BE1022840B1 - Maaier voor een oogstmachine die een verplaatsbare maaibalktafel bevat - Google Patents

Maaier voor een oogstmachine die een verplaatsbare maaibalktafel bevat Download PDF

Info

Publication number
BE1022840B1
BE1022840B1 BE2015/5125A BE201505125A BE1022840B1 BE 1022840 B1 BE1022840 B1 BE 1022840B1 BE 2015/5125 A BE2015/5125 A BE 2015/5125A BE 201505125 A BE201505125 A BE 201505125A BE 1022840 B1 BE1022840 B1 BE 1022840B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cutter bar
bar table
inlet
mower
jack
Prior art date
Application number
BE2015/5125A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1022840A1 (nl
Inventor
Vooren Sandor Van
Tim Passchyn
Yvan C.C. Vandergucht
Original Assignee
Cnh Industrial Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Industrial Belgium Nv filed Critical Cnh Industrial Belgium Nv
Priority to BE2015/5125A priority Critical patent/BE1022840B1/nl
Priority to BR102016005065-0A priority patent/BR102016005065B1/pt
Priority to US15/064,267 priority patent/US9894834B2/en
Priority to EP16159068.2A priority patent/EP3066911B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022840A1 publication Critical patent/BE1022840A1/nl
Publication of BE1022840B1 publication Critical patent/BE1022840B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/127Control or measuring arrangements specially adapted for combines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D75/00Accessories for harvesters or mowers
    • A01D75/18Safety devices for parts of the machines
    • A01D75/187Removing foreign objects
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/006Control or measuring arrangements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/02Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having reciprocating cutters
    • A01D34/13Cutting apparatus
    • A01D34/14Knife-bars
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/02Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having reciprocating cutters
    • A01D34/28Adjusting devices for the cutter-bar
    • A01D34/286Adjustment of the cutter bar on a horizontal plane, i.e. to adjust the angle between the cutter bar and the tractor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/14Mowing tables
    • A01D41/148Telescopic headers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D61/00Elevators or conveyors for binders or combines
    • A01D61/002Elevators or conveyors for binders or combines transversal conveying devices
    • A01D61/004Elevators or conveyors for binders or combines transversal conveying devices with cylindrical tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D2101/00Lawn-mowers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D45/00Harvesting of standing crops

Abstract

Maaier voor een oogstmachine die een verplaatsbare maaibalktafel bevat. Er wordt een maaier (100) voor een maaidorser beschreven, waarbij de maaier een frame (110) bevat, een maaibalktafel (130) die beweegbaar op het frame (110) is aangebracht, waarbij de maaibalktafel (130) geconfigureerd is om rechtopstaande gewassen af te snijden, een inlaatvijzel (120) die aangebracht is op het frame (110) en geconfigureerd om het afgesneden gewas te ontvangen; daarbij is de inlaatvijzel (120) verder geconfigureerd om te draaien, tijdens een normale toestand, in een vooraf bepaalde richting, en om te draaien, tijdens een correctieve toestand, in een vooraf bepaalde omgekeerde richting, een actuatorgeheel (140) dat geconfigureerd is om de maaibalktafel (130) ten opzicht van het frame (110) te verplaatsen en daarbij een afstand tussen de maaibalktafel (130) en de inlaatvijzel (120) te veranderen, een besturingseenheid (170) om het actuatorgeheel (140) en de inlaatvijzel (120) te besturen, waarbij de besturingseenheid (170) geconfigureerd is om, bij ontvangst van een foutsignaal (176) dat een indicatie geeft over de behoefte om in de correctieve toestand te werken het actuatorgeheel (140) te besturen om de maaibalktafel (130) van de inlaatvijzel (120) weg te bewegen tot in een veilige werkpositie, vooraleer de inlaatvijzel (120) in de vooraf bepaalde omgekeerde richting te doen draaien.

