BE1017960A6

BE1017960A6 - Inhangelement voorzien voor het bevestigen van een schuifdeur.

Info

Publication number: BE1017960A6
Application number: BE200800035A
Authority: BE
Inventors: Emmanuel Vanoverbeke
Original assignee: Louage En Wisselinck Nv
Priority date: 2008-01-16
Filing date: 2008-01-16
Publication date: 2010-02-02

Abstract

Deze uitvinding betreft een inhangelement (1) voorzien voor het bevestigen van een schuifdeur aan een rollichaam (2), omvattende een vasthoudelement (3) dat beweegbaar is tusen een eerste en een tweede positie, waarbij het vasthoudelement (3) in zijn eerste positie voorzien is voor het vasthouden van een ophangmiddel (4) van het rollichaam (2). Deze uitvinding wordt gekenmerkt doordat het enoemde vasthoudelement (3) in gemonteerde toestand scharnierbaar is tussen een bovenste en onderste positie, waarbij de eerste positie de bovenste positie en de tweede positie de onderste positie is van het vasthoudelement (3). Doordat het vasthoudelement (3), wanneer een schuifdeur is opgehangen, het ophangmiddel (4) zal vasthouden, kan met één sleutel een moer aangedraaid worden zodat een veel stabielere ophanging wordt bekomen ten opzichte van de gekende systemen.

Description

INHANGELEMENT VOORZIEN VOOR HET BEVESTIGEN VAN EEN

SCHUIFDEUR

Deze uitvinding betreft een inhangelement voorzien voor het bevestigen van een schuifdeur aan een rollichaam, omvattende een vasthoudelement dat beweegbaar is tussen een eerste en een tweede positie, waarbij het vasthoudelement in de eerste positie voorzien is voor het vasthouden van een ophangmiddel van het rollichaam.

Schuifdeuren worden meestal gebruikt om deuropeningen af te sluiten. Ze worden meestal opgebouwd door een wandelement dat met behulp van looprollen, voorzien op een rollichaam, heen en weer verschuifbaar in een looprail is. De ophanging van de schuifdeur gebeurt standaard door een ophangmiddel, in het bijzonder de as van het rollichaam, in een bevestigingsplaat, voorzien aan de bovenzijde van het wandelement, te haken.

Bij een klassieke ophanging omvat de as van het rollichaam meestal een bout die draait in een moer voorzien op het rollichaam. Op die manier is de hoogte van de schuifdeur instelbaar. Bij de montage van schuifdeuren voorzien van een dergelijke klassieke ophanging wordt de schuifdeur met bevestigingsplaat ingehaakt op de as van het rollichaam, hierbij verplaatst men de deur t.o.v de as in een dwarse richting, vervolgens draait men met een sleutel aan de kop van de bout om de hoogte te regelen. Eens de gewenste hoogte is ingesteld, neemt men een tweede sleutel en draait men tegelijkertijd en in tegengestelde richting aan de kop van de bout en aan de moer om zodoende het geheel stevig vast te zetten. Alhoewel dit systeem een eenvoudige en degelijke ophanging verschaft heeft het de volgende nadelen: tijdrovend aangezien er twee sleutels nodig zijn ter bevestiging. Bovendien is de verplaatsing in dwarse richting niet evident bij schuifdeuren die gedeeltelijk in een muurnis zitten. Een mogelijke oplossing bestaat erin de gleuf van opzij te benaderen en de moer vast te schroeven. Hierbij zijn echter ook nog twee sleutels nodig.

Een andere mogelijke oplossing bestaat erin de bevestigingsplaat te voorzien van een verend vasthoudelement dat zijdelings wegdraait bij ophanging van de deur. Bij dit systeem wordt de deur met bevestigingsplaat (en vasthoudelement) ingehaakt op de as van het rollichaam. Wanneer men nu de deur t.o.v de as in een dwarse richting verplaatst zal de as van het rollichaam het vasthoudelement zijdelings verplaatsen wanneer het in contact komt met dit vasthoudelement. Bij een verdere (dwarse) verplaatsing van de deur zal het vasthoudelement terugkeren naar zijn oorspronkelijke positie en zit de deur vast verbonden met het rollichaam. Deze oplossing biedt echter geen stabiele verbinding omdat er geen moer aangespannen wordt, enkel de veer garandeert het niet ontkoppelen van het rollichaam.

