BE1006688A3 - Connect buckle. - Google Patents

Connect buckle. Download PDF

Info

Publication number
BE1006688A3
BE1006688A3 BE9300082A BE9300082A BE1006688A3 BE 1006688 A3 BE1006688 A3 BE 1006688A3 BE 9300082 A BE9300082 A BE 9300082A BE 9300082 A BE9300082 A BE 9300082A BE 1006688 A3 BE1006688 A3 BE 1006688A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
buckle according
rib
base plate
locking buckle
belt
Prior art date
Application number
BE9300082A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Confect Schockaert Besloten Ve
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Confect Schockaert Besloten Ve filed Critical Confect Schockaert Besloten Ve
Priority to BE9300082A priority Critical patent/BE1006688A3/en
Priority to EP93201992A priority patent/EP0608580A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1006688A3 publication Critical patent/BE1006688A3/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B11/00Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts
    • A44B11/25Buckles; Similar fasteners for interconnecting straps or the like, e.g. for safety belts with two or more separable parts

Abstract

Sluitgesp, daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak bestaat uit twee binnenelementen (4-5) die ieder een riemgedeelte dragen van met elkaar te verbinden riemdelen en een buitenelement (3) dat toelaat de binnenelementen (4-5) met elkaar te verbinden, waarbij de binnenelementen (4-5), enerzijds, en het buitenelement (3) anderzijds, voorzien zijn van middelen, respektievelijk minstens één rib (7) en minstens één groef (28), die verschuifbaar met elkaar kunnen samenwerken.Locking buckle, characterized in that it mainly consists of two inner elements (4-5), each of which carries a belt portion of belt parts to be joined together and an outer element (3) which allows the inner elements (4-5) to be connected to each other, the inner elements (4-5), on the one hand, and the outer element (3), on the other hand, are provided with means, or at least one rib (7) and at least one groove (28), which can cooperate with each other.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Sluitgesp. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een sluitgesp, meer speciaal een gesp zoals deze in het algemeen gebruikt wordt om twee riemdelen, twee uiteinden van een riem of dergelijke, met elkaar losmaakbaar te verbinden, zoals dit bijvoorbeeld het geval is bij broeksriemen, gordels, heupbanden en dergelijke. 



  Men kent reeds verscheidene soorten sluitgespen voor banddelen met als voornaamste de algemeen bekende gesp die als het ware gevormd wordt door een oog waarin een scharnierbare pen is voorzien, waarbij dit oog, enerzijds, verbonden is met een riemdeel en waarbij doorheen dit oog een van gaten voorzien tweede riemdeel wordt aangebracht, één en ander zodanig dat de voornoemde pen, nadat het betreffende riemdeel is ingebracht, in   één   der voornoemde gaten wordt aangebracht ten einde dit riemdeel stevig met de gesp te verbinden. 



  Een eerste nadeel van zulke sluitgesp is dat de verbinding tussen riem en gesp slechts kan gevormd worden ter plaatse van de gaten in de riem. 



  Een ander nadeel van deze bekende sluitgesp is dat de gaten in de riem na verloop van tijd in het algemeen gaan doorscheuren. 



  Nog een ander nadeel van deze sluitgesp is dat men steeds te maken heeft met een scharnierbare pen die in vele gevallen zijwaarts verschuift of aan de verkeerde zijde van de gesp terecht komt, zodat deze pen eerst op de juiste plaats moet gebracht worden vooraleer zij in een geschikt riemgat kan ingevoerd worden. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Ten einde de nadelen van de voornoemde algemeen bekende sluitgespen te vermijden, werden reeds gespen voorgesteld waarbij een opening is voorzien waar doorheen een eveneens van gaten voorziene riem wordt gevoerd en waarbij de gesp voorzien is van een vast uitsteeksel dat na aanspannen van de riemdelen in een gat van de riem wordt gebracht. 



  Alhoewel men bij deze gesp de scharnierbare pen is kwijtgespeeld blijven de nadelen van de eerstgenoemde gesp toch behouden. 



  Verder heeft men reeds gespen voorgesteld die in hoofdzaak gevormd worden door twee delen die in elkaar kunnen inhaakt worden waarbij ieder van deze delen met een riemuiteinde is verbonden. 



  Alhoewel op deze wijze de hiervoor genoemde nadelen worden vermeden kennen deze laatste soort gespen het   grote   nadeel dat doorslippen van de riem in de bevestigingsogen van de gesp veelvuldig voorkomt. 



  Verder heeft men reeds gespen voorgesteld die in hoofdzaak bestaan uit twee elementen, namelijk een vrouwelijk element waaraan   één   riemdeel is bevestigd en dat voorzien is van gleuven of dergelijke en een mannelijk element waaraan een tweede riemdeel is bevestigd en dat voorzien is van uitsteeksels die bij in elkaar dringen met de voornoemde gleuven kunnen samenwerken. 



