BE1020294A3 - Telescopische tribune met automatisch op-en neerklapbare stoelen. - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een telescopische tribune (1) waarvan een stoel (4,5,6,7) op een eerste platform (2) op- en neerklapbaar is bij het in- en uitschuivem van dit platform (2) ten opzichte van een tweede platform (3), doordat geleidingsmiddelen (9) aan de stoelpoot (5) geleid worden volgens een geleidingscurve (16) aan de onderzijde van het tweede platform (3), zodat de scharnierende beweging van de stoelpoot (5) bij uitschuiven pas aanvangt nadat en bij inschuiven is beëindigd wanneer het eerste platform (2) voor de helft is uit-, respectievelijk ingeschoven. Deze uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het aanpassen van een bestaade telescopische tribune tot een tribune (1) volgens deze uitvinding.

Description

TELESCOPISCHE TRTBIJNE MET AUTOMATISCH OP- EN NEERKLAPBARE STOELEN

Deze uitvinding betreft een telescopische tribune, omvattende minstens een eerste platform en minstens een tweede platform, waarbij het eerste platform verschuifbaar is ten opzichte van het tweede platform tussen een ingeschoven positie waarbij het eerste platform zich nagenoeg volledig onder het tweede platform bevindt en een uitgeschoven positie waarbij het eerste platform zich nagenoeg volledig naast het tweede platform uitstrekt en omvattende minstens één op- en neerklapbare stoel, omvattende een voet die op het eerste platform is bevestigd en een stoelpoot die scharnierend aan de voet is bevestigd, tussen een opgeklapte positie, waarin de stoel is opgeklapt en een neergeklapte positie, waarin de stoel is neergeklapt, waarbij in ingeschoven positie van het eerste platform de stoel zich in neergeklapte positie bevindt en zich nagenoeg volledig tussen het eerste en het tweede platform uitstrekt, en in uitgeschoven positie van het eerste platform de stoel zich in opgeklapte positie bevindt en omvattende een veer die tussen de voet en de stoelpoot is bevestigd, en die een kracht op de stoelpoot uitoefent om de stoelpoot naar de opgeklapte positie te brengen, waarbij de tribune eerste geleidingsmiddelen omvat, die verbonden zijn met de stoelpoot en tweede geleidingsmiddelen omvat, die verbonden zijn met het tweede platform, voor het geleiden van de scharnierende beweging van de stoelpoot tijdens de in- en uitschuifbeweging van het eerste platform.

Telescopische tribunes kunnen enerzijds tribunes zijn die zijn opgesteld in een zaal, waar men afhankelijk van het gebruik van de zaal ofwel de vloer vrij wenst te hebben, voor optredens waarbij het publiek rechtstaat, of voor het plaatsen van tafels en stoelen, of voor sportactiviteiten op deze vloer, ofwel een zittribune wenst, die de volledige vloer inneemt, bijvoorbeeld voor optredens waarbij het publiek neerzit, enz. Dergelijke telescopische tribunes kunnen anderzijds ook eenvoudig transporteerbare zittribunes zijn, die men bij transport compact zal inschuiven en ter plaatse bij een evenement zal uitschuiven. De stand van de techniek bij dergelijke telescopische tribunes omvat reeds heel wat tribunes die in een mum van tijd opgezet en ingeschoven kunnen worden. Ingeschoven kunnen deze uiterst compact zijn. Dergelijke tribunes omvatten steeds meerdere platformen die in ingeschoven toestand van de tribune boven elkaar zijn opgesteld en in uitgeschoven toestand van de tribune trapsgewijs ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.

Vaak zijn op de platformen van deze telescopische tribunes op- en neerklapbare stoelen aangebracht, die zich in neergeklapte toestand en in ingeschoven toestand van de tribune telkens tussen twee platformen uitstrekken. Deze op- en neerklapbare stoelen dienen echter bij plaatsing meestal handmatig opgeklapt te worden en bij inschuiven van de tribune handmatig neergeklapt te worden. Het handmatig op- en neerklappen van deze stoelen is echter verhoudingsgewijs een bijzonder tijdrovend en arbeidsintensief werk.

Daarom werden reeds meerdere pogingen ondernomen om telescopische tribunes te ontwikkelen om dit probleem minstens gedeeltelijk op te lossen.

Zo zijn in US 4,557,080 A en EP 0 969 166 Al reeds telescopische zittribunes beschreven waarbij de stoelen reeds automatisch neergeklap kunnen worden bij het inschuiven van de tribunes. Bij de stoelen uit de tribune uit US 4,557,080 A raken de stoelen nog vlug beschadigd door aanstoten van de achterzijde ervan tegen het bovenliggende platform om deze neer te klappen. In EP 0 969 166 Al is dit probleem reeds verholpen. Het uitklappen van de stoelen dient echter bij deze beide tribunes uit US 4,557,080 A en EP 0 969 166 Al nog steeds manueel te gebeuren.

In de telescopische tribunes uit WO 2010/058365 Al en US,063,392 A wordt de rugleuning van de stoelen wel reeds automatisch op- en neergeklapt. Een groot nadeel bij de hier gebruikte systemen is echter dat de zitting van deze stoelen vast op de platformen zijn gemonteerd. De tussenafstanden tussen de verschillende platformen kunnen echter niet steeds overeenstemmend met een aangename zithoogte uitgewerkt worden. Deze telescopische tribunes kunnen dan ook niet comfortabel uitgewerkt worden bij tussenafstanden tussen de platformen die afwijken van een aangename zithoogte.