Description

Maaier voor een oogstmachine die een verplaatsbare maaibalktafel bevat
TOEPASSINGSGEBIED VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op oogstmachines, meer bepaald op maaiers van zulke machines die een maaierframe en een maaibalkgeheel bevatten, waarbij het maaibalkgeheel verplaatsbaar is ten opzichte van het maaierframe om voor een goede gewasstroom te zorgen, door de afstand tussen de maaibalk en een inlaatvijzel van de maaier te verstellen.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Oogstmachines zoals maaidorsers zijn gewoonlijk uitgerust met een maaier voor het afsnijden van een gewas zoals graan en het transporteren van het geoogste gewas naar een tank van de oogstmachine.
Om het gewas af te snijden, kan zo'n maaier uitgerust zijn met een maaibalk, bestaande uit een reeks naast elkaar staande messen in een richting die in wezen loodrecht staat op een rijrichting van de oogstmachine.
Het afgesneden gewas wordt nadien ontvangen door een vijzel van de maaier (ook inlaatvijzel genoemd) die het afgesneden gewas naar binnen kan transporteren waar het opgeraapt wordt door een elevatorgeheel of dergelijke.
Gewoonlijk zijn zowel de maaibalk als de inlaatvijzel op een frame van de maaier aangebracht, waarbij de maaibalk verplaatsbaar kan zijn aangebracht. Daardoor kan de afstand tussen de inlaatvijzel en de maaibalk versteld worden. Deze aanpassing kan voordelig zijn om de maaier geschikt te maken voor verschillende gewashoogten. Om de aanpassing mogelijk te maken, kan een actuatorsysteem, dat bv. hydraulische actuators bevat, op de maaier worden aangebracht.
Bij gelegenheid kan het voorkomen dat geoogst gewas vast komt te zitten, bv. tussen de vijzel en het frame van de maaier. Als zich dat voordoet, is het belangrijk om dit gewas te verwijderen en naar de normale bedrijfstoestand terug te keren.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het is een voorwerp van deze uitvinding om een effectieve wijze te verschaffen om geoogst gewas dat in een maaier klem is komen te zitten te verwijderen.
Om zulk gewas op een doeltreffende wijze te verwijderen, verschaft deze uitvinding in een eerste aspect een maaier voor een maaidorser, waarbij de maaier bestaat uit; een frame; een maaibalktafel die beweegbaar op het frame is aangebracht, waarbij de maaibalktafel geconfigureerd is om rechtopstaande gewassen af te snijden; een inlaatvijzel die aangebracht is op het frame en geconfigureerd is om het afgesneden gewas te ontvangen; daarbij is de inlaatvijzel verder geconfigureerd om te draaien, tijdens een normale toestand, in een vooraf bepaalde richting, en om te draaien, in een correctieve toestand, in een vooraf bepaalde omgekeerde richting; een actuatorgeheel, dat geconfigureerd is om de maaibalktafel ten opzichte van het frame te verplaatsen, en daarbij een afstand tussen de maaibalktafel en de inlaatvijzel te veranderen; een besturingseenheid om het actuatorgeheel en de inlaatvijzel te besturen, waarbij de besturingseenheid geconfigureerd is om, bij ontvangst van een foutsignaal dat een indicatie geeft over de behoefte om in de correctieve toestand te werken: - het actuatorgeheel te besturen om de maaibalktafel van de inlaatvijzel weg te bewegen tot in een veilige werkpositie, vooraleer - de inlaatvijzel te besturen om in de vooraf bepaalde omgekeerde richting te draaien.
In overeenstemming met het eerste aspect van de uitvinding wordt een maaier verschaft voor een maaidorser, waarbij de maaier een frame bevat waarop een maaibalktafel en een inlaatvijzel zijn aangebracht. Tijdens de normale werking van de maaidorser waarop de maaier is aangebracht, snijdt de maaibalktafel, een rechtopstaand gewas, bv. graan of koolzaad af. De maaibalktafel is gewoonlijk aan de voorkant van de maaier aangebracht. Het afgesneden gewas wordt nadien door de inlaatvijzel ontvangen die, over het algemeen het afgesneden gewas naar een centrale positie van de maaier transporteert waar het gewas aan een elevator of ander transportmiddel wordt overgedragen, bv. om het afgesneden gewas naar een tank aan boord van de oogstmachine te transporteren.
Om geschikt te zijn voor het oogsten van verschillende types gewas, kan het voordelig zijn om de maaibalktafel op een verplaatsbare manier op het frame van de oogstmachine aan te brengen, d.w.z. zodat de afstand tussen de maaibalktafel en de inlaatvijzel versteld kan worden.
Over het algemeen wordt de efficiëntste oogstbewerking verwezenlijkt wanneer het afgesneden gewas juist voor de inlaatvijzel valt. Er zou moeten vermeden worden dat de afgesneden gewas bovenop de vijzel of te ver van de vijzel valt. Dus kan het nodig zijn om verschillende gewassen te kunnen oogsten, meer bepaald gewassen met een verschillende hoogte, om de afstand tussen de maaibalktafel en de inlaatvijzel te verstellen. De maaibalktafel kan voorbeeld relatief dichtbij de inlaatvijzel gebracht worden om kleine graangewassen te oogsten en relatief ver van de inlaatvijzel om graangewassen met een lange stengel of koolzaad te oogsten.
Om dus geschikt te zijn voor het oogsten van gewassen met verschillende groottes, bevat de maaier volgens deze uitvinding een actuatorgeheel om de maaibalktafel t.o.v. de inlaatvijzel te verplaatsen. In een uitvoeringsvorm kan het actuatorgeheel bv. geconfigureerd zijn om de maaibalktafel te verplaatsen in een in wezen horizontaal vlak in een richting die ruwweg evenwijdig is met een rijrichting van de oogstmachine.
In overeenstemming met deze uitvinding kunnen verschillende types actuators geschikt zijn om de verplaatsing van de maaibalktafel uit te voeren. Het actuatorgeheel kan bijvoorbeeld één of meer hydraulische, pneumatische of elektromagnetische actuators bevatten.
De oogstmachine volgens deze uitvinding bevat verder een besturingseenheid om het actuatorgeheel en de inlaatvijzel te besturen. Zulke besturingseenheid kan bv. één of meer processoren, microcontrollers of dergelijke bevatten.
Het besturen van een actuatorgeheel bestaat gewoonlijk in het opwekken van een stuursignaal of -commando, door de besturingseenheid, waarbij het signaal of commando toegevoerd wordt aan het actuatorgeheel om het actuatorgeheel op een bepaalde manier te laten werken. Als voorbeeld kan het stuursignaal een klep van een hydraulisch actuatorgeheel bedienen of kan het een stroom- of spanningsbron van een elektromagnetisch actuatorgeheel regelen.
De besturing van de inlaatvijzel bestaat gewoonlijk in het opwekken van een commando (bv. op basis van een ingangssignaal dat verschaft wordt door een gebruiker of een sensor) naar een aandrijving van de inlaatvijzel, om de inlaatvijzel in een bepaalde richting te doen draaien.
Dus door middel van het opwekken van commando's, kan de besturingseenheid van de maaier volgens deze uitvinding de draairichting van de inlaatvijzel en de positie van de maaibalktafel ten opzichte van de inlaatvijzel regelen.
In overeenstemming met het eerste aspect van deze uitvinding is de inlaatvijzel van de maaier geconfigureerd om, wanneer hij zich in een normale toestand bevindt, te draaien in een vooraf bepaalde richting, en, wanneer hij zich in een correctieve toestand bevindt, te draaien in een vooraf bepaalde omgekeerde richting. Binnen de betekenis van deze uitvinding kan de normale toestand bv. verwijzen naar een bedrijfstoestand waarbij een rechtopstaand gewas afgesneden wordt door de maaibalk en het afgesneden gewas door de inlaatvijzel getransporteerd wordt naar een centrale positie van de maaier, door de vijzel in een vooraf bepaalde richting te doen draaien.
Een correctieve toestand kan, binnen de betekenis van deze uitvinding bv. verwijzen naar een toestand waarbij geoogst of afgesneden gewas vast komt te zitten, bv. tussen het frame en de inlaatvijzel of ergens anders langs het transporttraject van het geoogste gewas en waarbij een draairichting van de inlaatvijzel omgekeerd moet worden om het gewas te verwijderen dat klem is komen te zitten.