  De nadelen van dit soort gespen is dat de riemdelen in de bevestigingsogen van de gesp kunnen doorslippen en dat de uitsteeksels van het mannelijk element van de gesp in vele gevallen hun veerkracht verliezen waardoor de gesp niet goed of niet meer sluit terwijl het tevens regelmatig voorkomt dat zulke uitsteeksels afbreken. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 De huidige uitvinding heeft een sluitgesp als voorwerp die de voornoemde en andere nadelen van de bekende gespen uitsluit. 



  De sluitgesp volgens de uitvinding bestaat hiertoe in hoofdzaak uit twee binnenelementen die ieder een riemgedeelte dragen van met elkaar te verbinden riemdelen en een buitenelement dat toelaat de binnenelementen met elkaar te verbinden waarbij de binnenelementen, enerzijds, en het buitenelement, anderzijds, voorzien zijn van middelen, respektievelijk minstens   één   rib en minstens één groef die verschuifbaar met elkaar kunnen samenwerken. 



  Men verkrijgt aldus een sluitgesp die op iedere geschikte plaats van riemdelen kan aangebracht worden zodanig dat een zeer nauwkeurige lengteregeling van de riem mogelijk wordt ; die de riemdelen op geen enkele wijze beschadigd ; die ieder doorslippen van de riemdelen verhinderd ; die een zeer stevige konstruktie vertoont waarbij afbreken van onderdelen totaal is uitgesloten ; die zodanig is opgevat dat zij met ieder geschikt riemdeel kan gekombineerd worden ; die toelaat dat de sluitgesp afzonderlijk kan aangeschaft worden zodat de vervanging van een sluitgesp of een deel ervan op een bepaalde riem door een andere sluitgesp of een deel ervan met andere kleur, vormgeving, tekening of dergelijke mogelijk is. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een tweetal voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 in perspektief en op schematische wijze een riem weergeeft, meer speciaal een broeksriem, gordel 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 of dergelijke die voorzien is van een sluitgesp volgens de uitvinding ; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur   1 ;   figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur   2 ;   figuur 4 een vooraanzicht weergeeft van het buitenelement van de sluitgesp volgens de uitvinding ;

   
 EMI4.1 
 figuur 5 een bovenaanzicht weergeeft van figuur 4 figuur 6 een zijaanzicht weergeeft van figuur 4 ;figuren 7 en 8 doorsneden zijn, respektievelijk volgens de lijnen VII-VII en VIII-VIII in figuur 4 ; figuur 9 een vooraanzicht weergeeft van een binnenelement van de sluitgesp volgens de uitvinding, meer speciaal een binnenelement dat bedoeld is om samen te werken met een buitenelement volgens figuur   4 ;   figuren 10,11 en 12 doorsneden zijn, respektievelijk volgens de lijnen X-X, XI-XI en XII-XII in figuur   9 ;   figuur 13 een zieht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 4, doch voor een uitvoeringsvariante ;

   
 EMI4.2 
 figuur 14 een bovenaanzicht weergeeft van figuur 13 figuur 15 een zijaanzicht weergeeft van figuur 13 figuren 16 en 17 doorsneden zijn, respektievelijk volgens de lijnen XVI-XVI en XVII-XVII in figuur   13 ;   figuur 18 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 9 meer speciaal een binnenelement dat bedoeld is om samen te werken met een buitenelement volgens figuur   13 ;    figuur 19 een zieht is gelijkaardig aan dit van figuur 18, doch met betrekking tot het tweede binnenelement ; figuur 20 een doorsnede weergeeft volgens lijn XX-XX in figuur 19 ;

   figuur 21 een zieht is gelijkaardig aan dit van figuur 2 doch waarbij gebruik is gemaakt van een 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 buitenelement en binnenelementen volgens de figuren 13 tot   20 ;   figuur 22 een doorsnede weergeeft volgens lijn
XXII-XXII in figuur 21. 



  In figuur 1 is een riem 1 weergegeven die voorzien is van een sluitgesp 2 volgens de uitvinding waarbij deze sluitgesp 2 in hoofdzaak gevormd wordt door een buitenelement 3 en twee binnenelementen, respektievelijk 4-5 en waarbij de vrije uiteinden van een riem 1 met deze laatste elementen 4-5 zijn verbonden. 



  In de figuren 4 tot en met 8 is een buitenelement 3 weergegeven dat hoofdzakelijk bestaat uit een basisplaat 6 waarvan de achterzijde voorzien is van twee zwaluwstaartvormige evenwijdige vertikaal gerichte ribben 7-8 die in deze uitvoering symmetrisch gelegen zijn in een gemeenschappelijke verzinking 9 in de achterzijde van de basisplaat 6. 