In US 4,155,202 A, in EP 0 369 094 Al en in ES 2 200 650 Al zijn complexere oplossingen beschreven voor telescopische tribunes waarbij de stoelen automatisch op- en neerklapbaar zijn bij in- en uitschuiven van de platformen van de tribune. De stoelen zijn hierbij niet met hun zittingen, maar wel met stoelpoten op de platformen aangebracht, zodat de zithoogte bepaald wordt door de stoelen en niet langer door de tussenafstand tussen de platformen. De beschreven uitvoeringsvormen zijn echter bijzonder complexe oplossingen die in de praktijk moeilijk werkbaar kunnen uitgevoerd worden, een veelheid aan aangepaste (complexe) onderdelen vereisen, voor veel slijtage aan de onderdelen zorgen en commercieel gezien zeker niet haalbaar zijn. Bovendien treedt bij sommige uitvoeringsvormen beschadiging van de stoelen op bij inschuiven van de platformen (US 4,155,202 A eerste uitvoeringsvorm en ES 2 200 650 Al), ofwel of bijkomend wordt in gesloten stand de bovenzijde van de stoel steeds onder spanning tegen de onderzijde van het bovenliggende platform gedrukt (US 4,155,202 A eerste uitvoeringsvorm), zodat ook vlug slijtage door vermoeidheid van de onderdelen optreedt, ofwel of bijkomend zorgt de geleiding voor torsie op het bovenliggende platform (US 4,155,202 A tweede uitvoeringsvorm), wat bij in- en uitschuiven van de tribune moeilijk onder controle is te houden.

In JP 2003259930 A is een eenvoudigere manier beschreven om de stoelen van een telescopische tribune automatisch op- en neer te klappen, zonder beschadiging aan de stoelen. Hiervoor is echter een afzonderlijke aandrijving nodig per stoel nodig, wat bijzonder duur is en dus commercieel zeker niet haalbaar.

Het doel van deze uitvinding is dan Ook om de bovengenoemde problemen op te lossen en te voorzien in een goedkopere, robuustere en veiligere telescopische tribune met automatisch op- en neerklapbare stoelen. Het doel van deze uitvinding is eveneens te voorzien in een werkwijze voor het aanpassen van bestaande telescopische tribunes tot een tribune volgens deze uitvinding.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een telescopische tribune, omvattende minstens een eerste platform en minstens een tweede platform, waarbij het eerste platform verschuifbaar is ten opzichte van het tweede platform tussen een ingeschoven positie waarbij het eerste platform zich nagenoeg volledig onder het tweede platform bevindt en een uitgeschoven positie waarbij het eerste platform zich trapsgewijs nagenoeg volledig naast het tweede platform uitstrekt en omvattende minstens één op- en neerklapbare stoel, omvattende een voet die op het eerste platform is bevestigd en een stoelpoot die scharnierend aan de voet is bevestigd, schamierbaar tussen een opgeklapte positie, waarin de stoel is opgeklapt en een neergeklapte positie, waarin de stoel is neergeklapt, waarbij in ingeschoven positie van het eerste platform de stoel zich in neergeklapte positie bevindt en zich nagenoeg volledig tussen het eerste en het tweede platform uitstrekt, en in uitgeschoven positie van het eerste platform de stoel zich in opgeklapte positie bevindt en omvattende een veer die tussen de voet en de stoelpoot is bevestigd, en die een kracht op de stoelpoot uitoefent om de stoelpoot naar de opgeklapte positie te brengen, waarbij de tribune eerste geleidingsmiddelen omvat, die verbonden zijn met de stoelpoot en tweede geleidingsmiddelen omvat, die verbonden zijn met het tweede platform, voor het geleiden van de scharnierende beweging van de stoelpoot tijdens de in- en uitschuifbeweging van het eerste platform, waarbij de tweede geleidingsmiddelen onderaan het tweede platform zijn opgesteld en een geleidingscurve bepalen, voor het volgens deze geleidingscurve geleiden van de eerste geleidingsmiddelen, die zodanig is gevormd, dat de scharnierende beweging van de stoelpoot bij uitschuiven van het eerste platform pas aanvangt nadat het eerste platform minstens over de helft is uitgeschoven en bij inschuiven van het eerste platform de scharnierende beweging van de stoelpoot is beëindigd wanneer het eerste platform voor de helft is ingeschoven.

Met een beperkt aantal op maat gemaakte onderdelen (onder meer de geleidingscurve), kan op deze manier een goedkopere, robuustere en veiligere telescopische tribune gerealiseerd worden met automatisch op- en neerklapbare stoelen.

De genoemde geleidingsmiddelen van een telescopische tribune volgens de uitvinding kunnen ook dienst doen als geleidingsmiddelen voor het ten opzichte van elkaar geleiden van de verschillende platformen bij in- en uitschuiven ervan, zodat hiervoor niet langer afzonderlijke geleidingsmiddelen voorzien dienen te worden.

Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een dergelijke telescopische tribune volgens de uitvinding is de geleidingscurve zo opgesteld, dat de scharnierende beweging van de stoelpoot bij uitschuiven van het eerste platform pas aanvangt wanneer de eerste geleidingsmiddelen nagenoeg volledig door de geleidingscurve zijn geleid. Het opklappen van de stoelen start bij voorkeur zo laat mogelijk bij het uitschuiven van de respectievelijke platformen van de telescopische tribune en het neerklappen gebeurt bij voorkeur zo vroeg mogelijk bij het inschuiven van de respectievelijke platformen van de telescopische tribune.

