BE1000553A4 - Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, en inslaginrichting die deze werkwijze toepast. - Google Patents

Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, en inslaginrichting die deze werkwijze toepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1000553A4
BE1000553A4 BE8700520A BE8700520A BE1000553A4 BE 1000553 A4 BE1000553 A4 BE 1000553A4 BE 8700520 A BE8700520 A BE 8700520A BE 8700520 A BE8700520 A BE 8700520A BE 1000553 A4 BE1000553 A4 BE 1000553A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
blower
blowers
drawer
weft
thread
Prior art date
Application number
BE8700520A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE8700520A priority Critical patent/BE1000553A4/nl
Priority to DE8888870058T priority patent/DE3863124D1/de
Priority to EP88870058A priority patent/EP0291486B1/en
Priority to US07/185,047 priority patent/US4903739A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1000553A4 publication Critical patent/BE1000553A4/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3006Construction of the nozzles
    • D03D47/3013Main nozzles
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3006Construction of the nozzles
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, meer speciaal een inslaginrichting van het type bestaande uit minstens één naast de lade (7) geplaatste eerste blazer (3; 4) en minstens één met de lade (7) bewegende tweede blazer (5; 6), waarbij de werkwijze bestaat in het met hun draaduitvoeropening (17) en draadinvoeropening (15) aan elkaar presenteren van de te herbedraden eerste en tweede blazer (3, 4; 5, 6) en het vervolgens door beide blazers (3, 5; 4, 6) aanbrengen van een inslagdraad (19;20); de uitvinding betreft ook een inrichting die de werkwijze toepast.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, en inslaginrichting die deze werkwijze toepast. 
 EMI1.1 
 ------------------------------------------------------------- 
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, meer speciaal voor weefmachines waarbij gebruik gemaskt wordt van inslaginrichtingen die hoofdzakelijk bestaan uit minstens   één   onafhankelijk   naast   de lade geplaatste eerste blazer en minstens   een   met de lade bewegende tweede blazer, waarbij de eerste blazer een hoek maakt met de tw. eede blazer en waarbij gedurende de normale werking van de weefmachines de beide voornoemde blazers op enige afstand van elkaar staan.

   Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een inslaginrichting die de werkwijze volgens de uitvinding toepast... 



  Inrichtingen waarbij gebruik gemaakt wordt van een eerste blazer die naast de lade op het machineframe is bevestigd, en een tweede blazer die op de lade is gemonteerd, zijn algemeen bekend. Indien de beide blazers dicht bij elkaar staan en 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 indien hun   aslijnen   evenwijdig zijn biedt een bedrading of herbedrading geen probleem. Door de beweging van de tweede blazer, door middel van de verplaatsing van de lade, kunnen immers beide blazers in elkaars verlengde gebracht worden en door de geringe afstand ertussen kan met grote zekerheid een inslagdraad door middel. van de eerste blazer rechtstreeks in de tweede geblazen worden. 



   Zulke automatische herbedrading van de twee blazers kan echter niet meer tot stand gebracht worden indien de eerste en tweede blazer zich onder hoek ten opzichte van elkaar, en bovendien op een grotere afstand van elkaar, bevinden. Dit komt vooral voor bij weefmachines waar met meerdere kleuren of soorten inslaggarens wordt geweven. Hierbij is voor elke kleur een eerste en een tweede blazer voorzien, waarbij de blazers van de lade op elkaar bevestigd zijn, terwijl evenwel de eerste blazers verspreid opgesteld    stsan,..   daar deze met hun draadinvoeropeningen naar de respektievelijke draadvoorbereidingsinrichtingen gericht zijn.

   Bij een herbedrading moet dan ook   eerst'de inslagdraad-, door de betreffende eerste blazer   gevoerd worden en dient dan vast genomen te worden om aan de draadinvoeropening van de tweede blazer gepresenteerd te 
 EMI2.1 
 ... " worden, teneinde de bedrading van de tweede blazer te kunnen uitvoeren. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 
De huidige uitvinding heeft nu tot doel te voorzien in een werkwijze volgens dewelke het herbedraden van de betreffende eerste en tweede blazer in een keer kan uitgevoerd worden. 