De uitvinders hebben bedacht dat wanneer de draairichting van de inlaatvijzel omgekeerd wordt, er een risico is op beschadiging van de maaibalktafel en/of de inlaatvijzel, wanneer beide relatief dichtbij elkaar staan, nl. wanneer beide in een positie staan om relatief kleine graankorrels te oogsten.
Om zulke schade te vermijden aan ofwel de maaibalktafel of de inlaatvijzel, is de besturingseenheid van de maaier volgens de uitvinding geconfigureerd om, bij ontvangst van een foutsignaal dat een indicatie geeft over de behoefte om in de correctieve toestand te werken: - het actuatorgeheel te besturen om de maaibalktafel van de inlaatvijzel weg te bewegen tot in een veilige werkpositie, vooraleer - de inlaatvijzel te besturen om in de vooraf bepaalde omgekeerde richting te draaien.
Dus wordt in overeenstemming met deze uitvinding alleen een commando om de draairichting van de inlaatvijzel om te keren, vrijgegeven wanneer de maaibalktafel in een veilige werkpositie staat. In overeenstemming met deze uitvinding is een veilige werkpositie gedefinieerd als een relatieve positie van de inlaatvijzel en de maaibalktafel waarbij een vervorming of een opwaartse verplaatsing van de maaibalktafel er niet voor zou zorgen dat de maaibalktafel in een werkgebied van de inlaatvijzel binnendringt. Zo'n vervorming of opwaartse beweging van de maaibalktafel zou zich bv. voordoen wanneer het geoogste gewas klem raakt tussen het frame en de maaibalktafel. Er werd waargenomen dat, wanneer de inlaatvijzel in de omgekeerde richting draait, het geoogste gewas zich kan opstapelen tussen het frame en de maaibalktafel, waardoor het opgestapelde gewas de maaibalktafel omhoog drukt. Als dit zich voordoet wanneer de maaibalktafel zich dichtbij de inlaatvijzel bevindt, kan de maaibalktafel in het werkgebied van de inlaatvijzel binnenkomen, nl. het gebied of volume dat ingenomen wordt door de vijzel tijdens de werking. Wanneer de maaibalktafel het werkgebied van de inlaatvijzel binnenkomt of binnendringt, kunnen één ervan of beide beschadigd raken. Door de maaibalktafel in een veilige werkpositie te plaatsen, nl. voldoende ver van de inlaatvijzel, vooraleer de draairichting van de inlaatvijzel om te keren, kan schade aan hetzij de inlaatvijzel, de maaibalktafel of aan beide vermeden worden.
In een uitvoeringsvorm kan de besturing van het actuatorgeheel om de maaibalktafel naar de veilige werkpositie te verplaatsen, bv. gebaseerd zijn op een positiesignaal dat door een positiesensor aan de besturingseenheid wordt verschaft. Het positiesignaal kan bv. een positie van de maaibalktafel ten opzichte van de inlaatvijzel voorstellen.
In een uitvoeringsvorm kan de besturingseenheid geconfigureerd zijn om het actuatorgeheel te besturen om - wanneer het foutsignaal wordt ontvangen -de maaibalktafel naar de verst gelegen positie te verplaatsen, nl. naar de positie waarbij de maaibalktafel en de inlaatvijzel zich het verst van elkaar bevinden. In zo'n geval kan geen positiesignaal nodig zijn.
In overeenstemming met deze uitvinding is de besturingseenheid geconfigureerd om een foutsignaal te ontvangen dat een indicatie geeft van een behoefte om in de correctieve toestand te werken. Zo'n signaal kan bv. een signaal zijn dat verschaft wordt door een gebruiker, bv. de bestuurder van de oogstmachine of een signaal dat opgewekt wordt door een sensor, bv. een foutsensor die geconfigureerd is om een blokkering van geoogst gewas langs het transporttraject van het gewas te detecteren.
In een uitvoeringsvorm kan een gebruikersinterface verschaft zijn, bv. ondergebracht in de cabine van de oogstmachine, die de gebruiker in staat stelt het foutsignaal op te wekken dat aangeeft dat naar de correctieve toestand moet worden overgegaan.
In een uitvoeringsvorm kan het foutsignaal dat een indicatie geeft van de behoefte om in de correctieve toestand te werken, een camerabeeld zijn dat naar de cabine gestuurd wordt of kan het resultaat zijn van een effectieve meting van een eigenschap zoals een druk of elektrische weerstand (die een indicatie geeft van de densiteit van een gewasstroom) door een sensor.
In een tweede aspect van deze uitvinding, wordt een werkwijze verschaft voor het bedienen van een maaidorser, waarbij de werkwijze uit de volgende stappen bestaat: bij het werken in een normale toestand: - het afsnijden van een rechtopstaand gewas met behulp van een maaibalktafel; - het toevoeren van het afgesneden gewas aan een inlaatvijzel die in een voorafbepaalde richting draait; - het ontvangen van een foutsignaal dat aangeeft dat het nodig is om in een correctieve toestand te werken; en bij het werken in een correctieve toestand: - het verplaatsen van de maaibalktafel weg van de inlaatvijzel naar een veilige werkpositie en - het draaien van de inlaatvijzel in een vooraf bepaalde omgekeerde richting, waarbij de stap van het verplaatsen van de maaibalktafel weg van de inlaatvijzel uitgevoerd wordt vóór de stap van het draaien van de inlaatvijzel in een vooraf bepaalde omgekeerde richting. .
In een derde aspect van deze uitvinding wordt een drager van een computerprogramma verschaft die een via een computer leesbare instructies bevat die, wanneer ze uitgevoerd worden door een besturingseenheid van een maaier van een maaidorser, de besturingseenheid in staat stellen om de volgende stappen uit te voeren: - het besturen van de maaier om in een correctieve toestand te werken, en daarbij - een maaibalktafel te besturen om rechtopstaand gewas af te snijden; - het besturen van een inlaatvijzel van de maaier om in een vooraf bepaalde richting te draaien; - het ontvangen van een foutsignaal dat aangeeft dat er een behoefte is om in een correctieve toestand te werken; - het besturen van de maaier om in een correctieve toestand te werken, en daarbij - de maaibalktafel te regelen om hem van de inlaatvijzel weg naar een veilige werkpositie verplaatsen en - de inlaatvijzel te besturen om in een vooraf bepaalde omgekeerde richting te draaien, waarbij de stap van het besturen van de maaibalktafel om deze van de inlaatvijzel weg tot in een veilige werkpositie te verplaatsen, uitgevoerd wordt vóór de stap van het besturen van de inlaatvijzel om in een voorafbepaalde omgekeerde draairichting te draaien.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1 stelt een dwarsdoorsnede voor van een maaier volgens deze uitvinding;
Figuur 2 stelt een dwarsdoorsnede voor van een maaier volgens deze uitvinding in twee verschillende posities van de maaibalktafel;
Figuur 3 stelt een dwarsdoorsnede voor van een maaier volgens deze uitvinding waarbij de maaibalktafel in een positie staat die schade kan veroorzaken;
Figuur 4 stelt een dwarsdoorsnede voor van een maaier volgens deze uitvinding, waarbij de maaibalktafel in een veilige werkpositie staat;
Figuur 5 toont schematisch een stroomschema van een werkwijze volgens deze uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMEN
Figuur 1 stelt schematisch een dwarsdoorsnede voor van een uitvoeringsvorm van een maaier volgens deze uitvinding.
Zoals weergegeven, bevat de maaier een frame 110, een inlaatvijzel 120 en een maaibalktafel 130. De maaibalktafel 130 is beweegbaar of verplaatsbaar op het frame 100 aangebracht. In de getoonde uitvoeringsvorm is de maaibalktafel 130 aangebracht boven een bodemgedeelte 110.1 van het frame 100. Aan de voorkant 130.1, waarbij voorkant verwijst naar de voorkant wanneer de maaier 100 op een oogstmachine is aangebracht, is de maaibalktafel 130 uitgerust met een reeks snij gereedschappen 130.2 om een rechtopstaand gewas tijdens de werking af te snijden.