De eerste geleidingsmiddelen van een telescopische tribune volgens deze uitvinding omvatten bij voorkeur één of meerdere geleidingswielen. Met dergelijke geleidingswielen kan wrijving tussen de verschillende geleidingsmiddelen bij geleiding beperkt worden.

De eerste geleidingsmiddelen zijn bij voorkeur verbonden aan de stoelpoot met behulp van een afstandshouder die zich nagenoeg dwars op de stoelpoot uitstrekt. Door een dergelijke afstandshouder te voorzien, is het eenvoudiger om ervoor te zorgen dat geen van de onderdelen van de stoel tegen het bovenliggende platform aanstoot bij op- en neerklappen van deze stoel.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van een telescopische tribune volgens de uitvinding vormen de stoelpoot en de afstandshouder bijkomende geleidingsmiddelen en is het tweede platform aan zijn kopzijde voorzien van een geleidingswiel, voor het geleiden van de stoelpoot en de afstandshouder, wanneer deze bij het in- en uitschuiven van het eerste platform ter hoogte van dit geleidingswiel komen.

De tweede geleidingsmiddelen van een telescopische tribune volgens deze uitvinding omvatten bij voorkeur een plaat waarin de genoemde geleidingscurve als een uitsparing is voorzien. Een dergelijke uitsparing kan hierbij bijvoorbeeld als een sleuf in een plaat geponst worden, waarbij de eerste geleidingsmiddelen dan bijvoorbeeld een staaf omvatten die doorheen deze sleuf is aangebracht, of een wiel die binnen deze sleuf verrolbaar is en tussen de randen van de sleuf gevat is. Alternatief en meer voorkeurdragend kan de uitsparing ook als een uitsparing in de rand van de plaat voorzien worden, waarbij de eerste geleidingsmiddelen tegen de rand van deze uitsparing worden gedrukt voor het geleiden ervan. Op deze manier kunnen bij defect, de verschillende onderdelen eenvoudiger vervangen worden. Ook is het met een dergelijke uitsparing in de rand van de plaat mogelijk om de ruimte tussen de verschillende platformen compacter uit te voeren.

De geleidingscurve van een telescopische tribune volgens deze uitvinding strekt zich, volgens de in- en uitschuifnchting van het eerste platform gezien, bij voorkeur weg van de kopzijde van het tweede platform nagenoeg evenwijdig aan het tweede platform uit en heeft naar de kopzijde van het tweede platform toe bij voorkeur een gebogen vorm, zodanig dat de eerste geleidingsmiddelen die door deze geleidingscurve worden geleid weg van de kopzijde nagenoeg evenwijdig aan dit tweede platform worden geleid en naar de kopzijde van het tweede platform toe dichter naar dit tweede platform toe worden geleid. Op deze manier is het mogelijk om de stoel zo lang mogelijk onbeweeglijk te houden bij in- en uitschuiven van het eerste platform, zodat de op- en neerklapbeweging van de stoelen van de tribune het in- en uitschuiven van de platformen zo min mogelijk beïnvloedt.

Meer specifiek kunnen hierbij de eerste geleidingsmiddelen naar de kopzijde van het tweede platform toe eerst dichter naar dit tweede platform toe worden geleid en daarna terug verder van dit tweede platform worden geleid.

Een telescopische tribune volgens deze uitvinding omvat verder bij voorkeur een vergrendelsysteem voor het vergrendelen van de op- en neerklapbare stoel in zijn opgeklapte positie.

Bij een bijzonder voorkeurdragende telescopische tribune volgens deze uitvinding met een vergrendelsysteem en genoemde bijkomende geleidingsmiddelen, omvat de geleidingscurve ter hoogte van de kopzijde van het tweede platform een holte, die deel uitmaakt van het vergrendelsysteem en maken de eerste geleidingsmiddelen, de afstandshouder en het geleidingswiel aan de kopzijde van het tweede platform deel uit van het vergrendelsysteem, waarbij de holte, de eerste geleidingsmiddelen, de afstandshouder en het geleidingswiel aan de kopzijde van het tweede platform zodanig zijn uitgevoerd, dat bij uitschuiven van het eerste platform en bij opklappen van de stoel, op het einde van de geleiding van de eerste geleidingsmiddelen volgens de geleidingscurve, de eerste geleidingsmiddelen in de holte worden getrokken, doordat de afstandshouder wordt geleid door het geleidingswiel en bij inschuiven van het eerste platform en bij neerklappen van de stoel, aan het begin van de geleiding van de eerste geleidingsmiddelen volgens de geleidingscurve, de eerste geleidingsmiddelen uit de holte worden getrokken, doordat de afstandshouder wordt geleid door het geleidingswiel.

Een telescopische tribune volgens deze uitvinding omvat verder bij voorkeur een duwketting als aandrijfiniddelen voor het aandrijven van de in- en uitschuifbeweging van het eerste platform. Bij bestaande tribunes worden meestal trommelmotoren ingezet voor aandrijving van de in- en uitschuifbeweging van de platformen. Wanneer deze trommelmotoren echter te veel kracht uitoefenen, slippen de platformen door op de vloer. Het is hiermee dan ook niet mogelijk om de zitjes mechanisch op en neer te klappen. Met een duwketting wordt het probleem van doorslippen opgelost. Alternatief, maar minder voorkeurdragend, zou bijvoorbeeld ook een aandrijfsysteem zoals beschreven in EP 0 369 094 Al ingezet kunnen worden om een telescopische tribune volgens deze uitvinding te realiseren.