   Deze werkwijze, die bedoeld is voor het   herberaden   van het in de aanhef bedoelde type van inslaginrichting, bestaat hiertoe hoofdzakelijk in het respektievelijk met hun draaduitvoer- opening en draadinvoeropening aan elkaar presenteren van de te   herberaden   eerste en tweede blazer door ze onderling naar elkaar te verplaatsen en het vervolgens door beide blazers voeren van een inslagdraad door deze aan de draadinvoeropening van de betreffende eerste blazer te presenteren en door in een luchtstroom door minstens   één   blazer te voorzien. 



   In een bijzondere voorkeurdragende uitvoeringsvorm gebeurt de onderlinge verplaatsing door de betreffende eerste blazer volgens een rotatiebeweging naar de tweede te brengen, en wel zodanig dat de blazers bovendien in elkaars verlengde gebracht worden. 



  De huidige   uitvinding-heeft tevens betrekking op   inslaginrichtingen die van middelen voorzien zijn om de voornoemde werkwijze te realiseren. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend   karakter,   enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 inslaginrichting die de werkwijze volgens de uitvinding toepast beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematish de werkwijze volgens de uitvinding verduidelijkt   ;   figuur 2 een   i-aslaginri. chtjmg volgens   de uitvinding weergeeft ; figuur 3 nog een inslaginrichting volgens de uitvinding weergeeft ;

   figuur 4 op een groter schaal en in doorsnede een zicht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 3 met F4 is aangeduid figuren 5 en 6 varianten weergeven van de uitvoering volgens figuur   4 ;   figuur 7 nog een inslaginrichting volgens de uitvinding weergeeft. 



  In figuur 1 wordt schematisch een inslaginrichting van het voornoemde type weergegeven, waarbij de weergegeven uitvoeringsvorm betrekking heeft op een weefmachine waar met twee inslaggarens 1 en 2 wordt gewerkt. Voor elk van deze inslaggarens 1 en 2 is een eerste blazer, respektievelijk 3 en 4, en een tweede blazer, respektievelijk 5 en 6 voorzien. 



  Zoals reeds uiteengezet in de inleiding zijn de beide tweede blazers op de lade 7 van de weefmachine bevestigd, waarbij 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 beide blazers 5 en 6 in dit geval'op elkaar geplaatst zijn. De beide eerste blazers 3 en 4 zijn tussen de respektievelijke draadtoevoerinrichtingen 8 en 9 en de op de lade 7 geplaatste blazers 5 en 6 opgesteld. Het feit dat de draadtoevoer- inrichtingen 8 en 9 relatief omvangrijk zijn verklaart waarom de eerste blazers   3. en   4 volgens hun blaasrichtingen convergeren ten opzichte van elkaar, en bijgevolg elk een hoek maken met de op de lade 7 geplaatste blazers 5 en 6. 



  De in   figuur l veergegeveo draadtoevoerinrichtingen   8 en 9 bestaan bijvoorbeeld elk uit een   draadvoorr8sd   of draadspoel 10 en 11 en een   voorafvikkelaar   12 en 13. Alle voornoemde blazers 3   t. e. m.   6 worden bijvoorbeeld gevormd door een 
 EMI5.1 
 blazerhuis 14 dat voorzien is van een draadtoevoeropening 15 en een niet in de figuren weergegeven drukluchtaansluiting, en verder een straalpijp of mengbuis 16 aan het uiteinde waarvan de draaduitvoeropening 17 is gevormd. Verder is in figuur 1 nog een gedeelte van het U-vormig riet 18 zichtbaar.    



  Daar de afstand tussen elke eerste blazer 3 of 4, enerzijds,    en elke bijhorende tweede blazer 5 of 6, anderzijds, doorgaans enkele centimeter bedraagt en daar de eerste en tweede blazers onder hoek staan is het onmogelijk om rechtstreeks vanuit een betreffende eerste blazer 3 of 4 een inslagdraad 19 of 20 tot in de tweede blazer 5 of 6 te blazen.

