BE1018957A3 - Inrichting voor het beveiligen en het traceren van een container. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het beveiligen en het traceren van een container voorzien van een deur, welke inrichting (1) communicatiemiddelen (6) en één of meer sensoren (7) bevat daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) is uitgevoerd als een U-vormige beugel met een eerste (3) en een tweede been (4) die verbonden zijn door een verbindingselement (5), waarbij deze beugel is uitgevoerd om over de rand (12) of van de deuropening te worden bevestigd met het eerste been (3) aan de buitenkant en het tweede been (4) aan de binenkant van de container (13) en met het verbindingselement (5) tussen de rand van de deur (12) en van de deuropening als de deur gesloten is.

Description

Inrichting voor het beveiligen en het traceren van een container.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beveiligen en het traceren van een container.

Meer speciaal, heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het beveiligen en het traceren van een container voorzien van een deur, welke inrichting communicatiemiddelen en één of meer sensoren bevat.

Containers worden aangewend voor het vervoeren van allerlei goederen. In vele gevallen betreft het kostbare goederen zoals TV-toestellen, hifiketens en dergelijke. In zulke containers kunnen de goederen optimaal gestapeld en vervoerd worden.

Voornoemde containers beschikken steeds over een deur waarlangs de goederen in en .uit de container geladen kunnen worden. Over het algemeen bevindt de deur zich aan één van de wanden van de container. In andere gevallen kan de container langs boven geopend worden en bevindt de deur zich bovenaan de container.

Het transporteren en opslaan van kostbare producten houdt steeds een aantal risico's in. Een belangrijk risico hierbij is diefstal. Zo kan de beladen container ontvreemd worden of onrechtmatig worden opengebroken met als doel de goederen uit de container te halen.

Om voornoemde criminele praktijken vast te stellen en te kunnen sanctioneren, worden zulke containers op bekende wijze voorzien van een inrichting voor het beveiligen en het traceren ervan.

Het traceren wordt mogelijk gemaakt doordat de inrichting beschikt over communicatiemiddelen voor het ontvangen en/of versturen van data.

Traditioneel wordt voornoemde inrichting uitgerust met sensoren die het openen van de deur van de container registreren. Op die manier kan inbraak in de container worden vastgesteld.

Een inrichting voor het beveiligen en traceren van een container wordt zoals bekend aan de buitenkant van de container geplaatst om de goede werking van voornoemde communicatiemiddelen te garanderen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van schroeven om de inrichting op de container te bevestigen.

Een nadeel hierbij is dat de montage van de inrichting op de container heel wat tijd in beslag neemt. Het is dan ook de bedoeling om de inrichting zo veel als mogelijk op de container gemonteerd te laten.

Voorgaande impliceert dat niet alle inrichtingen nuttig kunnen worden aangewend vermits er ongetwijfeld een aantal zijn die op een lege container zijn gemonteerd en die met andere woorden niet nuttig worden aangewend.

Een ander nadeel bestaat erin dat zulke inrichting relatief eenvoudig toegankelijk is vermits deze aan de buitenkant van de container is geplaatst. Diefstal van de inrichting is hierdoor niet ondenkbaar.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een inrichting voor het beveiligen en het traceren van een container voorzien van een deur, welke 'inrichting communicatiemiddelen en één of meer sensoren bevat waarbij de inrichting is uitgevoerd als een U-vormige beugel met een eerste en een tweede been die verbonden zijn door een verbindingselement, waarbij deze beugel is uitgevoerd om over de rand van de deur of van de deuropening te worden bevestigd met het eerste been aan de buitenkant en het tweede been aan de binnenkant van de container en met het verbindingselement tussen de rand van de deur en van de deuropening als de deur gesloten is.

Een voordeel van een inrichting volgens de uitvinding is dat zulke inrichting op de container kan worden bevestigd zonder gebruik te maken van schroeven. Het volstaat hiertoe de inrichting over de rand van de deur of opening aan te brengen en vervolgens de deur te sluiten, waardoor de inrichting gevangen zit tussen de deur en de deuropening en de inrichting daardoor niet verwijderd kan worden zonder deze te beschadigen.

Een ander voordeel bestaat erin dat zulke inrichting ook eenvoudig gedemonteerd kan worden. Op die manier kan de inrichting steeds op een container overgeplaatst worden die effectief beladen is en toezicht nodig heeft. Met andere woorden kan een inrichting volgens de uitvinding op een efficiëntere wijze worden ingezet in vergelijking met de bestaande inrichtingen voor het beveiligen en het traceren van containers.