Een telescopische tribune volgens de uitvinding omvat verder bij voorkeur ook ondersteuningselementen, die in uitgeschoven positie van het eerste platform de kopzijde van het tweede platform ondersteunen.

Een meer specifieke uitvoeringsvorm van een telescopische tribune volgens deze uitvinding omvat meerdere genoemde op- en neerklapbare stoelen op het eerste platform, waarbij de genoemde eerste geleidingsmiddelen verbonden zijn met de stoelpoten van meerdere van deze op- en neerklapbare stoelen, zodat dezelfde geleidingselementen ingezet worden om meerdere stoelen tegelijk op- en neer te klappen. Nog meer specifiek kunnen de tweede geleidingsmiddelen hierbij dan twee platen omvatten met een zelfde genoemde geleidingscurve, die aan weerzijden zijn opgesteld van de op- en neerklapbare stoelen die verbonden zijn met de eerste geleidingsmiddelen.

De veer van een telescopische tribune volgens de uitvinding is bij voorkeur een torsieveer.

Er kunnen naast de ontwikkeling van volledig nieuwe tribunes volgens deze uitvinding ook op een eenvoudige manier bestaande tribunes aangepast worden om tot een tribune volgens deze uitvinding te komen.

Het doel van deze uitvinding wordt dan ook verder bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het aanpassen van een telescopische tribune omvattende minstens een eerste platform en minstens een tweede platform, waarbij het eerste platform verschuifbaar is ten opzichte van het tweede platform tussen een ingeschoven positie waarbij het eerste platform zich trapsgewijs nagenoeg volledig onder het tweede platform bevindt en een uitgeschoven positie waarbij het eerste platform zich nagenoeg volledig naast het tweede platform uitstrekt, tot een telescopische tribune volgens de uitvinding zoals hierboven beschreven, omvattende het voorzien van minstens één op- en neerklapbare stoel, omvattende een voet die op het eerste platform wordt bevestigd en een stoelpoot die scharnierend aan de voet is bevestigd, tussen een opgeklapte positie, waarin de stoel is opgeklapt en een neergeklapte positie, waarin de stoel is neergeklapt, omvattende het voorzien van een veer tussen de stoelpoot en de voet, die een kracht op de stoelpoot uitoefent om de stoelpoot naar de opgeklapte positie te brengen, omvattende het voorzien van een geleidingscurve van een telescopische tribune volgens de uitvinding als tweede geleidingsmiddelen aan de onderzijde van het tweede platform en het voorzien van eerste geleidingsmiddelen van een telescopische tribune volgens de uitvinding als eerste geleidingsmiddelen aan de stoelpoot van de op- en neerklapbare stoel.

Zowel bij nieuwe tribunes volgens deze uitvinding als bij een dergelijke aanpassing van een bestaande tribune tot een tribune volgens deze uitvinding, laat de uitvinding toe om gebruik te maken van bestaande op- en neerklapbare stoelen, die dan verder voorzien kunnen worden van de verdere nodige middelen om deel te kunnen uitmaken van een tribune volgens deze uitvinding. Het is niet langer nodig om aangepaste stoelen te voorzien, zoals bij telescopische tribunes met automatisch open neerklapbare stoelen volgens de hierboven beschreven stand van de techniek.

Het doel van deze uitvinding wordt daarnaast ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het aanpassen van een telescopische tribune, omvattende minstens een eerste platform en minstens een tweede platform, waarbij het eerste platform verschuifbaar is ten opzichte van het tweede platform tussen een ingeschoven positie waarbij het eerste platform zich nagenoeg volledig onder het tweede platform bevindt en een uitgeschoven positie waarbij het eerste platform zich trapsgewijs nagenoeg volledig naast het tweede platform uitstrekt en omvattende minstens één op- en neerklapbare stoel, omvattende een voet die op het eerste platform is bevestigd en een stoelpoot die scharnierend aan de voet is bevestigd, tussen een opgeklapte positie, waarin de stoel is opgeklapt en een neergeklapte positie, waarin de stoel is neergeklapt, tot een telescopische tribune volgens de uitvinding zoals hierboven beschreven, omvattende het voorzien van een veer tussen de stoelpoot en de voet, die een kracht op de stoelpoot uitoefent om de stoelpoot naar de opgeklapte positie te brengen, omvattende het voorzien van een geleidingscurve van een telescopische tribune volgens de uitvinding als tweede geleidingsmiddelen aan de onderzijde van het tweede platform en het voorzien van eerste geleidingsmiddelen van een telescopische tribune volgens de uitvinding als eerste geleidingsmiddelen aan de stoelpoot van de op- en neerklapbare stoel.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van telescopische tribunes volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 een uitvoeringvorm van een telescopische tribune volgens deze uitvinding met twee platformen en één op- en neerklapbare stoel op het eerste platform, in ingeschoven positie, met de stoel in neergeklapte toestand, in perspectief is weergegeven; - figuur 2 de telescopische tribune uit figuur 1 in uitgeschoven positie, met de stoel in opgeklapte toestand, in perspectief is weergegeven; - figuur 3 de telescopische tribune uit figuur 1 in ingeschoven positie in dwarsdoorsnede, met de op- en neerklapbare stoel in zijaanzicht in neergeklapte positie, is weergegeven; - figuur 4 de telescopische tribune uit figuur 1 in gedeeltelijk uitgeschoven positie in dwarsdoorsnede, met de op- en neerklapbare stoel in zijaanzicht en in gedeeltelijk opgeklapte positie, is weergegeven; - figuur 5 de telescopische tribune uit figuur 1 in uitgeschoven positie in dwarsdoorsnede, met de op- en neerklapbare stoel in zijaanzicht en in opgeklapte positie, is weergegeven; - figuur 6 de stoel uit de telescopische tribune uit figuur 1, met de eerste en de tweede geleidingsmiddelen van deze tribune, in zijaanzicht in neergeklapte positie is weergegeven; - figuur 7 de stoel uit de telescopische tribune uit figuur 1, met de eerste en de tweede geleidingsmiddelen van deze tribune, in bovenaanzicht in neergeklapte positie is weergegeven; - figuur 8 de stoel uit de telescopische tribune uit figuur 1, met de eerste en de tweede geleidingsmiddelen van deze tribune, in perspectief in opgeklapte positie is weergegeven; - figuur 9 de stoel uit de telescopische tribune uit figuur 1, met de eerste en de tweede geleidingsmiddelen van deze tribune, in perspectief in neergeklapte positie is weergegeven.