  Deze ribben 7-8 zijn met hun kleinste basis verbonden met de voornoemde basisplaat 6 en strekken zich uit over praktisch de gehele hoogte van deze basisplaat 6, namelijk vanaf de onderste rand 10 van deze basisplaat 6 tot op een kleine afstand van de tegenoverliggende rand 11 van de basisplaat 6 waar deze ribben 7 en 8 een afgerond uiteinde 12-13 vertonen. 



  De grootste basis van de ribben 7 en 8 vormt een plat vlak 14 waarop, op een kleine afstand van het uiteinde van iedere rib 7-8 een aanslag is voorzien, respektievelijk 15 en 16, terwijl deze ribben 7-8 naar hun afgerond uiteinde 12-13 toe voorzien zijn van een cylindrische holte, respektievelijk 17 en 18. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 De basisplaat 6 vertoont bij voorkeur een nagenoeg rechthoekige vorm met twee evenwijdige randen 10-11, enerzijds, en twee gebogen tegenover elkaar gelegen randen 19-20, anderzijds, die met elkaar verbonden zijn door afgeronde hoeken 21, waarbij op de voorzijde 22 van deze basisplaat 6 eventueel een tekening, een symbool of dergelijke kan aangebracht worden. 



  De voornoemde voorzijde 22 zal bij voorkeur enigzins gebogen uitgevoerd zijn. 



  Op de achterzijde van de basisplaat 6 zijn nog vier symmetrisch geplaatste uitsteeksels met prismatische vorm voorzien, respektievelijk 23-24-25-26, die per paar evenwijdig zijn aan elkaar en in elkaars verlengde geplaatst. 



  Deze uitsteeksels 23 tot 26 zijn aangebracht in de nabijheid van de randen 19 en 20. 



  In de figuren 9 tot 12 is   één   van de twee binnenelementen 4 en 5 van de sluitgesp volgens de uitvinding weergegeven. 



  In deze uitvoering bestaat het binnenelement 4 in hoofdzaak uit een lichaam 27 waarin, op de voorzijde, over de ganse hoogte een zwaluwstaartvormige groef 28 is aangebracht waarin zich op de bodem en op enige afstand van een uiteinde ervan een half-kogelvormige uitstulping 29 bevindt, waarbij het voornoemde lichaam 27 aan   één   zijde en aan ieder uiteinde voorzien is van twee armen, respektievelijk 30 en 31, die op een tussenafstand zijn geplaatst die ongeveer gelijk is aan de lengte van het lichaam 27 en die met elkaar verbonden zijn door twee evenwijdige benen 32 en 33.

   

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Het eerste been 32 dat de uiteinden van de armen 30 en 31 met elkaar verbindt is op de voorzijde voorzien van een reeks piramidale tanden 34, terwijl het tweede been 33, dat in de helft van de lengte van de armen 30 en 31 een verbinding vormt tussen deze armen, zowel op de voorzijde als op de achterzijde voorzien is van een groot aantal evenwijdige dwars gerichte tandjes met driehoekige doorsnede, respektievelijk 35 en 36. 



  Op deze wijze worden tussen de benen 32 en 33 doorvoeropeningen 37 en 38 gevormd, waarvan de afmetingen bepaald worden door de afmetingen van de riem 1. 



  Het tweede binnenelement 5 dat op dezelfde wijze is gevormd als het binnenelement 4 vormt als het ware het spiegelbeeld van dit laatste. 



  Zowel de binnenelementen 4-5 als de basisplaat 6 kunnen in om het even welk materiaal verwezenlijkt worden. Bij voorkeur zullen echter deze elementen in een kunststof worden uitgevoerd. 



  Bij het gebruik van een gesp 3 volgens de uitvinding zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 worden de vrije uiteinden van een riem 1 van de voorzijde naar de achterzijde doorheen de doorvoeropening 38 gevoerd die voorzien is in de binnenelementen 4 en 5 waarna de vrije uiteinden van de riem 1 omheen het betreffende been 33 wordt teruggeplooid, doorheen de doorvoeropening 37 gevoerd om tussen het eerste riemgedeelte en het been 32 geplaatst te worden. 



  Ieder riemgedeelte wordt op deze wijze vastgehouden   t. o. v.   het betreffende binnenelement 4 en 5 doordat het stevig wordt vastgetrokken over de tanden 35-36 van het been 33 en piramidale tanden 34 van het been 32. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 De binnenelementen 4 en 5 zullen op een zodanige plaats van de riem 1 bevestigd worden, met andere woorden de lengte van de riem zal zodanig geregeld worden dat, wanneer de riem zieh in gebruikstoestand bevindt, bijvoorbeeld in dit geval omheen het middel van een persoon, deze binnenelementen elkaar raken. 



