BE1018550A3 - Verbeterde werkwijze voor het conditioneren van een ruimte en een daarbij toegepaste inrichting. - Google Patents

Abstract

Verbeterde werkwijze voor het conditioneren van een ruimte door middel van één of meerdere ventilatiesystemen (1) en/of één of meerdere verwermingssystemen (2) en/of één of meerdere koelsystemen (3), waarvan minstens één van voornoemde systemen wordt aangestuurd door een controller (5), daardoor gekenmerkt dat het CO2-gehalte en/of het relative vochtigheidsgehalte en/of de temperatuur gemeten wordt in de te conditioneren ruimte (4) en dat de controller (5) bij het aansturen van voornoemde systemen rekening houdt met het CO2-gehalte en/of het relatieve vochtigheidsgedeelte al dan niet in combinatie met de temperatuur in de te conditioneren ruimte (4).

Description

Verbeterde werkwijze voor het conditioneren van een ruimte en een daarbij toegepaste inrichting.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het conditioneren van een ruimte.

Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het conditioneren van een ruimte die gebruikt maakt van één of meerdere ventilatiesystemen, verwarmingssystemen, koelsystemen en een controller die voornoemde systemen aanstuurt.

Het is bekend dat het leefcomfort binnen een woning, gebouw of dergelijke sterk bepaald wordt door de kwaliteit van de lucht in de betreffende woning of gebouw.

Daarnaast is het belangrijk om de temperatuur en het vochtgehalte van de lucht binnen bepaalde grenzen te houden met het oog op een optimaal leef- en/of werkcomfort.

Moderne woningen worden steeds beter geïsoleerd. Zo plaatst men steeds dikker wordende isolatie tegen de muren en de plafonds en worden kieren en dergelijke weggewerkt.

Voorgaande impliceert dat de 12 tot 14 liter waterdamp die een gemiddeld gezin produceert door douchen, koken, transpireren en dergelijke niet meer op een verantwoorde manier kan worden afgevoerd.

Ook in vergaderzalen en conferentieruimtes waar veel mensen aanwezig zijn, wordt een aanzienlijke hoeveelheid vocht en warmte geproduceerd die bij voorkeur door een geschikt ventilatiesysteem wordt afgevoerd.

Het is duidelijk dat een goed geïsoleerde ruimte best beschikt over een performant ventilatiesysteem.

Normen schrijven voor in welke mate verse lucht moet worden aangevoerd en vervuilde lucht afgevoerd moet worden. Typisch schrijft de norm het aantal kubieke meter lucht voor die per uur per vierkante meter grondoppervlak van de woning, het gebouw of dergelijke moet aan- en afgevoerd worden.

Bestaande werkwijzen voor ventilatie baseren zich op voornoemde normen, wat maakt dat zulke werkwijzen een volume lucht aan- en afvoeren dat recht evenredig is met het grondoppervlak van de betreffende ruimte.

Een nadeel van de gekende werkwijzen voor ventilatie bestaat erin dat een groot volume lucht moet worden aan- en afgevoerd in het geval een grote ruimte wordt geventileerd en dit onafhankelijk van bijvoorbeeld het aantal personen die in de ruimte aanwezig zijn of van de activiteiten die in deze ruimte worden uitgevoerd.

Het is duidelijk dat het energieverbruik navenant is.

Een bijkomend nadeel is dat men geconfronteerd wordt met een groot warmteverlies, zelfs indien de warmte van de afgevoerde lucht wordt aangewend om de aangevoerde lucht voor te verwarmen.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een verbeterde werkwijze voor het conditioneren van een ruimte door middel van één of meerdere ventilatiesystemen en/of één of meerdere verwarmingssystemen en/of één of meerdere koelsystemen, waarvan minstens één van voornoemde systemen wordt aangestuurd door een controller, waarbij het C02-gehalte en/of het relatieve vochtigheidsgehalte en/of de temperatuur gemeten wordt in de te conditioneren ruimte en waarbij de controller bij het aansturen van voornoemde systemen rekening houdt met het C02-gehalte en/of het relatieve vochtigheidsgehalte al dan niet in combinatie met de temperatuur in de te conditioneren ruimte.