   Volgens de werkwijze van de huidige uitvinding wordt hieraan een oplossing geboden door 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de lade 7 in een   welbepaalde positie   te zetten en vervolgens de eerste en tweede blazer respektievelijk met hun draad- uitvoeropening 17 en draadinvoeropening 15 aan elkaar te presenteren, door ze onderling naar elkaar te verplaatsen, zodanig dat beide te bedraden blazers, 3 en 5 ofwel 4 en 6,   één   doorlopend draadkanaal vormen zodat in   een   keer de betreffende inslagdraad 19 of 20 door beide blazers kan gevoerd worden. Volgens figuur 1 gebeurt dit door in de verplaatsing 21 en 22 van de eerste blazers 3 en 4 te voorzien, al dan niet gelijktijdig, en wel zodanig dat zij tegen-of nagenoeg tegen-de tweede blazers 5 en 6 gepresenteerd worden. 



   In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding gebeuren de verplaatsingen 21 en 22 bij voorkeur zodanig dat de eerste blazers 3 en 4, zoals in streeplijn weergegeven in figuur   1,   tevens in'het verlengde van de tweede blazers 5 en 6 geplaatst worden, of dat toch minstens de hoek tussen de aan elkaar gepresenteerde blazers verkleind en tot een minimum herleid wordt, zodanig dat de meest vlotte overgang geboden wordt tussen de betreffende eerste en tweede. blazer. 



  Van zodra de te    herberaden   blazers aan elkaar gepresenteerd zijn wordt aan de draadinvoeropening 15 van de inmiddels ingeschakelde te   herberaden   eerste blazer 3 en/of 4 de passende inslagdraad 19 en/of 20 aangelegd, dewelke door de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

   zelfzuigende werking ervan   in deze eerste blazer opgezogen wordt en opeenvolgend door deze blazer en de erop volgende tweede blazer 5 en/of 6 gevoerd wordt. Hetzelfde kan bekomen worden door ofwel de tweede blazer 5 en/of 6, ofwel zowel de eerste als tweede blazer 3-5 en/of 4-6 in te schakelen. 



  Vanzelfsprekend wordt bij de voornoemde werkwijze de lade 7 vooraf in een welbepaalde stand geplaatst, waartoe passende middelen 23 voor de sturing van de lade 7 zijn voorzien. Deze middelen 23 kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een op zichzelf bekende eindeloopschakeling, die bij het stoppen van de machine er zorg voor draagt dat de lade steeds in dezelfde stand tot stilstand   komt.   bijvoorbeeld in de meest teruggetrokken stand van het riet 18. Anderzijds kunnen deze middelen 23 ook uit een automatische schakeling bestaan die bij het   herberaden   van de blazers 3-4 en/of 5-6 automatisch de lade 7 tot in de gewenste stand brengen. 
 EMI7.1 
 '-. 



   In figuur 2 wordt een praktische uitvoeringsvorm van een inslaginrichting weergegeven'die met middelen 24 is uitgerust om in de verplaatsingen 21 en 22 van de eerste blazers 3 en 4 volgens figuur 1 te voorzien. Deze middelen 24 bestaan uit wentelbare armen 25 en    26..   dewelke aan   een   uiteinde 27 respektievelijk de blazers 3 en 4 dragen en aan hun andere uiteinde 28 scharnierbaar bevestigd zijn in een vaste steun, respektievelijk 29 en 30. De middelen 24 bevatten verder nog 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 aandrijfelementen 31, om de wentelbare armen 25 en 26 over een bepaalde hoek heen en weer te kunnen verplaatsen, waarbij deze zoals weergegeven in figuur 2 uit pneumatische of hydraulische cylinders kunnen bestaan, alhoewel het duidelijk is dat ook enig ander aandrijfmiddel hiertoe kan aangewend worden. 



   Opgemerkt wordt nog dat in figuur 2 de opstelling van de steunen of scharnierpunten 29 en 30 ten opzichte van de verschillende blazers 3 t. e. m. 6 zodanig gekozen is dat in de aan elkaar gepresenteerde toestand van een eerste blazer 3 of
4 aan een tweede blazer 5 of 6, deze in elkaars verlengde komen te liggen, zoals aangeduid in streeplijn voor de eerste blazer 4. De werking van de inslaginrichting, meer speciaal de verplaatsing van de eerste blazers 3 en/of 4, kan eenvoudig uit figuur 2 worden afgeleid. 