De uitvoeringsvorm zoals verder getoond bevat een actuatorgeheel 140 dat geconfigureerd is om de maaibalktafel 130 ten opzicht van het frame 110 te verplaatsen, door een afstand tussen de maaibalktafel 130 en de inlaatvijzel 120 te veranderen. Daardoor wordt een afstand d tussen de snij gereedschappen 130.2 en de inlaatvijzel 120 verstelbaar gemaakt. Door deze afstand aan te passen wordt een efficiënter oogsten van verschillende types gewassen mogelijk. Over het algemeen wordt de efficiëntste oogstbewerking verkregen bij gewas dat (door middel van de snijgereedschappen 130.2) vlak vóór de inlaatvijzel (aangeduid door in stippellijn weergegeven zone 150) wordt afgesneden. Er zou vermeden moeten worden dat het afgesneden gewas bovenop of te ver weg van de inlaatvijzel valt. Dus om geschikt te zijn voor verschillende gewassen, meer bepaald gewassen met een verschillende hoogte, kan het nodig zijn om de afstand tussen de maaibalktafel 130 en de inlaatvijzel 120 te verstellen. Figuur 2 toont schematisch de maaier volgens Figuur 1 in twee extreme posities van de afstand d tussen de inlaatvijzel 120 en de maaibalktafel 130, meer bepaald de snij gereedschappen 130.2 van de maaibalktafel. In Figuur 2(b) is de maaibalktafel 130 relatief dichtbij de inlaatvijzel 120 geplaatst wat leidt tot een minimumafstand dmin tussen de snij gereedschappen 130.2 en de inlaatvijzel 120. Dit kan een geschikte positie zijn voor het oogsten van kleine graangewassen. In Figuur 2(a) is de maaibalktafel 130 relatief ver van de inlaatvijzel 120 geplaatst, wat leidt tot een maximumafstand dmax tussen de snijgereedschappen 130.2 en de inlaatvijzel 120. Dit kan een geschikte positie zijn voor het oogsten van graangewassen met lange stengels of koolzaad. Gewoonlijk kan een relatieve verplaatsing van de maaibalktafel en het bodemgedeelte 110.1 langs de horizontale richting (X-richting) in een bereik van 40 - 70 cm voldoende zijn om verschillende types gewassen te kunnen oogsten.
Figuur 1 toont verder schematisch een aandrijving 160 van de inlaatvijzel 120, waarbij de aandrijving 160 geconfigureerd is om de inlaat te draaien rond een as loodrecht op het weergegeven XZ-vlak, nl. in een richting zoals aangegeven door de pijl 162. Tijdens de normale werking van de maaidorser waarop de maaier is aangebracht, snijdt de maaibalktafel, die aan de voorkant van de maaier is gelegen, een rechtopstaand gewas, bv. graan of koolzaad, af: Het afgesneden gewas wordt nadien ontvangen door de inlaatvijzel die, over het algemeen het afgesneden gewas transporteert naar een centrale positie van de maaier waar het gewas overgedragen wordt aan een elevator of een ander transportmiddel, bv. om het afgesneden gewas naar een tank aan boord van de oogstmachine te transporteren. Om het gewas naar de centrale positie te transporteren, moet de inlaatvijzel 120 in een vooraf bepaalde richting draaien, bv. rechtsom. De bedrijfstoestand waarin het gewas naar de centrale positie getransporteerd wordt, wordt beschouwd, binnen de betekenis van deze uitvinding als de normale bedrijfstoestand. Wanneer de inlaatvijzel in een omgekeerde richting zou draaien, bv. linksom, zou het afgesneden gewas niet opgeraapt en niet getransporteerd worden naar de centrale positie. Zo'n rotatie van de inlaatvijzel in een omgekeerde richting kan nodig zijn ingeval afgesneden gewas klem is geraakt tussen de vijzel en het frame of elders langs het transporttraject van het afgesneden gewas. Door de draairichting van de inlaatvijzel om te keren, kan het gewas dat geklemd geraakt is, vrijgemaakt worden. Dus wordt de bedrijfstoestand waarbij de inlaatvijzel in de omgekeerde richting draait (omgekeerd ten opzichte van de draairichting in de normale toestand), in deze uitvinding de correctieve toestand genoemd.
Figuur 1 geeft verder schematisch een besturingseenheid 170 weer voor het besturen van het actuatorgeheel 140 en de inlaatvijzel 120. Door middel van een stuursignaal 172 voor het besturen van de actuator en stuursignaal voor het besturen van de vijzel 174 kunnen het actuatorgeheel 140 en de aandrijving 160 van de inlaatvijzel 120 bestuurd worden. In een uitvoeringsvorm kan de besturingseenheid 170 één of meer uitgangsaansluitklemmen bevatten voor het uitvoeren van de stuursignalen 172 en 174.
In overeenstemming met deze uitvinding is de besturingseenheid 170 geconfigureerd om een foutsignaal 176 te ontvangen dat een indicatie geeft van een behoefte om in de correctieve toestand te werken. Zo'n signaal kan bv. een signaal zijn dat verschaft wordt door een gebruiker, bv. de bestuurder van de oogstmachine of een signaal dat door een sensor wordt opgewekt, bv. een foutsensor die geconfigureerd is om een blokkering van geoogst gewas langs het transporttraject van het gewas te detecteren.
In een uitvoeringsvorm kan een gebruikersinterface verschaft zijn, bv. ondergebracht in de cabine van de oogstmachine, die de gebruiker in staat stelt het foutsignaal op te wekken dat aangeeft dat naar de correctieve toestand moet worden overgegaan.
In een uitvoeringsvorm kan het foutsignaal 176, dat een indicatie geeft van de behoefte om te werken in de correctieve toestand, een camerabeeld zijn dat naar de cabine gestuurd wordt of kan het resultaat zijn van een effectieve meting van een eigenschap zoals een druk of elektrische weerstand (die een indicatie geeft van de densiteit van een gewasstroom) door een sensor.
De besturingseenheid 170 zoals toegepast in deze uitvinding is verder geconfigureerd om, bij ontvangst van een foutsignaal dat een indicatie geeft over de behoefte om in de correctieve toestand te werken: - door het actuatorgeheel te besturen om de maaibalktafel van de inlaatvijzel weg te bewegen tot in een veilige werkpositie, vooraleer - de inlaatvijzel te besturen om in de vooraf bepaalde omgekeerde richting te draaien.
In overeenstemming met deze uitvinding wordt een bepaalde procedure voorgesteld ingeval een foutsignaal 176 wordt ontvangen. Veeleer dan louter de draairichting om te keren wanneer een foutsignaal wordt ontvangen of wanneer een bestuurder van de oogstmachine merkt dat de draairichting omgekeerd moet worden (bv. om het geoogste gewas dat klem is geraakt te verwijderen), stelt deze uitvinding voor om de maaibalktafel weg van de inlaatvijzel te verplaatsen tot in een veilige werkpositie, vooraleer een commando te geven om de inlaatvijzel in de omgekeerde richting te laten draaien.
Daardoor kan schade aan de inlaatvijzel of aan de maaibalktafel of aan beide worden vermeden. Dit wordt schematisch geïllustreerd in Figuur 3. Figuur 3 illustreert schematisch een mogelijk scenario ingeval de inlaatvijzel 120 in een omgekeerde richting draait wanneer de maaibalktafel 130 zich dichtbij de inlaatvijzel 120 bevindt, vergelijkbaar met de posities die weergegeven zijn in Figuur 2(b). In zulke situatie kan het draaien van de inlaatvijzel 120 in de omgekeerde richting (zoals aangegeven door de pijl 300) leiden tot het transporteren van afgesneden gewas vanuit de inlaatvijzel 120 naar de maaibalktafel 130 (in plaats van in de normale richting van de maaibalktafel 130 naar de inlaatvijzel 120), zoals aangegeven door de pijl 310. Als gevolg daarvan kan het afgesneden gewas zich in de zone tussen het frame 110 en de maaibalktafel 130 opstapelen, meer bepaald tussen het onderste deel 110.1 van de frame 110 en een achterste einddeel 130.3 van de maaibalktafel 130, waarbij dit gebied schematisch wordt aangegeven door de stippellijn 320. Als gevolg daarvan kan het opgehoopte gewas de maaibalktafel omhoog duwen of vervormen. Als gevolg daarvan kan, wegens de relatief kleine afstand tussen de inlaatvijzel en de maaibalktafel (geïllustreerd door de afstand dmm), een achterrand 130.4 van de maaibalktafel 130 contact maken met de inlaatvijzel 120, d.w.z. dat het achterste gedeelte van de maaibalktafel het werkgebied van de inlaatvijzel 120 kan binnentreden, waarbij het werkgebied of-volume de omhulling is van het volume dat ingenomen wordt door de inlaatvijzel tijdens de werking. Wanneer dit gebeurt, kunnen ofwel de inlaatvijzel of de maaibalktafel beschadigd raken. Om zulke schade te vermijden, stelt deze uitvinding voor om het actuatorgeheel 140 te besturen om de maaibalktafel 130 van de inlaatvijzel 120 weg tot in een veilige werkpositie te verplaatsen, vooraleer de inlaatvijzel 120 in de vooraf bepaalde omgekeerde richting te doen draaien.