De telescopische tribunes (1) in de figuren werden telkens voor de eenvoud slechts met twee platformen (2, 3) afgebeeld, waarbij op het onderste platform (het eerste platform (2)) telkens slechts één enkele op- en neerklapbare stoel (4, 5, 6, 7) werd aangebracht. Het spreekt voor zich dat volgens de hierna beschreven en afgebeelde principes een dergelijke tribune (1) met veel meer platformen (2, 3) kan gerealiseerd worden (zoals bij de bestaande tribunes) die in een ingeschoven positie zich hoofdzakelijk boven elkaar uitstrekken en in een uitgeschoven positie zich hoofdzakelijk trapsgewijs ten opzichte van elkaar uitstrekken. De verschillende platformen (2, 3) zouden uiteraard ook selectief in- en uitschuifbaar voorzien kunnen worden, zodat selectief gekozen kan worden welke platformen (2, 3) al dan niet inen uitgeschoven worden. Elk van de platformen (2, 3) kan verder ook van meerdere op- en neerklapbare stoelen (4, 5, 6, 7) voorzien worden, die dan bij voorkeur op elk platform (2, 3) op een rij staan (eveneens zoals bij bestaande tribunes het geval is). Bij voorkeur wordt de in- en uitschuifbeweging van de platformen (2, 3) van een dergelijke telescopische tribune (1) aangedreven met behulp van een duwketting, zoals bijvoorbeeld reeds beschreven is in EP 2 345 780 Al. Tussen de verschillende platformen (2, 3) zijn bij voorkeur telkens ondersteuningselementen (13) aangebracht, die in uitgeschoven positie van de onderliggende platformen (2), de kopzijde van de bovenliggende platformen (3) ondersteunen.

De voet (4) van de afgebeelde op- en neerklapbare stoel (4, 5, 6, 7) is op het eerste platform (2) bevestigd. De stoelpoot (5) van deze stoel (4, 5, 6, 7) is scharnierend aan de voet (4) bevestigd. Door scharnieren van de stoelpoot (5) is de stoel (4) verplaatsbaar tussen een opgeklapte positie, die in de figuren 2, 5 en 8 is afgebeeld en een neergeklapte positie, die in de figuren 1, 3, 6, 7 en 9 is afgebeeld. In de neergeklapte positie bevindt de stoel (4, 5, 6, 7) zich volledig tussen het eerste platform (2) en het tweede platform (3), zoals duidelijk te zien is in de figuren 1 en 3. Verder omvat de stoel (4, 5, 6, 7) een zitting (6) en een leuning (7), die bijvoorbeeld analoog kunnen uitgevoerd worden als bij bestaande dergelijke stoelen (4, 5, 6, 7) voor tribunes (1).

Bij uitschuiven van het eerste platform (2), waarbij dit platform (2) verschuift van een positie onder het tweede platform (3) tot een positie nagenoeg trapsgewijs voor het tweede platform (3), zal, zoals afgebeeld in de figuren 3 tot en met 5, de stoel (4, 5, 6, 7) automatisch opklappen. Omgekeerd zal, bij inschuiven van het eerste platform (2), waarbij dit platform (2) verschuift van de positie nagenoeg trapsgewijs voor het tweede platform (3) naar de positie onder het tweede platform (3), de stoel (4, 5, 6, 7) automatisch neerklappen.