Het doel van deze uitvinding is nu een inhangelement voorzien voor het bevestigen van een schuifdeur aan een rollichaam te verschaffen, waarmee een stabiele ophanging van een schuifdeur wordt bekomen.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een inhangelement voorzien voor het bevestigen van een schuifdeur aan een rollichaam, omvattende een vasthoudelement dat beweegbaar is tussen een eerste en een tweede positie, waarbij het vasthoudelement in zijn eerste positie voorzien is voor het vasthouden van een ophangmiddel van het rollichaam. Deze uitvinding wordt gekenmerkt doordat het genoemde vasthoudelement in gemonteerde toestand scharnierbaar is tussen een bovenste en onderste positie, waarbij de eerste positie de bovenste positie en de tweede positie de onderste positie is van het vasthoudelement. Doordat het vasthoudelement, wanneer een schuifdeur is opgehangen, het ophangmiddel zal vasthouden, is het mogelijk om met één sleutel het ophangmiddel (bij voorkeur een moer) aan te draaien en wordt een veel stabielere ophanging bekomen ten opzichte van de gekende systemen. Het vasthoudelement is in het bijzonder voorzien om te verhinderen dat het ophangmiddel, wanneer een schuifdeur voorzien van dergelijk inhangelement is opgehangen, rond zijn as kan draaien als het vasthoudelement in zijn bovenste positie staat.

In een voorkeurdragende uitvoering van het inhangelement volgens de uitvinding is het vasthoudelement tegen een veerkracht in beweegbaar van de eerste naar de tweede positie. Hiertoe omvat het inhangelement volgens de uitvinding een veer, in het bijzonder een spiraalveer.

Volgens een meer voorkeurdragende uitvoering van het inhangelement overeenkomstig deze uitvinding omvat het genoemde inhangelement een geleidingsprofiel voor het ophangmiddel, en is het vasthoudelement zodanig opgesteld in het geleidingsprofiel dat bij verschuiving van het ophangmiddel van een beginpositie naar een eindpositie over het vasthoudelement, het vasthoudelement scharniert van zijn eerste naar zijn tweede positie, waarna het vasthoudelement terugkeert naar zijn eerste positie nadat er geen contact meer is tussen het ophangmiddel en het bovenvlak van het vasthoudelement.

Bij een voordelige uitvoeringsvorm van het inhangelement overeenkomstig deze uitvinding omvat het vasthoudelement een uitsteeksel om het vasthoudelement manueel tussen zijn eerste en tweede positie te scharnieren. In het bijzonder omvat het geleidingsprofiel van het inhangelement minstens één zijwand die voorzien is van een gleufvormige opening, waarin het genoemde uitsteeksel beweegbaar is. Op deze manier kan het ophangmiddel terug vrijkomen en kan de hoogte geregeld worden door aan het ophangmiddel te draaien. Hiertoe omvat het ophangmiddel een bout met op zijn draad twee platte kantjes gefreesd en een moer. Via een sleutel die aan zijn ene uiteinde passend kan voorzien worden op deze platte kantjes van de bout en aan zijn andere uiteinde passend rond de moer kan het ophangmiddel verdraaid worden.

Het inhangelement volgens deze uitvinding omvat verder bij voorkeur een weerhoudrand voorzien om het ophangmiddel in zijn eindpositie te houden.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van het inhangelement volgens deze uitvinding. Het vieze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij : figuur 1 een dwarsdoorsnede is van een deel van het inhangelement overeenkomstig deze uitvinding; figuren 2 t/m 4 de manier voorstellen waarop men het inhangelement met het rollichaam zal verbinden; figuren 5 en 6 de manier weergeven hoe men de hoogte dient te regelen.

Figuur 1 is een gedeeltelijke voorstelling van het inhangelement (1) overeenkomstig deze uitvinding. Dergelijk inhangelement (1) kan ofwel via bijvoorbeeld een schroefverbinding op de bovenzijde van een schuifdeur bevestigd worden of kan in de bovenzijde van een schuifdeur worden gefreesd. Bij de montage van de schuifdeur in een looprail zal de schuifdeur voorzien van het inhangelement worden vastgehaakt aan een ophangmiddel (4). dat deel uitmaakt van een rollichaam (2). Het rollichaam (2) omvat verder looprollen (12) waardoor het rollichaam (2) kan heen en weer bewegen in een looprail. Standaard heeft het rollichaam (2) vier looprollen (12).

Het ophangmiddel (4) zal zich bij voorkeur uitstrekken volgens de as van het rollichaam (2) . Het ophangmiddel (4) omvat een bout (zeskant) en een moer. De functie van het ophangmiddel (4) is enerzijds de bevestiging van het rollichaam (2) in het inhangelement (1) en anderzijds de hoogteregeling van de schuifdeur.