  Om de riem 1 in dit geval rond het middel te bevestigen volstaat het dat over   één   rib, bijvoorbeeld de rib 8 van de basisplaat 6 een binnenelement 5 wordt aangebracht door dit laatste door middel van de zwaluwstaartvormige groef 28 van boven naar onder over de rib 8 te   schuiven, een   en ander tot wanneer de onderrand van het lichaam 27 van het binnenelement 5 tegen de aanslag 16 komt waarbij op dat ogenblik de half-kogelvormige uitstulping 29 in de cylindrische uitholling 18 klikt zodat het binnenelement 5 stevig bevestigd is met de basisplaat 6. 



  Vervolgens zal men het tweede binnenelement 4 op dezelfde wijze over de rib 7 schuiven waardoor de bevestiging van de riem omheen het middel wordt verkregen. 



  Tijdens het aanbrengen van de binnenelementen 4 en 5 over de respektievelijke ribben 7 en 8 zullen de afgeronde uiteinden 12 en 13 van de ribben 7 en 8 ervoor zorgen dat de groeven 28 van de binnenelementen op eenvoudige wijze geleid worden t. o. v. de ribben. 



  Om de riem los te maken zal het volstaan één der   binnenelementen van de aanslag 15 of 16 in   opwaartse richting weg te duwen om zulk binnenelement vrij te maken van de basisplaat 6. 



  Het is duidelijk dat op deze wijze een zeer eenvoudig te fabriceren en zeer eenvoudig te gebruiken gesp wordt 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 verkregen waarbij de met zulke gesp samenwerkende riem in om het even welk materiaal kan verwezenlijkt zijn. 



  In de figuren 13 tot 22 is een uitvoeringsvariante weergegeven van de sluitgesp volgens de uitvinding. 



  Deze uitvoeringsvariante verschilt slechts van de vorige uitvoering doordat de basisplaat 6 slechts   één   rib 7 vertoont die in dit geval aan beide uiteinden een afronding vertoont, respektievelijk 12 en 12A, en er in het plat vlak 14 van de rib 7 twee cylindrische uithollingen zijn voorzien, respektievelijk 17 en 17A, terwijl het lichaam 27 van de binnenelementen 4 en 5 een lengte vertoont die gelijk is aan de helft van de lengte van het lichaam 27 in figuur 9, doch enigzins breder is dan dit laatste lichaam. 



  In dit geval zal de sluiting van de gesp geschieden, zoals meer bepaald in figuur 21 is weergegeven, door de beide binnenelementen, die in dit geval volledig identiek zijn aan elkaar, één na één over de rib 7 te schuiven tot wanneer de half-kogelvormige uitstulpingen 29 in de overeenstemmende cylindrische uithollingen 17A, respektievelijk 17, klikken. 



  In de in de tekeningen voorgestelde uitvoeringen is de groef 28 steeds aangebracht in de binnenelementen 4-5, terwijl de rib 7 (7-8) aangebracht is (zijn) op de basisplaat 6. Niets belet echter de binnenelementen 4-5 te voorzien van een rib 7 en in de basisplaat 6 één of twee groeven 28 te voorzien. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, doch zulke sluitgesp volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  Closing buckle.



  The present invention relates to a closure buckle, more specifically a buckle as it is generally used to detachably connect two belt parts, two ends of a belt or the like, as is the case, for example, with waist belts, belts, hip belts and such.



  Several types of buckles for belt parts are already known, the main one being the generally known buckle, which is formed, as it were, by an eye in which a hinged pin is provided, whereby this eye, on the one hand, is connected to a belt part and in which, through this eye, one of holes provided second belt part is arranged, such that the aforementioned pin, after the relevant belt part has been inserted, is placed in one of the aforementioned holes in order to connect this belt part firmly to the buckle.



  A first drawback of such a buckle is that the connection between the belt and the buckle can only be formed at the locations of the holes in the belt.



  Another drawback of this known locking buckle is that the holes in the belt generally tear over time.



  Yet another drawback of this locking buckle is that one always has to deal with a hinged pin that in many cases shifts sideways or ends up on the wrong side of the buckle, so that this pin must first be placed in the right place before it is placed in a suitable belt hole can be entered.

 <Desc / Clms Page number 2>

 In order to avoid the drawbacks of the aforementioned generally known closing buckles, buckles have already been proposed in which an opening is provided through which a belt, also provided with holes, is passed and in which the buckle is provided with a fixed protrusion which, after tightening the belt parts in a hole of the belt.



  Although the hinged pin has been lost with this buckle, the disadvantages of the first-mentioned buckle are nevertheless preserved.



  Furthermore, it has already been proposed to use buckles which are mainly formed by two parts which can be hooked together, each of these parts being connected to a belt end.



  Although the above-mentioned drawbacks are avoided in this way, the latter type of buckles have the great drawback that slipping of the belt in the fastening eyes of the buckle frequently occurs.



  Furthermore, it has already been proposed to use buckles which mainly consist of two elements, namely a female element to which one belt part is attached and which is provided with slots or the like and a male element to which a second belt part is attached and which is provided with projections interlock with the aforementioned slots to cooperate.