Nog een voordeel van een inrichting volgens de uitvinding is dat het niet eenvoudig is om zulke inrichting te stelen vermits de inrichting zich met een gedeelte binnenin de gesloten container bevindt.

Een ander voordeel gekoppeld aan het feit dat een inrichting volgens de uitvinding zich met een gedeelte binnenin de container bevindt, is dat voornoemd gedeelte kan worden uitgerust met een lichtsensor, bewegingssensor of warmtesensor. Op die manier kan inbraak ook worden vastgesteld wanneer de container niet via de normale weg, in casu de deur, wordt geopend. Een optimale beveiliging van de container wordt op die manier gegarandeerd.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat één of beide benen van de inrichting één of meerdere magneten voor het bevestigen van de inrichting op de container.

Een voordeel is dat de inrichting op een meer robuuste wijze bevestigd wordt door gebruik te maken van magneten die de inrichting met een bepaalde kracht tegen de container aantrekken en dat tijdens het sluiten van de deur de inrichting door de magneten op haar plaats wordt gehouden zonder dat hiertoe een bijkomende actie of bevestigingsmiddelen noodzakelijk zijn.

Bij voorkeur wordt het verbindingselement zo uitgevoerd dat de afstand tussen de benen kan worden ingesteld.

Een voordeel hierbij is dat de inrichting eenvoudig en snel kan worden aangepast en dit afhankelijk van de plaats in de container waarop de inrichting moet worden aangebracht. Zo kan de inrichting aan quasi elke wanddikte van de container worden aangepast.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding bevinden de communicatiemiddelen zich volledig of gedeeltelijk in het eerste been van de inrichting.

Een voordeel hierbij is dat op die manier de communicatie ten allen tijde gegarandeerd blijft, ook in het geval de container gesloten is.

Volgens nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inrichting uitgerust met een schakelaar die de inrichting automatisch activeert bij bevestiging op de container.

Voorgaand kenmerk maakt dat er geen extra handeling moet uitgevoerd worden om de inrichting te activeren. Hierdoor wordt niet-activatie van de inrichting in gevallen waar activatie gewenst of noodzakelijk is, vermeden. Het is duidelijk dat hierdoor eveneens tijd kan worden bespaard en ook geen ongewenste accidentele alarmsituaties worden doorgegeven.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een doorsnede volgens lijn II-II in figuur 1 toont; figuur 3 een doorsnede volgens figuur 2 toont waarbij de inrichting op een containerwand is gemonteerd; figuur 4 een doorsnede volgens figuur 3 toont in het geval de container gesloten is; figuur 5 een variant van figuur 2 weergeeft; figuur 6 een gesloten container toont voorzien van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 7 het gedeelte toont aangeduid in figuur 6 door pijl F7.

Figuur 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding met een behuizing 2 die is uitgevoerd in de vorm van een U-vormige beugel met twee benen, respectievelijk een eerste been 3 en een tweede been 4. Voornoemde benen staan via een verbindingselement 5 met elkaar in verbinding.

De inrichting 1 is voorzien van communicatiemiddelen 6 die in dit geval, zoals getoond in figuur 2, de vorm aannemen van een zender-ontvanger. De zender-ontvanger bevindt zich in het eerste been 3 van de inrichting 1 terwijl eventueel bijhorende, niet op de figuren weergegeven, elektronicacomponenten worden ondergebracht in het tweede been 4 van de inrichting 1.

Verder is de inrichting 1 uitgerust met een lichtsensor 7, een stroombron 8 en een schakelaar 9. Sensor 7, bron 8 en schakelaar 9 zijn ondergebracht in het tweede been 4 van de inrichting 1.

Voorts zijn twee magneten 10, 11 geplaatst in de inrichting I waarbij de ene zich bevindt in het eerste been 3 en de andere is geplaatst in het tweede been 4. De magneten 10, II zijn, in dit geval, volledig in de behuizing geïntegreerd.

De werking van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

In dit geval wordt, zoals getoond in de figuren 3 en 4, de inrichting 1 op de deur 12 van de container bevestigd. De afstand tussen de benen is hierbij zodanig dat de inrichting 1 op eenvoudige wijze over de rand van de deur 12 kan worden aangebracht.

Beide benen 3, 4 van de inrichting 1 zijn voorzien van een magneet 10, 11 die voornoemde inrichting 1 tegen de deurwand trekt. Op die manier kan de inrichting 1 op de container 13 worden bevestigd zonder dat hiervoor schroeven of ander bevestigingsmateriaal moet worden aangewend.