Een voordeel van een werkwijze volgens de uitvinding is dat het C02-gehalte en/of het relatieve vochtigheidsgehalte en/of de temperatuur van de te conditioneren ruimte in rekening wordt genomen om voornoemde systemen aan te sturen, waardoor de aansturing bijvoorbeeld wel rekening zal houden met het aantal personen dat aanwezig is in de ruimte aangezien deze vocht en C02 ontwikkelen of met de activiteiten in de ruimte die vocht en/of C02 ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld bij het koken.

Een voordeel dat daaraan gekoppeld is, is dat minder energie zal worden verbruikt aangezien voornoemde systemen slechts gedurende een gepaste tijdsspanne zullen ingeschakeld zijn en tussentijds uitgeschakeld zullen worden of op een lager energiebesparend regime aangestuurd zullen worden.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding stuurt de controller het ventilatiesysteem aan in functie van het gemeten C02-gehalte en dit op zulke manier dat wanneer het C02-gehalte boven een karakteristieke waarde stijgt, het debiet van het ventilatiesysteem wordt verhoogd.

Een voordeel hierbij is dat het ventilatiesysteem slechts ingeschakeld wordt wanneer dit noodzakelijk is of met andere woorden wanneer de C02-waarde in de betreffende ruimte te hoog oploopt. Dit in tegenstelling met de gekende werkwijze voor ventilatie die werken op basis van de in de inleiding uiteengezette normen.

Het is duidelijk dat hierdoor energie bespaard kan worden.

Volgens een ander voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding stuurt de controller het ventilatiesysteem aan in functie van het gemeten relatieve vochtigheidsgehalte en dit op zulke manier dat wanneer het relatieve vochtigheidsgehalte boven een karakteristieke waarde stijgt, het debiet van het ventilatiesysteem wordt verhoogd.

Een voordeel van het ventilatiesysteem aan te sturen op basis van het relatieve vochtigheidsgehalte in de te ventileren ruimte is dat, enerzijds, het ventilatiesysteem slechts werkt wanneer dit noodzakelijk wordt geacht waardoor bespaard kan worden op energie en, anderzijds, dat het opmeten van het relatieve vochtigheidsgehalte relatief goedkoop kan worden verwezenlijkt.

Volgens nog een ander voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding beschikt de controller over een regelalgoritme waarbij de controller op basis van het C02-gehalte en/of het relatieve vochtigheidsgehalte en één of meerdere karakteristieke curven het debiet van het ventilatiesysteem aanstuurt met een bijkomend kenmerk dat voornoemde curven instelbaar zijn in de controller.

Een voordeel hierbij is dat de regeling van het ventilatiesysteem nauwkeuriger, performanter en op basis van recente data in de vorm van karakteristieke curven kan gebeuren.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een verbeterde inrichting voor het conditioneren van een ruimte die in hoofdzaak bestaat uit één of meerdere ventilatiesystemen en/of één of meerdere verwarmings systemen en/of één of meerdere koelsystemen en uit een controller voor het aansturen van minstens één van voornoemde systemen, waarbij de controller in verbinding staat met een C02-meter en/of een relatieve vochtigheidsmeter en/of een temperatuurmeter voor respectievelijk het opmeten van het C02-gehalte, het relatieve vochtigheidsgehalte en de temperatuur in de te conditioneren ruimte en waarbij de controller dit C02-gehalte .en/of relatieve vochtigheidsgehalte al dan niet in combinatie met de temperatuur aanwendt voor het aansturen van één of meerdere van voornoemde systemen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm maken de controller, de systemen en de meters integraal deel uit van een domoticasysteem.

De voordelen gekoppeld aan een inrichting volgens de uitvinding zijn identiek aan de hiervoor besproken voordelen die een werkwijze volgens de uitvinding biedt.