  The disadvantages of this type of buckle is that the belt parts can slip in the fastening eyes of the buckle and that the protrusions of the male element of the buckle lose their resilience in many cases, as a result of which the buckle does not close properly or no longer, while it also regularly occurs that breaking off such protrusions.

 <Desc / Clms Page number 3>

 The present invention has a locking buckle as an object which eliminates the aforementioned and other disadvantages of the known buckles.



  To this end, the closing buckle according to the invention mainly consists of two inner elements, each of which carries a belt section of belt parts to be connected to each other and an outer element which allows the inner elements to be connected to each other, the inner elements on the one hand and the outer element on the other being provided with means , at least one rib and at least one groove, respectively, which can slidably cooperate with each other.



  A lock buckle is thus obtained which can be fitted at any suitable place of belt parts in such a way that a very precise length adjustment of the belt is possible; that does not damage the belt parts in any way; which prevents any slipping of the belt parts; which has a very solid construction, in which breaking off of parts is completely excluded; which is designed in such a way that it can be combined with any suitable belt section; which allows the buckle to be purchased separately so that it is possible to replace a buckle or part of it on a particular belt with another buckle or part of it with a different color, design, drawing or the like.



  With the insight to better demonstrate the features of the invention, two preferred embodiments are described hereinafter, without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows in perspective and schematically a belt, more in particular a belt, seat belt

 <Desc / Clms Page number 4>

 or the like which is provided with a closing buckle according to the invention; figure 2 is a larger-scale section according to line II-II in figure 1; figure 3 represents a section according to line III-III in figure 2; figure 4 shows a front view of the outer element of the closing buckle according to the invention;

   
 EMI4.1
 figure 5 shows a top view of figure 4 figure 6 shows a side view of figure 4 figures 7 and 8 are cross-sections, respectively along the lines VII-VII and VIII-VIII in figure 4; figure 9 shows a front view of an inner element of the closing buckle according to the invention, more particularly an inner element intended to cooperate with an outer element according to figure 4; Figures 10, 11 and 12 are cross-sections, respectively, along the lines X-X, XI-XI and XII-XII in Figure 9; figure 13 represents a view similar to that of figure 4, but for an embodiment variant;

   
 EMI4.2
 figure 14 represents a top view of figure 13 figure 15 shows a side view of figure 13 figures 16 and 17 are cross-sections, respectively along the lines XVI-XVI and XVII-XVII in figure 13; Figure 18 is a view similar to that of Figure 9 more specifically an inner element intended to cooperate with an outer element of Figure 13; Figure 19 is a view similar to that of Figure 18, but with respect to the second inner element; figure 20 represents a section according to line XX-XX in figure 19;

   figure 21 a view is similar to that of figure 2 but using a

 <Desc / Clms Page number 5>

 outer element and inner elements according to figures 13 to 20; figure 22 represents a section according to line
XXII-XXII in Figure 21.



  Figure 1 shows a belt 1 which is provided with a closing buckle 2 according to the invention, wherein this closing buckle 2 is mainly formed by an outer element 3 and two inner elements, respectively 4-5 and wherein the free ends of a belt 1 with the latter elements 4-5 are connected.



  Figures 4 to 8 show an outer element 3 which mainly consists of a base plate 6, the rear of which is provided with two dovetail-shaped parallel vertically oriented ribs 7-8, which in this embodiment are symmetrically located in a common recess 9 in the rear. of the base plate 6.



  These ribs 7-8 are connected with their smallest base to the aforementioned base plate 6 and extend over practically the entire height of this base plate 6, namely from the bottom edge 10 of this base plate 6 to a small distance from the opposite edge 11 of the base plate 6 where these ribs 7 and 8 have a rounded end 12-13.



  The largest base of the ribs 7 and 8 forms a flat surface 14 on which, at a small distance from the end of each rib 7-8, a stop is provided, respectively 15 and 16, while these ribs 7-8 go to their rounded end 12 -13 are provided with a cylindrical cavity, 17 and 18, respectively.

 <Desc / Clms Page number 6>

 The base plate 6 preferably has a substantially rectangular shape with two parallel edges 10-11, on the one hand, and two curved opposing edges 19-20, on the other, which are joined together by rounded corners 21, the front 22 of which base plate 6 optionally a drawing, a symbol or the like can be applied.



  The aforementioned front side 22 will preferably be slightly curved.



  On the back of the base plate 6, four more symmetrically placed prisms of prismatic shape, respectively 23-24-25-26, are provided, which are paired in parallel and in line with each other.



  These protrusions 23 to 26 are provided in the vicinity of the edges 19 and 20.



  Figures 9 to 12 show one of the two inner elements 4 and 5 of the closing buckle according to the invention.