Het inhangelement (1) overeenkomstig deze uitvinding omvat een vasthoudelement (3) dat beweegbaar is tussen een eerste en een tweede positie, waarbij het vasthoudelement (3) in zijn eerste positie voorzien is voor het vasthouden van het ophangmiddel (4) van het rollichaam (2). Het vasthoudelement (3) is scharnierbaar tussen een bovenste en onderste positie, waarbij de eerste positie de bovenste positie en de tweede positie de onderste positie is van het vasthoudelement (3) . Het vasthoudelement (3) is in het bijzonder tegen een veerkracht in beweegbaar van de eerste naar de tweede positie. Het vasthoudelement (3) omvat eveneens een uitsteeksel (9) om het vasthoudelement (3) manueel tussen zijn eerste en tweede positie te scharnieren.

Verder omvat het genoemde inhangelement (1) een geleidingsprofiel (6) voor het ophangmiddel (4). Het geleidingsprofiel (6) omvat minstens één zijwand (10) die voorzien is van een gleufvormige opening (11), waarin het genoemde uitsteeksel (9) beweegbaar is. Verder is het inhangelement (1) voorzien van een weerhoudrand (8) die voorzien is om het ophangmiddel (4) tegen zijn eindpositie te houden.

Het vasthoudelement (3) is zodanig opgesteld in het geleidingsprofiel (6) dat bij verschuiving van het ophangmiddel (4) van een beginpositie (zoals voorgesteld op figuur 2) naar een eindpositie (zoals voorgesteld op figuur 4) over het vasthoudelement (3), het vasthoudelement (3) van zijn eerste naar zijn tweede positie (zie figuur 3) zal scharnieren. Wanneer er geen contact meer is tussen het ophangmiddel (4) en het bovenvlak (7) van het vasthoudelement (3), zal het vasthoudelement terugkeren naar zijn eerste positie, op dit ogenblik bevindt het vasthoudelement (3) zich in zijn eindpositie. Aangezien het vasthoudelement (3) in zijn eindpositie tegengehouden wordt door de weerhoudrand (8), is de schuifdeur opgehangen aan het rollichaam (2).

Om de hoogte in te stellen dient zoals voorgesteld op figuur 5, het vasthoudelement (3) manueel naar beneden (naar de tweede positie van het vasthoudelement) gedrukt te worden. Op dat ogenblik kan men met een sleutel aan de afgeplatte zijden op de bout draaien om de gewenste hoogte in te stellen. Indien de gewenste hoogte is ingesteld verplaatst men het vasthoudelement terug naar zijn eerste positie of draait men een weinig aan de bout, zonder het vasthoudelement manueel naar beneden te drukken, zodat het naar boven springt. Vervolgens kan men de moer aanschroeven zodat er een stevige verbinding ontstaat. Doordat het vasthoudelement (3) verhindert dat de bout kan draaien, behoeft men hierbij maar één sleutel.

Claims

1. Inhangelement (1) voorzien voor het bevestigen van een schuifdeur aan een rollichaam (2) , omvattende een vasthoudelement (3) dat beweegbaar is tussen een eerste en een tweede positie, waarbij het vasthoudelement (3) in zijn eerste positie voorzien is voor het vasthouden van een ophangmiddel (4) van het rollichaam (2), met het kenmerk dat het genoemde vasthoudelement (3) in gemonteerde toestand scharnierbaar is tussen een bovenste en onderste positie, waarbij de eerste positie de bovenste positie en de tweede positie de onderste positie is van het vasthoudelement (3).

2. Inhangelement (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het vasthoudelement (3) tegen een veerkracht in beweegbaar is van de eerste naar de tweede positie.

3. Inhangelement (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het inhangelement (1) een veer (5) omvat.

4. Inhangelement (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het genoemde inhangelement (1) een geleidingsprofiel (6) voor het ophangmiddel (4) omvat, en dat het vasthoudelement (3) zodanig is opgesteld in het geleidingsprofiel (6) dat bij verschuiving van het ophangmiddel (4) van een beginpositie naar een eindpositie over het vasthoudelement (3), het vasthoudelement (3) scharniert van zijn eerste naar zijn tweede positie, waarna het vasthoudelement (3) terugkeert naar zijn eerste positie nadat er geen contact meer is tussen het ophangmiddel (4) en het bovenvlak (7) van het vasthoudelement (3).

5. Inhangelement (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het vasthoudelement (3) een uitsteeksel (9) omvat om het vasthoudelement (3) manueel tussen zijn eerste en tweede positie te scharnieren.

6. Inhangelement (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het geleidingsprofiel (6) minstens één zijwand (10) omvat die voorzien is van een gleufvormige opening (11), waarin het genoemde uitsteeksel (9) beweegbaar is.

7. Inhangelement (1) volgens één van de conclusies 4 t/m 6, met het kenmerk dat het inhangelement (1) een weerhoudrand (8) omvat voorzien om het ophangmiddel (4) in zijn eindpositie te houden.