  In figuur 3 wordt nog een uitvoeringsvorm van de inslaginrichting volgens de uitvinding weergegeven waarbij de voornoeode middelen 24 om in de verplaatsing van de eerste blazers 3 en 4 te voorzien gevormd worden door   translatie-inrichtingen 32 en 33, elk gevormd door een   in geleidingen 34 en 35, in dit geval volgens de inslagrichting, door middel van   8andr. jfelementen   31 verschuifbaar geleidingselement, respektievelijk 36 en 37, waarop de voornoemde blazers 3 en 4 bevestigd zijn. Opgemerkt wordt dat bij de   normale posities van de eerste blazers 3 en   4 de 

 <Desc/Clms Page number 9> 

   drenduitvoeropeningen   17 ervan zieh op geringe afstand van elkaar bevinden. De tweede blazers 5 en 6 zijn bijvoorbeeld boven elkaar geplaatst, analoog als in figuur 1.

   De lade 7 kan door middel van de voornoemde middelen 23 in twee standen A en
B geplaatst worden, zodanig dat het koppel blazers 5 en 6 in een richting parallel aan de inslaginrichting respektievelijk hetzij voor de draaduitvoeropening 17 van de blazer 3, of hetzij voor de draaduitvoeropening 17 van de blazer 4 kan geplaatst worden. 



   De werking van deze laatst beschreven inslaginrichting kan eenvoudig uit figuur 3 worden afgeleid. Zij bestaat erin dat in het geval een bepaald stel blazers 3 en 5, ofwel 4 en 6, dient   herbedra8d   te worden, eerst de lade 7 bevolen wordt en in stand A of B geplaatst wordt, zodat de betreffende blazers over elkaar komen te staan ; waarna de betreffende eerste blazer verschoven wordt en een   positie   inneemt zoals in streeplijn in de figuur wordt weergegeven. De middelen 23 vormen aldus een meerstandenregeling, waarbij afhankelijk van het aantal blazers ook    in''een   regeling met meer dan twee standen zou kunnen voorzien worden. 



  Het voorgaande betekent bijvoorbeeld dat bij de bedrading van de eerste blazer 3 en de tweede blazer 5, eerst de lade 7 in stand A geplaatst wordt. Vervolgens wordt door middel van de sandrijving van het verschuifbaar element 36 de eerste blazer 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 3 verschoven tot deze zieh in de in streeplijn weergegeven stand bevindt. Na de herbedrading wordt de eerste blazer 3 terug in zijn normale stand    gepl-aatst- en kan het weefproces   terug aangevat worden. 



    Het   is duidelijk da t de aandrijving van de beide translatie 
 EMI10.1 
 inrichtingen 32 en 33 al dan niet gemeenschappelijk kan zijn. 



  , Zoals weergegeven in de figuren 4 t. 6, kan, om een goede e. m.aansluiting tussen de draaduitvoeropening 17 van de eerste blazer 3 of 4 en de draadinvoeropening 15 van de tweede blazer 5 of 6 te verkrijgen, rond een van deze openingen, of 
 EMI10.2 
 eventueel rond beide, in een elastische kraag 38 voorzien , worden. In de uitvoeringsvorm volgens figuren 4 en 5 is de elastische kraag tegen het blazerhuis 14 bevestigd, terwijl volgens de uitvoeringsvorm van figuur 6 de   kraag 38 aan het   uiteinde van de mengbuis of straalpijp J6 is aangebracht. 
 EMI10.3 
 ".. 



  Figuur 7 geeft nog een variante voor de inslaginrichting weer, waarbij elke tweede blazer 5 en 6 op analoge wijze geplaatst is als in figuur 1. De draaduitvoeropeningen 17 van de eerste blazers 3 en 4 zijn zodanig gesitueerd dat zij samen recht voor'de respektievelijke draadinvoeropeningen 15 van blazers 5 en 6 kunnen gebracht worden. De beide eerste blazers 3 en 4 
 EMI10.4 
 < worden bevolen door de middelen 24 die in dit geval bestaan uit een gemeenschappelijke translatie-inrichting 39 gevormd 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 door een verplaatsbaar frame of dergelijke en aandrijfelementen 31, een en ander zodanig dat door de verplaatsing gelijktijdig de eerste blazers 3 en 4 respektievelijk aan de tweede blazers 5 en 6 gepresenteerd worden, zoals weergegeven in   streeplijn.

   Het is duidelijk dat   hierdoor geen twee-standenregeling A en B voor de lade 7 nodig 
 EMI11.1 
 is. 