  In this embodiment, the inner element 4 mainly consists of a body 27 in which, on the front, a dovetail-shaped groove 28 is arranged over the entire height, in which a semi-spherical bulge 29 is located on the bottom and at some distance from one end thereof, wherein said body 27 is provided on one side and at each end with two arms, 30 and 31, respectively, spaced approximately equal to the length of body 27 and connected by two parallel legs 32 and 33.

   

 <Desc / Clms Page number 7>

 The first leg 32 connecting the ends of the arms 30 and 31 together is provided with a series of pyramidal teeth 34 on the front, while the second leg 33 connecting half the length of the arms 30 and 31 between these arms, both on the front and on the back, is provided with a large number of parallel transverse teeth with triangular cross section, respectively 35 and 36.



  In this way passage openings 37 and 38 are formed between the legs 32 and 33, the dimensions of which are determined by the dimensions of the belt 1.



  The second inner element 5 which is formed in the same manner as the inner element 4 forms, as it were, the mirror image of the latter.



  Both the inner elements 4-5 and the base plate 6 can be made in any material. Preferably, however, these elements will be made of a plastic.



  When using a buckle 3 according to the invention as shown in Figures 1 to 3, the free ends of a belt 1 are fed from the front to the back through the passage opening 38 provided in the inner elements 4 and 5, after which the free ends of the belt 1 around which the respective leg 33 is folded back, is passed through the passage opening 37 to be placed between the first belt part and the leg 32.



  Each belt section is held in this way t. o. v. the relevant inner element 4 and 5 in that it is firmly tightened over the teeth 35-36 of the leg 33 and pyramidal teeth 34 of the leg 32.

 <Desc / Clms Page number 8>

 The inner elements 4 and 5 will be fixed in such a place of the belt 1, in other words the length of the belt will be adjusted such that, when the belt is in use condition, for example in this case around the waist of a person, these inner elements touch each other.



  In this case, to fasten the belt 1 around the waist, it is sufficient that an inner element 5 is fitted over one rib, for example the rib 8 of the base plate 6, by the latter by means of the dovetail groove 28 from top to bottom over the rib 8 all this until the bottom edge of the body 27 of the inner element 5 comes into contact with the stop 16, at which time the semi-spherical protrusion 29 clicks into the cylindrical hollow 18 so that the inner element 5 is firmly fixed to the base plate 6 .



  Then, the second inner element 4 will be slid over the rib 7 in the same manner, whereby the attachment of the belt around the waist is obtained.



  During the application of the inner elements 4 and 5 over the respective ribs 7 and 8, the rounded ends 12 and 13 of the ribs 7 and 8 will ensure that the grooves 28 of the inner elements are guided in a simple manner. o. v. the ribs.



  To loosen the belt it will suffice to push one of the inner elements of the stop 15 or 16 upwards to release such an inner element from the base plate 6.



  It is clear that in this way a very simple to manufacture and very easy to use buckle becomes

 <Desc / Clms Page number 9>

 obtained in which the belt co-operating with such a buckle can be made in any material.



  Figures 13 to 22 show an embodiment variant of the closing buckle according to the invention.



  This embodiment variant differs from the previous embodiment only in that the base plate 6 has only one rib 7 which in this case has a rounding at both ends, 12 and 12A respectively, and two cylindrical recesses are provided in the flat surface 14 of the rib 7, 17 and 17A, respectively, while the body 27 of the inner elements 4 and 5 has a length equal to half the length of the body 27 in Figure 9, but is slightly wider than the latter body.



  In this case, the closure of the buckle will be effected, as is shown in particular in figure 21, by sliding the two inner elements, which in this case are completely identical to each other, one by one over the rib 7 until when the semi-spherical snap protuberances 29 into the corresponding cylindrical recesses 17A and 17, respectively.



  In the embodiments shown in the drawings, the groove 28 is always provided in the inner elements 4-5, while the rib 7 (7-8) is (are) mounted on the base plate 6. However, nothing prevents the inner elements 4-5 from being provided with a rib 7 and one or two grooves 28 to be provided in the base plate 6.



  The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described in the accompanying drawings, but such a locking buckle according to the invention can be made in various shapes and sizes

 <Desc / Clms Page number 10>

 achieved without departing from the scope of the invention.


    

Claims (1)