Een bijkomend voordeel die voornoemde voorkeurdragende uitvoeringsvorm biedt, is dat de regeling van ventilatie, koeling, verwarming kan gebeuren binnen één en hetzelfde systeem met name het domoticasysbeem.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende werkwijze volgens de uitvinding en een daarbij toegepaste inrichting beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een werkwijze volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch en in perspectief een uitvoeringsvorm toont van een verbeterde inrichting volgens de uitvinding.

De werkwijze volgens de uitvinding maakt in dit geval, zoals weergegeven in figuur 1, gebruik van een ventilatiesysteem 1, een verwarmingssysteem 2 en een koelsysteem 3, welke systemen opgesteld staan binnen een ruimte 4 en aangestuurd worden door een controller 5.

In de ruimt e 4 staan verder een C02 -meter 6 en een relatieve vochtigheidsmeter 7 opgesteld, die beide in verbinding staan met de controller 5.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat zij gebruik maakt van het C02-gehalte en/of het relatieve vochtigheidsgehalte al dan niet in combinatie met de temperatuur in de ruimte 4 om op basis daarvan voornoemde systemen aan te sturen met als doel de ruimte 4 te conditioneren.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk stuurt de controller 5 het ventilatiesysteem 1 aan in functie van het C02-gehalte of het relatieve vochtigheidsgehalte in de ruimte 4 en dit op zulke manier dat wanneer respectievelijk het C02-gehalte of het relatieve vochtigheidsgehalte boven een karakteristieke waarde uitstijgt het debiet van het . ventilatiesysteem 1 wordt verhoogd.

In vergelijking met de bestaande werkwijzen voor ventilatie biedt de werkwijze volgens de uitvinding het voordeel dat de activiteit van het ventilatiesysteem 1 kan worden opgevoerd wanneer dit noodzakelijk is of met andere woorden wanneer het C02-gehalte of het relatieve vochtigheidsgehalte in de ruimte 4 boven een maximaal toelaatbare karakteristieke waarde uitstijgt.

Volgens een ander voorkeurdragend kenmerk beschikt de controller 5 over een regelalgoritme waarbij de controller 5, enerzijds, op basis van het C02-gehalte of het relatieve vochtigheidsgehalte in de ruimte 4 en, anderzijds, op basis van één of meerdere karakteristieke curven het debiet van het ventilatiesysteem 1 aanstuurt.

Door de controller 5 uit te rusten met een regelalgoritme kan de ruimte 4 nauwkeuriger en performanter geconditioneerd worden.

Voornoemde karakteristieke waarden en curven kunnen in de controller 5 ingesteld worden waardoor de controller 5, op elk ogenblik, de regeling uitvoert op basis van recente gegevens. Voornoemde karakteristieke waarden kunnen bijvoorbeeld via een draaiknop of dergelijke van op een afstand aan de controller worden doorgegeven en ingesteld.

Figuur 2 toont schematisch een woning 8 die is uitgerust met een inrichting volgens de uitvinding. De inrichting bestaat in dit geval in hoofdzaak uit een ventilatiesysteem 9, een verwarmingssysteem 10, een relatieve vochtigheidsmeter 11, een temperatuurmeter 12 en een controller 13 welke laatste via een transformator 14 is gekoppeld aan het voedingsnet 15.

Het ventilatiesysteem 9 is voorzien van een aanvoer- en afvoerleiding 16, 17 voor het respectievelijk aanvoeren van verse lucht en afvoeren van vervuilde lucht.

.Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding maken de controller 13, de systemen 9, 10 en de meters 11, 12 integraal deel uit van een domoticasysteem.

De kern van voornoemd domotieasyteem bestaat uit de controller 13 die via een bussysteem 18 in verbinding staat met het ventilatiesysteem 9, het verwarmingssysteem 10 en beide meters 11, 12 waarbij het bussysteem 18, volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding, bestaat uit twee draden 19.

Het ventilatiesysteem 9, het verwarmings systeem 10 en de meters 11, 12 zijn elk afzonderlijk in parallel aangesloten op voornoemd bussysteem 18.