Hiertoe is onderaan het tweede platform (3) een metalen plaat (8) bevestigd, waarin onderaan een uitsparing is voorzien, die een geleidingscurve (16) vormt, zoals duidelijk is te zien in de figuren 4-6 en 8-9. Aan de stoelpoot (5) is dan weer een afstandshouder (10) voorzien, die zich nagenoeg loodrecht op de stoelpoot (5) uitstrekt, zoals duidelijk is te zien in de figuren 3-6 en 8-9. De afstandshouder (10) is hier (zoals te zien is in de figuren 8 en 9) plaatvormig uitgevoerd, waarbij twee plaatdelen zich nagenoeg evenwijdig aan elkaar uitstrekken en nagenoeg loodrecht op de stoelpoot (5). Aan het uiteinde van deze afstandshouder (10) is tussen deze plaatdelen een geleidingswiel (9) bevestigd (zie figuren 7 en 9), dat geleidend tegen de geleidingscurve (16) is aangebracht, zodat bij in- en uitschuiven van het eerste platform (2), de beweging van de stoel (4, 5, 6, 7) minstens gedeeltelijk wordt geleid, doordat dit geleidingswiel (9) wordt geleid met behulp van de geleidingscurve (8). Tussen de stoelpoot (5) en de voet (4) van de stoel (4, 5, 6, 7) is hiertoe een torsieveer (11) aangebracht (zie figuur 7), die een kracht op de stoelpoot (5) uitoefent om de stoelpoot (5) naar de opgeklapte positie te brengen, zodat hierdoor het geleidingswiel (9) tegen de geleidingscurve (16) gedrukt blijft.

De geleidingscurve (16) strekt zich volgens de in- en uitschuiffichting van het eerste platform (2) gezien, weg van de kopzijde van het tweede platform (3) nagenoeg evenwijdig aan het tweede platform (3) uit, zodat bij in- en uitschuiven de stoel (4, 5, 6, 7) over meer dan de helft van de in- en uitschuifbeweging van het eerste platform (2) nagenoeg onbeweeglijk blijft. Naar de kopzijde van het tweede platform (3) toe heeft deze geleidingscurve (16) een gebogen vorm, waarbij het geleidingswiel (9) eerst dichter naar het tweede platform (3) toe beweegt en daarna terug verder ervan. Deze gebogen vorm initieert de schamierbeweging van de stoelpoot (5). Verder is de geleidingscurve (16) ter hoogte van de kopzijde van het tweede platform (3) voorzien van een holte (12), waarin en waaruit het geleidingswiel (9) wordt getrokken om de stoel (4, 5, 6, 7) in opgeklapte positie te vergrendelen, respectievelijk te ontgrendelen.

Aan zijn kopzijde is het tweede platform (3) verder voorzien van een geleidingswiel (15) voor het geleiden van de stoelpoot (5) van de stoel (4, 5, 6, 7), wanneer deze stoelpoot (5) bij in- en uitschuiven van het eerste platform (2) ter hoogte van de kopzijde van het tweede platform (3) komt.

Zoals is afgebeeld in de figuren 3 tot en met 5, wordt bij uitschuiven van het eerste platform (2), het geleidingswiel (9) aan het uiteinde van de afstandshouder (10) geleid door de geleidingscurve (16), zodat de stoel (4, 5, 6, 7) eerst over meer dan de helft van de schuifbeweging ingeklapt blijft. Pas wanneer het geleidingswiel (9) aan het gebogen deel van de geleidingscurve komt (dit is wanneer de zitting (6) en de leuning (7) nagenoeg voorbij de kopzijde van het tweede platform (3) komen), zal de stoel (4, 5, 6, 7) beginnen opklappen, zoals afgebeeld is in figuur 4, doordat de stoelpoot (5) onder invloed van de torsieveer (11) naar boven wordt gedrukt, en deze opwaartse beweging nu mogelijk wordt, doordat het geleidingwiel (9) naar het tweede platform (3) toe kan bewegen. De stoelpoot (5) wordt hierbij tegen de kopzijde van het tweede platform (3) aangedrukt, en wordt in zijn beweging geleid door het geleidingswiel (15) aan deze kopzijde. Bij verder uitschuiven van het eerste platform (2) wordt dit geleidingswiel (15) aan de kopzijde van het tweede platform (3) langs de stoelpoot (5) geleid, tot dit geleidingswiel (15) tegen de afstandshouder (10) aanstoot. Bij aanstoten van dit geleidingswiel (15) tegen de afstandshouder (10) en verder geleiden van dit geleidingswiel (15) langs deze afstandshouder (10) wordt het geleidingswiel (9) aan de stoel (4,5, 6, 7) in de holte (12) getrokken, zoals te zien is in figuur 5. Intussen is de stoelpoot (5) rechtgekomen en is de stoel (4, 5, 6, 7) volledig opgeklapt. Wanneer het geleidingswiel (9) aan de stoel (4, 5, 6, 7) in de holte (12) in de geleidingscurve (16) wordt getrokken, dan wordt de stoel (4, 5, 6, 7) in zijn opgeklapte positie geblokkeerd.

Omgekeerd, wanneer het eerste platform (2) terug wordt ingeschoven, wordt het geleidingswiel (9) aan de stoel (4, 5, 6, 7) eerst uit de holte (12) in de geleidingscurve (16) getrokken doordat de afstandshouder (10) wordt geleid door het geleidingswiel (15) aan de kopzijde van het tweede platform (3). Het geleidingswiel (15) aan de kopzijde van dit tweede platform (3) geleidt eerst initieel verder de kantelbeweging van de stoelpoot (5), tot het geleidingswiel (9) aan de stoel (4, 5, 6, 7) de geleiding terug ovemeemt en de beweging verder geleid wordt door het geleiden van dit geleidingswiel (9) aan de stoel (4, 5, 6, 7) tegen de geleidingscurve (16).

Een telescopische tribune zoals bijvoorbeeld beschreven in EP 2 345 780 Al kan eenvoudig omgebouwd worden tot een telescopische tribune (1) volgens deze uitvinding, door bijvoorbeeld de platformen (2, 3) te voorzien van rijen stoelen (4, 5, 6, 7) zoals hierboven beschreven en de bovenliggende platformen (3) te voorzien van een geleidingswiel (15) aan zijn kopzijde en een plaat (8) met geleidingscurve (16) aan zijn onderzijde.