Binnen de betekenis van deze uitvinding wordt “veilige werkpositie” gebruikt om een positie van de maaibalktafel aan te geven ten opzichte van de inlaatvijzel die voldoende ruim is om te vermijden, wanneer de maaibalktafel omhoog zou worden bewogen of zou vervormen, dat de maaibalktafel in contact kan komen met de inlaatvijzel. In Figuur 4 wordt de maaibalktafel 130 in zo'n veilige werkpositie weergegeven. Vergeleken met de positie die getoond wordt in Figuur 3, bevindt de maaibalktafel 130 zich in een meer voorwaartse positie, nl. verder weg van de inlaatvijzel 120. In de weergegeven positie zou een mogelijke vervorming of omhoogdrukken van het achterste gedeelte van de maaibalktafel (het vervormde of omhooggetilde achterste gedeelte wordt hier aangegeven door de stippellijn 400) niet leiden tot contact van de maaibalktafel met de inlaatvijzel 120, zodat de weergegeven positie dus een veilige werkpositie vormt.
In een uitvoeringsvorm kan de besturing van het actuatorgeheel om de maaibalktafel naar de veilige werkpositie te verplaatsen, bv. gebaseerd zijn op een positiesignaal 178 dat door een positiesensor 410 aan de besturingseenheid 170 toegevoerd wordt. Het positiesignaal kan bv. overeenkomen met een positie van de maaibalktafel 130 ten opzichte van de inlaatvijzel 120. In de getoonde uitvoeringsvorm is de positiesensor aangebracht op het bodemgedeelte 110.1 van het frame 110 waarop de maaibalktafel 130 beweegbaar is aangebracht. Zo'n sensor kan bv. een capacitieve of inductieve sensor zijn, of kan een systeem zijn voor het meten van de actuele positie zoals een incrementeel encodermeetsysteem of dergelijke.
In een uitvoeringsvorm kan de besturingseenheid 170 één of meer ingangsaansluitklemmen bevatten, bv. om een sensorsignaal 178 of een foutsignaal (signaal 176 in Figuur 1 of Figuur 4) te ontvangen en één of meer uitgangsaansluitklemmen om één of meer stuursignalen af te geven, zoals stuursignalen 172 en 174, zoals weergegeven in Figuur 1.
In een uitvoeringsvorm kan de besturingseenheid 170 geconfigureerd zijn om het actuatorgeheel 140 te besturen om de maaibalktafel 130 naar de verst afgelegen positie te verplaatsen, nl. naar de positie waarin de maaibalktafel en de inlaatvijzel op de grootste afstand van elkaar liggen, wanneer het foutsignaal (bv. signaal 176 zoals getoond in Figuur 1 of Figuur 4) wordt ontvangen. In zo'n geval kan geen positiesignaal nodig zijn. Zo'n verst weg gelegen positie kan bv. overeenkomen met de relatieve positie zoals weergegeven in Figuur 2 (b).
In overeenstemming met deze uitvinding is de besturingseenheid 170 geconfigureerd om een foutsignaal 176 te ontvangen dat een indicatie geeft van een behoefte om in de correctieve toestand te werken. Zo'n signaal kan bv. een signaal zijn dat verschaft wordt door een gebruiker, bv. de bestuurder van de oogstmachine of een signaal dat door een sensor wordt opgewekt, bv. een foutsensor die geconfigureerd is om een blokkering van geoogst gewas langs het transporttraject van het gewas te detecteren.
In een uitvoeringsvorm kan een gebruikersinterface verschaft zijn, bv. ondergebracht in de cabine van de oogstmachine, die de gebruiker in staat stelt het foutsignaal op te wekken dat aangeeft dat naar de correctieve toestand moet worden overgegaan.
In een uitvoeringsvorm kan het foutsignaal 176, dat een indicatie geeft van de behoefte om te werken in de correctieve toestand, een camerabeeld zijn dat naar de cabine gestuurd wordt of kan het resultaat zijn van een effectieve meting van een eigenschap zoals een druk of elektrische weerstand (die een indicatie geeft van de densiteit van een gewasstroom) door een sensor.
Deze uitvinding kan verder toegepast worden in een werkwijze voor het bedienen van een maaidorser. Figuur 5 toont schematisch een stroomschema van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens deze uitvinding.
De werkwijze volgens deze uitvinding bevat de volgende stappen wanneer gewerkt wordt in een normale toestand (500): - het afsnijden van rechtopstaand gewas met behulp van een maaibalktafel (510); - het toevoeren van het afgesneden gewas aan een inlaatvijzel die in een vooraf bepaalde richting draait (520); - het ontvangen van een foutsignaal dat aangeeft dat het nodig is om in een correctieve toestand te werken; (530); en wanneer gewerkt wordt in een correctieve toestand (540): - het verplaatsen van de maaibalktafel weg van inlaatvijzel naar een veilige werkpositie (550) en - het draaien van de inlaatvijzel in een vooraf bepaalde omgekeerde richting (560).
In overeenstemming met deze uitvinding wordt de stap van het verplaatsen van de maaibalktafel weg van de inlaatvijzel (550) uitgevoerd vooraleer de stap uit te voeren van het draaien van de inlaatvijzel in een vooraf bepaalde omgekeerde richting (560).
Deze uitvinding kan verder toegepast worden in een drager van een computerprogramma. Zulke drager van een computerprogramma kan bv. een gegevensdrager of een opslagmedium zijn waarop een set door een computer leesbare instructies zijn opgeslagen. In overeenstemming met deze uitvinding kunnen deze instructies uitgevoerd worden door een besturingseenheid van een maaier van een maaidorser, en de besturingseenheid in staat stellen om de volgende stappen uit te voeren: - het besturen van de maaier om in een correctieve toestand te werken, en daarbij - een maaibalktafel te besturen om rechtopstaand gewas af te snijden; - het besturen van een inlaatvijzel van de maaier om in een vooraf bepaalde richting te draaien; - het ontvangen van een foutsignaal dat aangeeft dat er een behoefte is om in een correctieve toestand te werken; - het besturen van de maaier om in een correctieve toestand te werken, en daarbij - de maaibalktafel te regelen om hem van de inlaatvijzel weg naar een veilige werkpositie verplaatsen en - de inlaatvijzel te besturen om in een vooraf bepaalde omgekeerde richting te draaien, waarbij de stap van het besturen van de maaibalktafel om deze van de inlaatvijzel weg tot in een veilige werkpositie te verplaatsen, uitgevoerd wordt vóór de stap van het besturen van de inlaatvijzel om in een voorafbepaalde omgekeerde draairichting te draaien.
Zoals vereist worden hier gedetailleerde uitvoeringsvormen van deze uitvinding onthuld; het is echter wel te verstaan dat de onthulde uitvoeringsvormen louter voorbeelden zijn van de uitvinding waarvan de uitvoering verschillende vormen kan aannemen. Zodoende mogen specifieke structurele en functionele details die hier onthuld worden, niet geïnterpreteerd worden als zijnde beperkend, maar louter als basis voor de conclusies en als een representatieve basis voor het aanleren van iemand die op de hoogte is van de stand van de techniek om op verschillende wijze deze uitvinding op virtueel elke passende detailstructuur te gebruiken. In dit opzicht dient te worden opgemerkt dat de opgegeven afmetingen alleen indicatief zijn voor een goed begrip en het bestek van de uitvinding niet beperken.
Verder zijn de termen en zinnen die hier gebruikt worden niet bedoeld als beperkend, maar veeleer om een te begrijpen beschrijving van de uitvinding te verschaffen.
De term "een", zoals hier gebruikt, wordt gedefinieerd als één of meerdere dan één.
De termen "een reeks", "meerdere", zoals hier gebruikt, zijn gedefinieerd als twee of meer dan twee. De term "een ander(e)", zoals hier gebruikt, is gedefinieerd als minstens een tweede of meer. De termen "met inbegrip van en/of met" of bevatten(d)", zoals hier gebruikt, zijn gedefinieerd als bevattende of bestaande uit (d.w.z., open taal, niet met uitzondering van andere elementen of stappen). De verwijzingstekens in de conclusies mogen niet geïnterpreteerd worden als beperkend voor de reikwijdte van de conclusies of de uitvinding.
Het loutere feit dat bepaalde maatregelen herhaaldelijk vermeld zijn in onderling verschillende vervolgconclusies betekent niet dat een combinatie van deze maatregelen niet voordelig gebruikt kan worden.