De werking van de inrichting is zeer eenvoudig en als volgt.

Het relatieve vochtigheidsgehalte die in de woning heerst wordt door de relatieve vochtigheidsmeter 11 opgemeten waarbij voornoemde meter continue of periodiek relatieve vochtigheidswaarden registreert.

De relatieve vochtigheidsmeter 11 zendt vervolgens via het bussysteem 18 de momentane opgemeten waarde door naar de controller 13.

De controller 13 vergelijkt voornoemde momentane waarde met de maximaal toelaatbare waarde van de relatieve vochtigheid in de woning 8.

Van zodra de opgemeten waarde in de woning 8 voornoemde maximaal toelaatbare waarde, ook wel karakteristieke waarde genaamd, overschrijdt, zal de controller 13 het debiet van het ventilatiesysteem 9 verhogen.

Het debiet van het ventilatiesysteem 9 is bijgevolg niet constant maar kan, indien noodzakelijk, worden verhoogd. Dit biedt het voordeel dat het systeem niet continu een groot debiet lucht in de woning 8 moet aan- en afvoeren. Het is duidelijk dat hierdoor energie kan worden bespaard.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschikt de controller 13 over een regelalgoritme waarbij de controller 13 op basis van opgemeten relatieve vochtigheidswaarden, enerzijds, en één of meerdere karakteristieke curven, anderzijds, het debiet van het ventilatiesysteem 9 aanstuurt.

Op deze manier kan de controller 13 een meer optimale regeling van het debiet van het ventilatiesysteem 9 uitvoeren.

Zo kan de controller 13 het ventilatiesysteem 9 activeren van zodra de opgemeten relatieve vochtigheidswaarde in de woning 8 een bepaalde grens overschrijdt. Naarmate het relatieve vochtigheidsgehalte toeneemt, zal de controller 13 op gepaste wijze het debiet van het ventilatiesysteem 9 verhogen.

Van zodra de opgemeten waarde zakt onder een bepaalde grens, zal de controller 13 het ventilatiesysteem 9 uitschakelen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm kunnen de voornoemde karakteristieke curven in de controller 13 ingesteld worden.

Het domoticasysteem is in dit geval eveneens uitgerust met een verwarmingssysteem 10 voor het verwarmen van de woning 8. Op basis van een temperatuursmeting, stuurt de controller 13 voornoemd verwarmingssysteem 10 aan.

De controller 13, het ventilatiesysteem 9 en de meters 11, 12 maken integraal deel uit van het domoticasysteem. De controller 13 heeft met andere woorden op elk ogenblik verschillende datagegevens ter beschikking, op basis waarvan de controller 13 het ventilatiesysteem 9 en/of het verwarmingssysteem 10 gepast aan stuurt.

Zo kan de controller 13 het debiet van het ventilatiesysteem 9 aansturen op basis van opgemeten relatieve vochtigheidswaarden in combinatie met opgemeten temperatuurswaarden in de ruimte 8.

Op die manier wordt een inrichting bekomen voor het conditioneren van een ruimte 8 die, enerzijds, uitblinkt in zijn eenvoud en, anderzijds, een uitstekend leefklimaat schept in de woning 8.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm verloopt niet enkel de communicatie over het bussysteem 18 maar staat voornoemd bussysteem 18 eveneens in voor de voeding van het ventilatiesysteem 9, verwarmingssysteem 10 en meters 11, 12. Meer bepaald voedt het bussysteem bijvoorbeeld verschillende sturingsmodules van het ventilatiesysteem 9 en/of het verwarmingssysteem 10.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een verbeterde werkwijze voor het conditioneren van een ruimte en een daarbij toegepaste inrichting kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (14)

1. Verbeterde werkwijze voor het conditioneren van een ruimte door middel van één of meerdere ventilatiesystemen (1) en/of één of meerdere verwarmingssystemen (2) en/of één of meerdere koelsystemen (3), waarvan minstens één van voornoemde systemen wordt aangestuurd door een controller (5) , daardoor gekenmerkt dat het C02-gehalte en/of het relatieve vochtigheidsgehalte en/of de temperatuur gemeten wordt in de te conditioneren ruimte (4) en dat de controller (5) bij het aansturen van voornoemde systemen rekening houdt met het C02-gehalte en/of het relatieve vochtigheidsgehalte al dan niet in combinatie met de temperatuur in de te conditioneren ruimte (4).