Bij montage wordt de schakelaar 9, die zich in dit geval op het tweede been 4 van de inrichting 1 bevindt, ingedrukt waardoor de inrichting 1 wordt geactiveerd. Bij het indrukken van de schakelaar 9 worden de communicatiemiddelen 6 en de lichtsensor 7 door de stroombron 8 onder spanning geplaatst.

Figuur 3 toont de inrichting 1 in gemonteerde toestand op de deur 12 van de beladen container 13. De container 13 wordt vervolgens afgesloten. Figuur 4 toont de gesloten container 13 voorzien van een inrichting 1 volgens de uitvinding.

In gesloten toestand van de container 13 bevindt het eerste been 3 zich aan de buitenkant en het tweede been 4 zich aan de binnenkant van de container 13. Het verbindingselement 5 bevindt zich tussen de rand van de deur 12 en van de deuropening.

De container 13 is vervolgens klaar om getransporteerd te worden waarbij de inrichting 1 instaat voor het beveiligen en het traceren van de container 13.

Wordt de container 13 tijdens transport geopend dan wordt dit geregistreerd door de lichtsensor 7 waarna de zender-ontvanger een waarschuwingssignaal verstuurt. Op die manier kan de status van de container 13 voordurend worden geregistreerd.

Figuur 5 toont een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een .inrichting 1 volgens de uitvinding. Hierbij is het verbindingselement 14 zo uitgevoerd dat de afstand tussen de benen 3, 4 instelbaar is. In dit geval wordt het voorgaande verwezenlijkt door het verbindingselement 14 telescopisch uit te voeren.

Voornoemde voorkeurdragende uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat zulke inrichting 1 gemonteerd kan worden op containers met variabele wanddikte.

Figuur 6 toont een afgesloten container 13 voorzien van een inrichting 1 volgens de uitvinding. Figuur 7 toont in detail het gedeelte van de container 13 aangeduid met pijl F7 in figuur 6. De figuren geven duidelijk weer dat het eerste been 3 van de inrichting 1 zich aan de buitenzijde van de container 13 bevindt.

Een inrichting 1 volgens de uitvinding uitgevoerd kan worden met allerlei sensoren en dergelijke zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Bij voorkeur wordt de zender-ontvanger door middel van een hars in de behuizing ingebed, zodat de .zender-ontvanger tegen een agressieve omgeving beschermd is.

In dit geval zijn de magneten 10, 11 in de inrichting 1 van het neodymium-ijzer-borium type en wordt gebruik gemaakt van een onderhoudsvrije lood-gel accumulator als stroombron.

Andere typen magneten en/of stroombronnen kunnen eveneens worden aangewend zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

De behuizing wordt in de praktijk uitgevoerd in ABS of in glasvezel versterkt polycarbonaat. Het spreekt voor zich dat de behuizing ook in andere materialen kan worden uitgevoerd.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een inrichting volgens de uitvinding en een werkwijze die gebruik maakt van zulke inrichting kan in allerlei vormen 'en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (9)

1. Inrichting voor het beveiligen en het traceren van een container voorzien van een deur, welke inrichting (1) communicatiemiddelen (6) en één of meer sensoren (7) bevat daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) is uitgevoerd als een U-vormige beugel met een eerste (3) en een tweede been (4) die verbonden zijn door een verbindingselement (5) , waarbij deze beugel is uitgevoerd om over de rand van de deur (12) of van de deuropening te worden bevestigd met het eerste been (3) aan de buitenkant en het tweede been (4) aan de binnenkant van de container (13) en met het verbindingselement (5) tussen de rand van de deur (12) en van de deuropening als de deur gesloten is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat één of beide benen (3, 4) van de inrichting (1) één of meerdere magneten (10, 11) bevat voor het bevestigen van de inrichting (1) op de container (13).

3. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het verbindingselement (14) zo is uitgevoerd dat de afstand tussen de benen (3, 4) kan worden ingesteld.

4. Inrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het verbindingselement (14) telescopisch is uitgevoerd.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) van de rand van de deur (12) of van de rand van de deuropening demonteerbaar is.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de communicatiemiddelen (6) zich volledig of gedeeltelijk in het eerste been (3) van de inrichting (1) bevinden.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat één of meer sensoren (7) worden aangewend om het openen van de container (13) te detecteren.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) een stroombron (8) bevat voor de stroomvoorziening van de communicatiemiddelen (6) en/of de sensoren (7).

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) is uitgerust met een schakelaar (9) die de inrichting (1) automatisch activeert bij bevestiging van voornoemde inrichting (1) op de container (13).