Claims (10)

  1. CONCLUSIES:
    1. Maaier ( 100) voor een maaidorser, waarbij de maaier bestaat uit; een frame (110); een maaibalktafel (130) die beweegbaar op het frame (110) is aangebracht, waarbij de maaibalktafel (130 ) geconfigureerd is om rechtopstaande gewassen af te snijden; een inlaatvijzel (120) die aangebracht is op het frame (110) en geconfigureerd om het afgesneden gewas te ontvangen; daarbij is de inlaatvijzel (120) verder geconfigureerd om te draaien, tijdens een normale toestand, in een voorafbepaalde richting, en om te draaien, tijdens een correctieve toestand, in een vooraf bepaalde omgekeerde richting; een actuatorgeheel (140) dat geconfigureerd is om de maaibalktafel (130) ten opzicht van het frame (110) te verplaatsen, en daarbij een afstand tussen de maaibalktafel (130) en de inlaatvijzel (120) te veranderen; een besturingseenheid (170) om het actuatorgeheel (140) en de inlaatvijzel (120) te besturen, waarbij de besturingseenheid (170) geconfigureerd is om, bij ontvangst van een foutsignaal (176) dat een indicatie geeft over de behoefte om in de correctieve toestand te werken: - het actuatorgeheel (140) te besturen om de maaibalktafel (130) van de inlaatvijzel (120) weg te bewegen tot in een veilige werkpositie, vooraleer - de inlaatvijzel (120) te besturen om in de vooraf bepaalde omgekeerde richting te draaien.
  2. 2. Maaier volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de maaibalktafel (130) beweegbaar boven een bodemgedeelte (110.1) van het frame (110) is aangebracht.
  3. 3. Maaier volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het actuatorgeheel (140) geconfigureerd is om de maaibalktafel (130) te verplaatsen in een in wezen horizontaal vlak in een richting die ruwweg evenwijdig is met een rijrichting van de oogstmachine.
  4. 4. Maaier volgens conclusie 1 of conclusie 2, met het kenmerk dat de besturingseenheid (170) een ingangsklem bevat voor het ontvangen van een foutsignaal (176).
  5. 5. Maaier volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de besturingseenheid (170) verder geconfigureerd is om: - op de ingangsaansluitklem, een positiesignaal (178) te ontvangen, dat representatief is voor een positie van de maaibalktafel (130), en - het actuatorgeheel (140) te besturen op basis van de positiesignalen (178).
  6. 6. Maaier volgens een of meerdere van de vorige conclusies, met het kenmerk dat het actuatorgeheel (140) één of meerdere hydraulische, pneumatische of elektromagnetische actuators bevat om de maaibalktafel te verplaatsen.
  7. 7. Maaier volgens een of meerdere van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de besturingseenheid (170) een uitgangsaansluitklem bevat om een actuatorstuursignaal (172) uit te sturen om het actuatorgeheel te besturen en een vijzelstuursignaal (174) om de inlaatvijzel (120) te besturen.
  8. 8. Maaidorser die een maaier bevat volgens een of meerdere van de vorige conclusies.
  9. 9. Werkwijze voor het bedienen van een maaidorser waarbij de werkwijze uit de volgende stappen bestaat: bij het werken in een normale toestand: - het afsnijden van een rechtopstaand gewas met behulp van een maaibalktafel; - het toevoeren van het afgesneden gewas aan een inlaatvijzel die in een vooraf bepaalde richting (520) draait; - het ontvangen van een foutsignaal dat aangeeft dat het nodig is om in een correctieve toestand te werken; en bij het werken in een correctieve toestand: - het verplaatsen van de maaibalktafel weg van de inlaatvijzel naar een veilige werkpositie; en - het draaien van de inlaatvijzel in een vooraf bepaalde omgekeerde richting, met het kenmerk dat de stap van het verplaatsen van de maaibalktafel weg van de inlaatvijzel uitgevoerd wordt vóór de stap van het draaien van de inlaatvijzel in een vooraf bepaalde omgekeerde richting.
  10. 10. Drager van een computerprogramma die via een computer leesbare instructies bevat die, wanneer ze uitgevoerd worden door een besturingseenheid van een maaier van een maaidorser, de besturingseenheid in staat stellen om de volgende stappen uit te voeren: - het besturen van de maaier om in een correctieve toestand te werken, en daarbij - een maaibalktafel te besturen om rechtopstaand gewas af te snijden; . - het besturen van een inlaatvijzel van de maaier om in een vooraf bepaalde richting te draaien; - het ontvangen van een foutsignaal dat aangeeft dat er een behoefte is om in een correctieve toestand te werken; - het besturen van de maaier om in een correctieve toestand te werken, en daarbij - de inlaatvijzel te besturen om in een vooraf bepaalde omgekeerde richting te draaien, met het kenmerk dat de stap van het besturen van de maaibalktafel om deze van de inlaatvijzel weg tot in een veilige werkpositie te verplaatsen, uitgevoerd wordt vóór de stap van het besturen van de inlaatvijzel om in een voorafbepaalde omgekeerde draairichting te draaien.
BE2015/5125A 2015-03-09 2015-03-09 Maaier voor een oogstmachine die een verplaatsbare maaibalktafel bevat BE1022840B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5125A BE1022840B1 (nl) 2015-03-09 2015-03-09 Maaier voor een oogstmachine die een verplaatsbare maaibalktafel bevat
BR102016005065-0A BR102016005065B1 (pt) 2015-03-09 2016-03-07 plataforma para uma colheitadeira, colheitadeira agrícola e método para operar uma colheitadeira
US15/064,267 US9894834B2 (en) 2015-03-09 2016-03-08 Header for a harvesting machine including a displaceable cutterbar table
EP16159068.2A EP3066911B1 (en) 2015-03-09 2016-03-08 Header for a harvesting machine including a displaceable cutterbar table