2. Verbeterde werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de controller (5) het ventilatiesysteem (1) aanstuurt in functie van het gemeten C02-gehalte, op zulke manier dat wanneer het C02-gehalte boven een karakteristieke waarde stijgt, het debiet van het ventilatiesysteem (1) wordt verhoogd.

3. Verbeterde werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de controller (5) het ventilatiesysteem (1) aanstuurt in functie van het gemeten relatieve vochtigheidsgehalte, op zulke manier dat wanneer het relatieve vochtigheidsgehalte boven een karakteristieke waarde stijgt, het debiet van het ventilatiesysteem (1) wordt verhoogd.

4, - Verbeterde werkwijze volgens conclusies 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat voornoemde karakteristieke waarde instelbaar is in de controller (5).

5. Verbeterde werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de controller (5) beschikt over een regelalgoritme waarbij de controller (5) op basis van het C02-gehalte en/of het relatieve vochtigheidsgehalte en één of meerdere karakteristieke curven het debiet van het ventilatiesysteem (1) aanstuurt.

6, - Verbeterde werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat voornoemde karakteristieke curven instelbaar zijn in de controller (5).

7. Verbeterde inrichting voor het conditioneren van een ruimte die in hoofdzaak bestaat uit één of meerdere ventilatiesystemen (9) en/of één of meerdere verwarmingssystemen (10) en/of één of meerdere koelsystemen en uit een controller (13) voor het aansturen van minstens één van voornoemde systemen, daardoor gekenmerkt dat de controller (13) in verbinding staat met een’ C02-meter en/of een relatieve vochtigheidsmeter (11) en/of een temperatuurmeter voor respectievelijk het opmeten van het C02-gehalte, het relatieve vochtigheidsgehalte en de temperatuur in de te conditioneren ruimte (8) en waarbij de controller (13) dit C02-gehalte en/of relatieve vochtigheidsgehalte al dan niet in combinatie met de temperatuur aanwendt voor het aansturen van één of meerdere van voornoemde systemen.

8. Verbeterde inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de controller (13) het ventilatiesysteem (9) aanstuurt in functie van het gemeten C02-gehalte, op zulke manier dat wanneer het C02-gehalte boven een karakteristieke waarde stijgt het debiet van het ventilatiesysteem (9) wordt verhoogd.

9. Verbeterde inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de controller (13) het ventilatiesysteem (9) aanstuurt in functie van het gemeten relatieve vochtigheidsgehalte, op zulke manier dat wanneer het relatieve vochtigheidsgehalte boven een karakteristieke waarde stijgt het debiet van het ventilatiesysteem (9) wordt verhoogd.

10. Verbeterde inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de controller (13) is voorzien van een regelalgoritme waarbij de controller (13) op basis van het opgemeten C02-gehalte en/of het opgemeten relatieve vochtigheidsgehalte en één of meerdere karakteristieke curven, het debiet van het ventilatiesysteem (9) aanstuurt.

11. Verbeterde inrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat voornoemde karakteristieke curven kunnen worden ingesteld in de controller (13).

12. Verbeterde inrichting volgens één van de conclusies 7 tot en met 11, daardoor gekenmerkt dat de controller (13), de systemen. (9, 10) en de meters (11, 12) integraal deel uitmaken van een domoticasysteem.

13. Verbeterde inrichting volgens één van de conclusies 7 tot en met 12, daardoor gekenmerkt dat de koppeling tussen de controller (13) en de voornoemde systemen en meters wordt bewerkstelligd middels een bussysteem (18) bestaande uit twee draden (19).

14. Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de bus (18) instaat voor de voeding van de systemen (9, 10) en de meters (11, 12).