het tweede buistussenstuk identiek aan elkaar uitgevoerd, zodat ze onderling inwisselbaar zijn.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende kruisopstelling volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking

BE2017/5572 van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in

- Figuur 1 een eerste buistussenstuk van een kruisopstelling volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld;

- Figuur 2 een kruisopstelling volgens deze uitvinding met het eerste buistussenstuk uit figuur 1 en een tweede buistussenstuk, dat losgemaakt is van het eerste buistussenstuk samen in perspectief zijn afgebeeld;

- Figuur 3 een kruisopstelling volgens deze uitvinding is afgebeeld in bovenaanzicht, met de buistussenstukken uit figuur 2 samengesteld in een eerste uiterste onderlinge positie;

- Figuur 4 een kruisopstelling volgens deze uitvinding is afgebeeld in bovenaanzicht, met de buistussenstukken uit figuur 2 samengesteld in een tweede uiterste onderlinge positie.

De afgebeelde kruisopstelling omvat een eerste buistussenstuk (1) en een tweede buistussenstuk (2).

Het eerste buistussenstuk (1) omvat een eerste aansluitstuk (3) ter aansluiting van een eerste buisstuk van een eerste buis en een tweede aansluitstuk (4) ter aansluiting van een tweede buisstuk van de eerste buis. Met dit eerste buistussenstuk (1) kunnen zo twee buisstukken van deze eerste buis gekoppeld worden.

Analoog omvat het tweede buistussenstuk (2) een eerste aansluitstuk (5) ter aansluiting van een eerste buisstuk van een tweede buis en een tweede aansluiting (6) ter aansluiting van een tweede buisstuk van de tweede buis. Met dit tweede buistussenstuk (2) kunnen zo twee buisstukken van deze tweede buis gekoppeld worden.

Beide buistussenstukken (1, 2) omvatten tussen de genoemde aansluitstukken (3, 4, 5

6) een verbrede verdieping met een oplegvlak (7, 8). Tussen het oplegvlak (7, 8) en

BE2017/5572 de aansluitstukken (3, 4, 5, 6) is de verbrede verdieping telkens begrensd door een geleidelijke overgang (13, 14).

Beide buistussenstukken (1, 2) kunnen ineen gepast worden door hen met hun oplegvlakken (7, 8) op elkaar aan te brengen. Eventueel kan tussen deze oplegvlakken (7, 8) een dempingselement aangebracht worden. In elk van de oplegvlakken (7, 8) is een uitsteeksel (9, 11) en een corresponderende boogvormige groef (10, 12) aangebracht. Bij op elkaar aanbrengen van de buistussenstukken (1, 2) met hun oplegvlakken (7, 8) op elkaar, grijpen de uitsteeksels (9, 11) in de corresponderende groeven (10, 12) aan. Daarna zijn de buistussenstukken (1, 2) roteerbaar ten opzichte van elkaar tussen een eerste uiterste hoek (α), die hier gelijk is aan 90°, zoals te zien is in figuur 3 en een tweede uiterste hoek (β), die hier gelijk is aan 45°, zoals te zien is in figuur 4. De uitsteeksels (9, 11) verschuiven hierbij in de corresponderende groeven (10, 12).

De uitsteeksels (9, 11) en de groeven (10, 12) zorgen voor een radiale borging van de buistussenstukken (1, 2) ten opzichte van elkaar. Deze buistussenstukken (1, 2) worden telkens in elke positie verder ten opzichte van elkaar geborgd door de begrenzingen (13, 14) van de verdiepingen naast de oplegvlakken (7, 8). Om de buistussenstukken (1, 2) toch over een hoek ten opzichte van elkaar te kunnen laten verdraaien, zijn de aansluitstukken (3, 4, 5, 6) van elk buistussenstuk (1, 2) telkens verschoven ten opzichte van elkaar opgesteld, zodanig dat de hiermee gekoppelde buisstukken evenwijdig aan elkaar en over een afstand x verschoven ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, zoals te zien is in de figuren 3 en 4. Op deze manier is de zijdelingse toegang tot de oplegvlakken (7, 8) gebogen uitgevoerd en dus groter dan de lengte ervan. Deze lengte van de oplegvlakken (7, 8) kan nagenoeg overeenstemmen met de breedte ervan, zodat de begrenzingen (13, 14) ervan als borging dienst kunnen doen.