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5125A BE1022840B1 (nl) 2015-03-09 2015-03-09 Maaier voor een oogstmachine die een verplaatsbare maaibalktafel bevat

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1022840A1 BE1022840A1 (nl) 2016-09-20
BE1022840B1 true BE1022840B1 (nl) 2016-09-20

Family

ID=53488073

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5125A BE1022840B1 (nl) 2015-03-09 2015-03-09 Maaier voor een oogstmachine die een verplaatsbare maaibalktafel bevat

Country Status (4)

Country Link
US (1) US9894834B2 (nl)
EP (1) EP3066911B1 (nl)
BE (1) BE1022840B1 (nl)
BR (1) BR102016005065B1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP7072379B2 (ja) * 2017-06-26 2022-05-20 株式会社クボタ 収穫機
CN108934430B (zh) * 2018-07-09 2023-05-26 山东农业大学 具有强制下拉功能葵花收割台
DE102018218442A1 (de) * 2018-10-29 2020-04-30 Deere & Company Anordnung zur Steuerung des Betriebs eines Bandschneidwerks
DE102018220337A1 (de) * 2018-11-27 2020-05-28 Deere & Company Erntevorsatz mit verstellbarer Querförderschnecke
US11304370B2 (en) * 2019-10-24 2022-04-19 Cnh Industrial America Llc Reversible compression auger on harvesting header
US11497165B2 (en) 2019-10-24 2022-11-15 Cnh Industrial America Llc Controlled lateral belt reverse for draper head of agricultural combine
US20220167556A1 (en) * 2020-12-01 2022-06-02 Deere & Company Control systems for automated header reel repositioning, work machines incorporating the same, and methods of operating work machines
CN114600628A (zh) * 2022-03-14 2022-06-10 惠州工程职业学院 一种园林草坪用智能碎草养护设备
CN114846999A (zh) * 2022-03-25 2022-08-05 湖南农业大学 一种长度可调的收割机割台装置

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4011709A (en) * 1974-11-13 1977-03-15 Deere & Company Harvesting platform
US5261216A (en) * 1990-07-03 1993-11-16 Schumacher Gustav Reaping platform for harvesting machines
US6167686B1 (en) * 1999-07-30 2001-01-02 Deere & Company Tensioner for header of a harvester
EP2147589A1 (en) * 2008-07-22 2010-01-27 CNH Belgium N.V. Belt drive for a harvesting header with a movable cutterbar
WO2014023632A1 (de) * 2012-08-08 2014-02-13 Zürn Harvesting Gmbh & Co. Kg Schneidwerk