Konklusies. l.-Sluitgesp, daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak bestaat uit twee binnenelementen (4-5) die ieder een riemgedeelte dragen van met elkaar te verbinden riemdelen en een buitenelement (3) dat toelaat de binnenelementen (4-5) met elkaar te verbinden, waarbij de binnenelementen (4-5), enerzijds, en het buitenelement (3) anderzijds, voorzien zijn van middelen, respektievelijk minstens één rib (7) en minstens één groef (28), die verschuifbaar met elkaar kunnen samenwerken. Conclusions. 1.-Lock buckle, characterized in that it mainly consists of two inner elements (4-5) each carrying a belt part of belt parts to be connected to each other and an outer element (3) which allows the inner elements (4-5) to be connected to each other , the inner elements (4-5), on the one hand, and the outer element (3), on the other hand, being provided with means, respectively, at least one rib (7) and at least one groove (28), which can slide together. 2.-Sluitgesp volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het buitenelement (3) gevormd wordt door een basisplaat (6).   Locking buckle according to claim 1, characterized in that the outer element (3) is formed by a base plate (6). 3.-Sluitgesp volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat op de binnenzijde van de basisplaat (6) een vertikaal gerichte rib (7) is voorzien. Locking buckle according to claim 1, characterized in that a vertically oriented rib (7) is provided on the inside of the base plate (6). 4.-Sluitgesp volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat twee evenwijdige ribben (7-8) zijn voorzien op de binnenzijde van de basisplaat (6). Locking buckle according to claim 1, characterized in that two parallel ribs (7-8) are provided on the inside of the base plate (6). 5.-Sluitgesp volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de rib (7), respektievelijk de ribben (7, 8), gelegen is, respektievelijk zijn, in een verzinking (9) voorzien in de binnenzijde van de basisplaat (6). Locking buckle according to one of the preceding claims, characterized in that the rib (7) and the ribs (7, 8), respectively, are located or are provided in a recess (9) in the inside of the base plate (6). . 6.-Sluitgesp volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de rib (7), respektievelijk de ribben (7-8), zwaluwstaartvormig zijn uitgevoerd en met hun kleine basis verbonden zijn met de basisplaat (6). <Desc/Clms Page number 12> Locking buckle according to one of the preceding claims, characterized in that the rib (7) and the ribs (7-8), respectively, are dovetail-shaped and connected with their base to the base plate (6).  <Desc / Clms Page number 12>   7.-Sluitgesp volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de grote basis van elke rib (7)- (7, 8) een plat vlak (14) vormt waarop, op een kleine afstand van één uiteinde ervan, een aanslag (15, 16) is voorzien. Locking buckle according to one of the preceding claims, characterized in that the large base of each rib (7) - (7, 8) forms a flat surface (14) on which, at a small distance from one end thereof, a stop (15 , 16) is provided. 8.-Sluitgesp volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de grote. basis van elke rib (7)- (7, 8) een plat vlak (14) vormt waarin, op een kleine afstand van het tweede uiteinde van de betreffende rib, een cylindrische uitholling (17-18) is voorzien. 8. Buckle according to one of the preceding claims, characterized in that the large one. base of each rib (7) - (7, 8) forms a flat surface (14) in which a cylindrical recess (17-18) is provided, at a small distance from the second end of the rib in question. 9.-Sluitgesp volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat iedere rib (7)- (7, 8) aan minstens een uiteinde een afronding (12-13) vertoont. 9. Buckle according to any one of the preceding claims, characterized in that each rib (7) - (7, 8) has a rounding (12-13) on at least one end. 10.-Sluitgesp volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat een binnenelement (4, 5) hoofdzakelijk bestaat uit een lichaam (27) met daarin over de ganse hoogte een zwaluwstaartvormige groef (28), waarbij dit lichaam aan ieder uiteinde zijwaarts verlengd is door evenwijdige armen (30-31) die met elkaar verbonden zijn door evenwijdige benen (32-33). Locking buckle according to claim 1, characterized in that an inner element (4, 5) mainly consists of a body (27) with a dovetail-shaped groove (28) over the entire height, this body being elongated at each end by parallel arms (30-31) joined together by parallel legs (32-33). 11. - Sluitgesp volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat in de zwaluwstaartvormige groef (28) op enige afstand van het buitenuiteinde van het lichaam (27) een half-kogelvormige uitstulping (29) is voorzien.   Locking buckle according to claim 10, characterized in that a semi-spherical bulge (29) is provided in the dovetail groove (28) at some distance from the outer end of the body (27). 12.-Sluitgesp volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat het eerste been (32) voorzien is tussen de uiteinden van de armen (30) en (31) en op de voorzijde voorzien is van een reeks piramidale tanden (34). <Desc/Clms Page number 13> 13.-Sluitgesp volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat het tweede been (33) in de helft van de lengte van de armen (30) en (31) voorzien is tussen deze armen, waarbij dit been (33) zowel op de voorzijde als op de achterzijde voorzien is van een groot aantal evenwijdige dwars gerichte tandjes met driehoekige doorsnede (35) en (36). Lock buckle according to claim 10, characterized in that the first leg (32) is provided between the ends of the arms (30) and (31) and has a series of pyramidal teeth (34) on the front.  <Desc / Clms Page number 13>  13. Clasp according to claim 10, characterized in that the second leg (33) is provided half the length of the arms (30) and (31) between these arms, this leg (33) both on the front and on the back is provided with a large number of parallel transverse teeth with triangular cross section (35) and (36). 14.-Sluitgesp volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de grote basis van de rib (7) een plat vlak (14) vormt dat op een kleine afstand van ieder uiteinde is voorzien van een cilindrische holte (17) en (18). Locking buckle according to one of the preceding claims, characterized in that the large base of the rib (7) forms a flat surface (14) which is provided with a cylindrical cavity (17) and (18) at a small distance from each end. . 15.-Sluitgesp volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de basisplaat (6) op de achterzijde vier uitsteeksels met prismatische vorm (23, 26) vertoont die twee aan twee evenwijdig zijn aan elkaar en twee aan twee in elkaars verlengde zijn geplaatst nabij de betreffende randen (19-20) van de basisplaat (6). Lock buckle according to any one of the preceding claims, characterized in that the base plate (6) has four prismatic projections (23, 26) on the rear which are two by two parallel to each other and two by two in line with each other the corresponding edges (19-20) of the base plate (6). 16.-Sluitgesp volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de buitenzijde van de basisplaat (6) een licht gebogen vorm vertoont en een tekening, symbool, merk of dergelijke kan bevatten. Locking buckle according to claim 2, characterized in that the outside of the base plate (6) has a slightly curved shape and can contain a drawing, symbol, brand or the like.
BE9300082A 1993-01-27 1993-01-27 Connect buckle. BE1006688A3 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300082A BE1006688A3 (en) 1993-01-27 1993-01-27 Connect buckle.
EP93201992A EP0608580A1 (en) 1993-01-27 1993-07-08 Buckle