Claims

CONCLUSIES

1. Kruisopstelling voor een eerste buis en een tweede buis die elkaar kruisen, omvattende

- een eerste buistussenstuk (1) voor het onderling koppelen van twee buisstukken van de eerste buis;

- een tweede buistussenstuk (2) voor het onderling koppelen van twee buisstukken van de tweede buis;

waarbij deze buistussenstukken (1, 2) elk een verdieping met een oplegvlak (7, 8) omvatten, waarbij de oplegvlakken (7, 8) in verschillende posities op elkaar aanbrengbaar zijn om de buizen te kruisen, met het kenmerk dat het oplegvlak (7, 8) van minstens één genoemd buistussenstuk (1, 2) voorzien is van één of meerdere uitsteeksels (9, 11) en/of één of meerdere holtes (10, 12), voor het ten opzichte van elkaar borgen van de buistussenstukken (1, 2) in minstens één richting, in een vlak waarin de buizen elkaar kruisen.
2. Kruisopstelling volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het oplegvlak (7, 8) van elk buistussenstuk (1, 2) voorzien is van één of meerdere uitsteeksels (9, 11) en/of één of meerdere holtes (10, 12), voor het ten opzichte van elkaar borgen van de buistussenstukken (1, 2) in minstens één richting, in een vlak waarin de buizen elkaar kruisen.
3. Kruisopstelling volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het oplegvlak (7) van het eerste buistussenstuk (1) voorzien is van een genoemde holte (10) en dat het oplegvlak (8) van het tweede buistussenstuk (2) voorzien is van een genoemd uitsteeksel (11), dat corresponderend met deze holte (10) is uitgevoerd, zodat dit uitsteeksel (11) bij het op elkaar aanbrengen van de oplegvlakken (7, 8) in minstens één positie, in deze holte (10) aangrijpt om de buistussenstukken (1, 2) ten opzichte van elkaar te borgen.

BE2017/5572
4. Kruisopstelling volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het oplegvlak (8) van het tweede buistussenstuk (2) voorzien is van een genoemde holte (12) en dat het oplegvlak (7) van het eerste buistussenstuk (1) voorzien is van een genoemd uitsteeksel (9), dat corresponderend met deze holte (12) is uitgevoerd, zodat dit uitsteeksel (9) bij het op elkaar aanbrengen van de oplegvlakken (7, 8) in minstens één positie, in deze holte (12) aangrijpt om de buistussenstukken (1, 2) ten opzichte van elkaar te borgen.
5. Kruisopstelling volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de laatstgenoemde holte (10) in het eerste buistussenstuk (1) en/of de laatstgenoemde holte (12) in het tweede buistussenstuk (2) groefvormig is uitgevoerd en dat het corresponderende uitsteeksel (11, 9) verschuifbaar in deze groefvormige holte (10, 12) aanbrengbaar is om de oplegvlakken (7, 8) in de verschillende posities op elkaar aan te brengen.
6. Kruisopstelling volgens conclusie 5, met het kenmerk dat elke groefvormige holte (10, 12) boogvormig is uitgevoerd, zodat de buistussenstukken (1, 2) bij aangrijpen van elk corresponderend uitsteeksel (9, 11) in elke boogvormige holte (10, 12), roteerbaar ten opzichte van elkaar zijn opgesteld om de oplegvlakken (7, 8) in de verschillende posities op elkaar aan te brengen.
7. Kruisopstelling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de oplegvlakken (7, 8) en de één of meerdere uitsteeksels (9, 11) en/of één of meerdere holtes (10, 12) zodanig zijn uitgevoerd dat de oplegvlakken (7, 8) in elke positie waarin deze op elkaar aanbrengbaar zijn, elkaar over een zelfde oppervlakte raken.
8. Kruisopstelling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk buistussenstuk (1, 2) zo is uitgevoerd dat buisstukken die er mee gekoppeld zijn, evenwijdig aan elkaar en verschoven ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

BE2017/5572
9. Kruisopstelling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in elke positie een begrenzing (13) van de verdieping naast het oplegvlak (7) van het eerste buistussenstuk (1) voorzien is ter borging van het tweede buistussenstuk (2) in een richting, in een vlak waarin de buizen elkaar kruisen, die afwijkt van de eerstgenoemde richting.
10. Kruisopstelling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in elke positie een begrenzing (14) van de verdieping naast het oplegvlak (8) van het tweede buistussenstuk (2) voorzien is ter borging van het eerste buistussenstuk (1) in een richting, in een vlak waarin de buizen elkaar kruisen, die afwijkt van de eerstgenoemde richting.
11. Kruisopstelling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste buistussenstuk (1) en het tweede buistussenstuk (2) identiek aan elkaar zijn uitgevoerd.