Claims (17)

1. Telescopische tribune (1), omvattende minstens een eerste platform (2) en minstens een tweede platform (3), waarbij het eerste platform (2) verschuifbaar is ten opzichte van het tweede platform (3) tussen een ingeschoven positie waarbij het eerste platform (2) zich nagenoeg volledig onder het tweede platform (3) bevindt en een uitgeschoven positie waarbij het eerste platform (2) zich trapsgewijs nagenoeg volledig naast het tweede platform (3) uitstrekt en omvattende minstens één op- en neerklapbare stoel (4, 5, 6, 7), omvattende een voet (4) die op het eerste platform (2) is bevestigd en een stoelpoot (5) die scharnierend aan de voet (4) is bevestigd, schamierbaar tussen een opgeklapte positie, waarin de stoel (4, 5, 6, 7) is opgeklapt en een neergeklapte positie, waarin de stoel (4, 5, 6, 7) is neergeklapt, waarbij in ingeschoven positie van hét eerste platform (2) de stoel (4, 5, 6, 7) zich in neergeklapte positie bevindt en zich nagenoeg volledig tussen het eerste platform (2) en het tweede platform (3) uitstrekt, en in uitgeschoven positie van het eerste platform (2) de stoel (4, 5,6,1) zich in opgeklapte positie bevindt en omvattende een veer (11) die tussen de voet (4) en de stoelpoot (5) is bevestigd, en die een kracht op de stoelpoot (5) uitoefent óm de stoelpoot (5) naar de opgeklapte positie te brengen, waarbij de tribune (1) eerste geleidingsmiddelen (9) omvat, die verbonden zijn met de stoelpoot (5) en tweede geleidingsmiddelen (8) omvat, die verbonden zijn met het tweede platform (3), voor het geleiden van de scharnierende beweging van de stoelpoot (5) tijdens de in- en uitschuifbeweging van het eerste platform (2), met het kenmerk dat de tweede geleidingsmiddelen (8) onderaan het tweede platform (3) zijn opgesteld en een geleidingscurve (16) bepalen, voor het volgens deze geleidingscurve (16) geleiden van de eerste geleidingsmiddelen (9), die zodanig is gevormd, dat de scharnierende beweging van de stoelpoot (5) bij uitschuiven van het eerste platform (2) pas aanvangt nadat het eerste platform (2) minstens over de helft is uitgeschoven en bij inschuiven van het eerste platform (2) de scharnierende beweging van de stoelpoot (5) is beëindigd wanneer het eerste platform (2) voor de helft is ingeschoven.

2. Telescopische tribune (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de geleidingscurve (16) zo is opgesteld, dat de scharnierende beweging van de stoelpoot (5) bij uitschuiven van het eerste platform (2) pas aanvangt wanneer de eerste geleidingsmiddelen (9) nagenoeg volledig door de geleidingscurve (16) zijn geleid.

3. Telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste geleidingsmiddelen (9) één of meerdere geleidingswielen (9) omvatten.

4. Telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste geleidingsmiddelen (9) verbonden zijn aan de stoelpoot (5) met behulp van een afstandshouder (10) die zich nagenoeg dwars op de stoelpoot (5) uitstrekt.

5. Telescopische tribune (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de stoelpoot (5) en de afstandshouder (10) bijkomende geleidingsmiddelen vormen en dat het tweede platform (3) aan zijn kopzijde voorzien is van een geleidingswiel (15), voor het geleiden van de stoelpoot (5) en de afstandshouder (10), wanneer deze bij het in- en uitschuiven van het eerste platform (2) ter hoogte van dit geleidingswiel (15) komen.

6. Telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tweede geleidingsmiddelen (8) een plaat omvatten waarin de genoemde geleidingscurve (16) als een uitsparing is voorzien.

7. Telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de geleidingscurve (16) zich volgens de in- en uitschuifrichting van het eerste platform (2) gezien, weg van de kopzijde van het tweede platform (3) nagenoeg evenwijdig aan het tweede platform (3) uitstrekt en naar de kopzijde van het tweede platform (3) toe een gebogen vorm heeft, zodanig dat de eerste geleidingsmiddelen (9) die door deze geleidingscurve (16) worden geleid weg van de kopzijde nagenoeg evenwijdig aan dit tweede platform (3) worden geleid en naar de kopzijde van het tweede platform (3) toe dichter naar dit tweede platform (3) toe worden geleid.

8. Telescopische tribune (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de eerste geleidingsmiddelen (9) naar de kopzijde van het tweede platform (3) toe eerst dichter naar dit tweede platform (3) toe worden geleid en daarna terug verder van dit tweede platform (3) worden geleid.

9. Telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze tribune (1) een vergrendelsysteem (12, 9, 10, 15) omvat voor het vergrendelen van de op- en neerklapbare stoel (4, 5, 6, 7) in zijn opgeklapte positie.