Family Cites Families (35)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4177626A (en) * 1977-04-21 1979-12-11 Massey-Ferguson Services N.V. Crop gathering apparatus
US4218864A (en) * 1978-07-03 1980-08-26 Sperry Corporation Drive reversing mechanism
US4444000A (en) * 1982-06-01 1984-04-24 Allis-Chalmers Corporation Harvester header construction
US4512139A (en) * 1983-12-12 1985-04-23 Sperry Corporation Drive reverser actuating mechanism
DE3407812A1 (de) 1984-03-02 1984-10-04 Wolfgang 7000 Stuttgart Gmelin Schneidtisch fuer einen maehdrescher
EP0250649B1 (en) 1986-06-24 1990-06-13 FORD NEW HOLLAND, INC. (a Delaware corp.) Header for harvesting machine
DE3674404D1 (de) 1986-06-24 1990-10-25 Ford New Holland Inc Schneidtisch fuer erntemaschine.
AT396860B (de) 1991-03-13 1993-12-27 Fuchsmeier Hermann Schneidwerk für mähdrescher od. dgl.
GB2289201A (en) * 1994-05-07 1995-11-15 Ford New Holland Nv Drive reversal for agricultural harvester
DE4432663A1 (de) 1994-09-14 1996-03-21 Same Spa Landwirtschaftliche Erntemaschine
DE19504244C2 (de) 1995-02-09 1996-12-12 Claas Ohg Selbstfahrender Mähdrescher mit zweigeteiltem Schneidtisch
US5778644A (en) * 1996-08-09 1998-07-14 Deere & Company Crop harvesting platform having a reversible drive for the reel, cutterbar center-feed augers and conditioner rolls
FR2813492B1 (fr) 2000-09-06 2006-09-01 Hydrotronic Barre de coupe pour moissonneuse-batteuse ou engin similaire
UA76007C2 (en) 2001-12-11 2006-06-15 Reaper for a combine harvester
DE10241216A1 (de) * 2002-09-06 2004-03-18 Deere & Company, Moline Nachweiseinrichtung zum Nachweis eines Gutstaus in einer Erntemaschine
US6651412B1 (en) 2002-10-29 2003-11-25 New Holland North America, Inc. Forward clutch drive for windrow header with positive reverse drive
DE10331197B4 (de) * 2003-07-10 2012-09-06 Deere & Company Erntegutaufnahmevorrichtung mit Fördergurtzusammenbau
PL1559668T3 (pl) * 2004-01-30 2007-12-31 Caljan Rite Hite Aps Teleskopowy przenośnik taśmowy
AT413692B (de) * 2004-02-11 2006-05-15 Tgw Transportgeraete Gmbh Zugmitteltrieb, insbesondere für eine fördereinrichtung
DE102004042437A1 (de) 2004-08-31 2006-03-16 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Vorsatzgerät für Erntemaschinen
GB2419650A (en) * 2004-10-27 2006-05-03 Cnh Belgium Nv Belt drive for a harvester with a movable cutter
EP1726202B1 (en) * 2005-05-25 2008-01-23 CNH Belgium N.V. Guard for a header of a harvester.
CA2527797C (en) * 2005-11-18 2010-06-22 Macdon Industries Ltd. Crop cutting header with speed control of driven element using valve profiling
US20070193243A1 (en) * 2006-02-10 2007-08-23 Schmidt James R Combine Harvester Draper Header Having Flexible Cutterbar
CA2563645C (en) * 2006-10-11 2011-05-17 Pierre Laganiere Extendable conveyor system
US20090107094A1 (en) * 2007-10-29 2009-04-30 Bich Gary L Automatic control system for a header of an agricultural harvesting machine and method of operation of the same
ATE532402T1 (de) 2008-07-08 2011-11-15 Cnh Belgium Nv Führung für ein erweiterbares erntevorsatzgerät
ATE512584T1 (de) * 2008-07-11 2011-07-15 Cnh Belgium Nv Erweiterbares vorsatzgerät für eine erntemaschine
US8186136B2 (en) 2009-04-03 2012-05-29 Deere & Company Agricultural harvester with a draper platform direction shuttle
US7971418B2 (en) * 2009-07-09 2011-07-05 Deere & Company Header with extendible cutter bar
US7992374B1 (en) 2010-04-06 2011-08-09 Cnh America Llc Agricultural plant cutting header with fore and aft adjustable flexible cutterbar having automatic preload adjustment
DE102010046862A1 (de) 2010-09-29 2012-03-29 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Schneidwerk für eine selbstfahrende Erntemaschine
US8241098B1 (en) * 2011-05-12 2012-08-14 Latimer Leslie B Adjustable conveyor assembly for a combine
DE102013208957A1 (de) 2013-05-15 2014-11-20 Deere & Company Schneidwerk mit einem längenverstellbaren Schneidtisch
US20150195991A1 (en) * 2014-01-15 2015-07-16 Cnh America Llc Header height control system for an agricultural harvester

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4011709A (en) * 1974-11-13 1977-03-15 Deere & Company Harvesting platform
US5261216A (en) * 1990-07-03 1993-11-16 Schumacher Gustav Reaping platform for harvesting machines
US6167686B1 (en) * 1999-07-30 2001-01-02 Deere & Company Tensioner for header of a harvester
EP2147589A1 (en) * 2008-07-22 2010-01-27 CNH Belgium N.V. Belt drive for a harvesting header with a movable cutterbar
WO2014023632A1 (de) * 2012-08-08 2014-02-13 Zürn Harvesting Gmbh & Co. Kg Schneidwerk

Also Published As

Publication number Publication date
EP3066911B1 (en) 2018-08-22
BE1022840A1 (nl) 2016-09-20
US9894834B2 (en) 2018-02-20
US20160262308A1 (en) 2016-09-15
BR102016005065A2 (pt) 2016-09-13
EP3066911A1 (en) 2016-09-14
BR102016005065B1 (pt) 2021-03-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1022840B1 (nl) Maaier voor een oogstmachine die een verplaatsbare maaibalktafel bevat
AU2017323562B2 (en) Header height control system with multiple height sensors
US9781880B2 (en) Control of base cutter height for multiple row sugar cane harvesters
EP3087819A2 (en) Harvesting head height control circuit
EP2774472B1 (en) Load control system and method for an agricultural harvester
US6651411B1 (en) Fore/aft position sensor for a harvesting reel
US20230354748A1 (en) Basecutter automated height calibration for sugarcane harvesters
JP5498350B2 (ja) コンバインの穀粒排出構造
US20230134768A1 (en) Header height control for combine harvester
JP3004256B2 (ja) コンバイン
JPS5951966B2 (ja) 移動収穫機における作業高さ自動制御装置
JP3670056B2 (ja) コンバイン
JP3186694B2 (ja) コンバイン用脱穀装置の穀稈供給装置
JP2018033319A (ja) コンバイン
US20210282319A1 (en) Agricultural apparatus
KR20240006515A (ko) 콤바인 및 방법
JPS6030905Y2 (ja) コンバインの刈高さ制御装置
JP3457712B2 (ja) コンバイン
EP4175456A1 (en) Automatic height control for sugarcane harvesters
JP2019129724A (ja) コンバイン
JP5576243B2 (ja) コンバインの穀粒排出構造
JP4960937B2 (ja) コンバインの変速制御装置
JP2001224216A (ja) コンバインにおける補助刈刃装置の姿勢制御装置
JP2017147976A (ja) コンバイン
JPS61141812A (ja) コンバインにおける刈取部保護装置