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300082A BE1006688A3 (en) 1993-01-27 1993-01-27 Connect buckle.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1006688A3 true BE1006688A3 (en) 1994-11-16

Family

ID=3886814

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9300082A BE1006688A3 (en) 1993-01-27 1993-01-27 Connect buckle.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0608580A1 (en)
BE (1) BE1006688A3 (en)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6684463B1 (en) * 2002-07-15 2004-02-03 Wen Yang Structure of an adjusting buckle for shoulder straps
US7500944B2 (en) 2003-06-27 2009-03-10 Ethicon Endo-Surgery, Inc. Implantable band with attachment mechanism
US7951067B2 (en) 2003-06-27 2011-05-31 Ethicon Endo-Surgery, Inc. Implantable band having improved attachment mechanism
US20040267292A1 (en) * 2003-06-27 2004-12-30 Byrum Randal T. Implantable band with transverse attachment mechanism
AU2011202777B2 (en) * 2003-09-30 2012-10-18 Ethicon Endo-Surgery, Inc. Implantable band with transverse attachment mechanism
KR100814518B1 (en) 2007-05-21 2008-03-17 김남식 Fastener for belt or strap

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3080635A (en) * 1960-11-01 1963-03-12 Gunther Alfred Strap fastener
FR2290860A1 (en) * 1974-11-15 1976-06-11 Tarwil Rosoflex CLOSING DEVICE FOR STAPLING A BRA
FR2296352A7 (en) * 1974-12-23 1976-07-23 Santoul Christian Fastener for brassiere straps - has lateral male 'T' engaging female sleeve with L shaped slot

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3080635A (en) * 1960-11-01 1963-03-12 Gunther Alfred Strap fastener
FR2290860A1 (en) * 1974-11-15 1976-06-11 Tarwil Rosoflex CLOSING DEVICE FOR STAPLING A BRA
FR2296352A7 (en) * 1974-12-23 1976-07-23 Santoul Christian Fastener for brassiere straps - has lateral male 'T' engaging female sleeve with L shaped slot

Also Published As

Publication number Publication date
EP0608580A1 (en) 1994-08-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2793368B2 (en) Thermoplastic safety seal
US2637887A (en) Magnetic jewelry clasp
US4398324A (en) Center release buckle
US4673070A (en) Releasable assembly for connecting bag members
US5184352A (en) Molded plastic belt with integral locking mechanism
BE1006688A3 (en) Connect buckle.
FR2735955A1 (en) Fastener holding ends of slide clasp fastener tapes
EP0945646A3 (en) Cord end stopper
AU7555901A (en) Buckle
KR960700663A (en) Intro lens folder (INTRAOCULAR LENS FOLDER)
FR2758246A1 (en) Fastener for belt ends, backpacks or haversacks
GB2150632A (en) Buckles
US4121324A (en) Fastening device
US4745667A (en) Closure device and buckle
GB2140860A (en) Releasable clasp
US5293673A (en) Strap fastener
US469449A (en) Chain-link
US3091270A (en) English muffin splitter
FR2797395A1 (en) Waist fastenings, for disposable diaper, comprise interlocking male and female components
JP7000337B2 (en) Magnetic conveyor belt module
US4417372A (en) Adjustable buckle construction
US2580907A (en) Snap clasp
GB2121471A (en) Snap hook systems
US2471950A (en) Link chain
USD983086S1 (en) Belt buckle

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: CONFECT *SCHOCKAERT B.V.B.A.

Effective date: 20130127