10. Telescopische tribune (1) volgens conclusies 5 en 9, met het kenmerk dat de geleidingscurve (16) ter hoogte van de kopzijde van het tweede platform (3) een holte (12) omvat, die deel uitmaakt van het vergrendelsysteem (12, 9, 10, 15) en dat de eerste geleidihgsmiddelen (9), de afstandshouder (10) en het geleidingswiel (15) aan de kopzijde van het tweede platform (3) deel uitmaken van het vergrendelsysteem (12, 9, 10, 15), waarbij de holte (12), de eerste geleidingsmiddelen (9), de afstandshouder (10) en het geleidingswiel (15) aan de kopzijde van het tweede platform (3) zodanig zijn uitgevoerd, dat bij uitschuiven van het eerste platform (2) en bij opklappen van de stoel (4, 5, 6, 7), op het einde van de geleiding van de eerste geleidingsmiddelen (9) volgens de geleidingscurve (16), de eerste geleidingsmiddelen (9) in de holte (12) worden getrokken, doordat de afstandshouder (10) wordt geleid door het geleidingswiel (15) en bij inschuiven van het eerste platform (2) en bij neerklappen van de stoel (4, 5, 6, 7), aan het begin van de geleiding van de eerste geleidingsmiddelen (9) volgens de geleidingscurve (16), de eerste geleidingsmiddelen (9) uit de holte (12) worden getrokken, doordat de afstandshouder (10) wordt geleid door het geleidingswiel (15).

11. Telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze telescopische tribune (1) een duwketting omvat als aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de in- en uitschuifbeweging van het eerste platform (2).

12. Telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze tribune (1) ondersteuningselementen (13) omvat, die in uitgeschoven positie van het eerste platform (2) de kopzijde van het tweede platform (3) ondersteunen.

13. Telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze meerdere genoemde op- en neerklapbare stoelen (4, 5, 6, 7) op het eerste platform (2) omvat, waarbij de eerste geleidingsmiddelen (9) verbonden zijn met de stoelpoten (5) van meerdere van deze op- en neerklapbare stoelen (4, 5, 6, 7).

14. Telescopische tribune (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de tweede geleidingsmiddelen (8) twee platen met een zelfde genoemde geleidingscurve (16) omvatten, die aan weerzijden zijn opgesteld van de open neerklapbare stoelen (4, 5, 6, 7) die verbonden zijn met de eerste geleidingsmiddelen (9).

15. Telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de veer (11) een torsieveer is.

16. Werkwijze voor het aanpassen van een telescopische tribune (1) omvattende minstens een eerste platform (2) en minstens een tweede platform (3), waarbij het eerste platform (2) verschuifbaar is ten opzichte van het tweede platform (3) tussen een ingeschoven positie waarbij het eerste platform (2) zich trapsgewijs nagenoeg volledig onder het tweede platform (3) bevindt en een uitgeschoven positie waarbij het eerste platform (2) zich nagenoeg volledig naast het tweede platform (3) uitstrekt, tot een telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende het voorzien van minstens één op- en neerklapbare stoel (4, 5, 6, 7), omvattende een voet (4) die op het eerste platform (2) wordt bevestigd en een stoelpoot (5) die scharnierend aan de voet (4) is bevestigd, tussen een opgeklapte positie, waarin de stoel (4, 5, 6, 7) is opgeklapt en een neergeklapte positie, waarin de stoel (4, 5, 6, 7) is neergeklapt, omvattende het voorzien van een veer (11) tussen de stoelpoot (5) en de voet (4), die een kracht op de stoelpoot (5) uitoefent om de stoelpoot (5) naar de opgeklapte positie te brengen, omvattende het voorzien van een geleidingscurve (16) van een telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies als tweede geleidingsmiddelen (8) aan de onderzijde van het tweede platform (3) en het voorzien van eerste geleidingsmiddelen (9) van een telescopische tribune (1) volgens één van de voorgaande conclusies als eerste geleidingsmiddelen (9) aan de stoelpoot (5) van de op- en neerklapbare stoel (4, 5, 6, 7).

17. Werkwijze voor het aanpassen van een telescopische tribune (1), omvattende minstens een eerste platform (2) en minstens een tweede platform (3), waarbij het eerste platform (2) verschuifbaar is ten opzichte van het tweede platform (3) tussen een ingeschoven positie waarbij het eerste platform (2) zich nagenoeg volledig onder het tweede platform (3) bevindt en een uitgeschoven positie waarbij het eerste platform (2) zich trapsgewijs nagenoeg volledig naast het tweede platform (3) uitstrekt en omvattende minstens één op- en neerklapbare stoel (4, 5, 6, 7), omvattende een voet (4) die op het eerste platform (2) is bevestigd en een stoelpoot (5) die scharnierend aan de voet (4) is bevestigd, tussen een opgeklapte positie, waarin de stoel (4, 5, 6, 7) is opgeklapt en een neergeklapte positie, waarin de stoel (4, 5, 6, 7) is neergeklapt, tot een telescopische tribune (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 15, omvattende het voorzien van een veer (11) tussen de stoelpoot (5) en de voet (4), die een kracht op de stoelpoot (5) uitoefent om de stoelpoot (5) naar de opgeklapte positie te brengen, omvattende het voorzien van een geleidingscurve (16) van een telescopische tribune (1) volgens één van de conclusies 1 tot en met 15 als tweede geleidingsmiddelen (8) aan de onderzijde van het tweede platform (3) en het voorzien van eerste geleidingsmiddelen (9) van een telescopische tribune (1)’volgens één van de conclusies 1 tot en met 15 als eerste geleidingsmiddelen (9) aan de stoelpoot (5) van de op- en neerklapbare stoel (4, 5, 6, 7).