  Vanzelfsprekend is de werkwijze van de uitvinding niet-beperkt voor inslaginrichtingen voor twee inslaggarens 1 en 2, doch is zij ook van toepassing voor   inrichtingen met één inslaggaren   of met meer dan twee inslaggarens. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch   dergelijke inslaginrichting kan   in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden. 
 EMI11.2 
 "..

Claims (1)

  1. Conclusies. EMI12.1 ----------- 1. - Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, meer speciaal een inslaginrichting van het type bestaande uit minstens een naast de lade (7) geplaatste eerste blazer (3 ; 4) en minstens een met de lade (7) bewegende tweede blazer (5 ; 6), waarbij de eerste blazer (3 ; 4) een hoek maakt met de tweede blazer (5 ;
    6) en gedurende de normale verking van de weefmachine op een afstand ervan staat, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze hoofdzakelijk bestaat in het respektievelijk met hun draaduitvoeropening (17) en EMI12.2 draadinvoeropening (15) aan elkaar presenteren van de te herberaden eerste en tweede blazer (3, 4j 5,6) door ze onderling naar elkaar te verplaatsen en het vervolgens door beide blazers (3, 5 ; 4,6) aanbrengen van een inslagdraad (19 ; EMI12.3 20) door deze aan de draadinvoeropening (15) van de betreffende eerste blazer (3 ; 4) te presenteren en door in een luchtstroom door minstens één blazer (3 ; 5 ; 4 ; 6) te voorzien.
    2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde eerste blazer (3 ; 4) naar de op zijn plaats gehouden tweede blazer (5 ; 6) verplaatst vordt... <Desc/Clms Page number 13> 3.-Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de eerste blazer (3 ; 4) volgens een rotatiebeweging naar de tweede blazer (5 ; 6) gebracht wordt, waarbij de hoek tussen de betreffende eerste en tweede blazer verkleind wordt.
    4.-Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat bij de verplaatsing (21,22) van de betreffende eerste blazer (3 ; 4) naar de tweede blazer (5 ; 6), de blazers tot in elkaars verlengde gebracht worden.
    5. - Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de eerste blazer (3 ; 4) volgens een translatiebeweging naar de EMI13.1 tweede blazer (5 6) gebracht wordt.
    6.-Werkwijze conclusie 2, waarbij meerdere eerste en tweede blazers (3, 4 ; 5, 6) voorzien zijn en waarbij elke eerste blazer (3 ; 4) kan samenwerken met een tweede blazer (5 ; 6), daardoor gekenmerkt dat het presenteren van de eerste aan EMI13.2 de tweede blazers gemeenschappelijk gebeurt.
    ...' 7.-Inslaginrichting die de werkwijze volgens conclusie 1 toepast, van het type bestaande uit minstens één onafhankelijk naast de lade (7) geplaatste. eerste blazer (3 ; 4) en minstens en met de lade (7) bewegende tweede blazer (5 ; 6), waarbij de eerste blazer (3 ; 4) een hoek maakt met de tweede blazer (5 ; 6) en gedurende de normale werking van de weefmachine op een <Desc/Clms Page number 14> afstand ervan Staat, daardoor gekenmerkt dat de inslaginrichting tevens bestaat uit middelen (24) om de bij elkaar borende eerste en tweede blazers (3, 5 ; 4, 6) naar elkaar toe te bewegen, en middelen (23) om de lade (7) op minstens één welbepaalde plaats (A, B) te zetten.
    8. - Inslaginrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (24) om de bij elkaar horende eerste en tweede blazers (3,4) naer elkaar toe te bewegen hoofdzakelijk bestaan uit een per stel van eerste en tweede blazers voorziene wentelbare arm (25 ; 26) die aan zijn uiteinde (27) de eerste blazer (3 ; 4) draagt, en een aandrijfelement (31) om in de beweging van de wentelbare arm (25, 26) te voorzien zodanig dat de bedoelde verplaatsing van de eerste blazer (3 ; 4) bekomen wordt.
    9.-Inslaginrichting volgens conclusie-7, daardoor gekenmerkt dat de middelen (24) om in de verplaatsing van de eerste blazer, respektievelijk blazers (3 ; 4), te voorzien hoofdzakelijk bestaat uit---een translatie-inrichting of -inrichtingen (32, 33 ;. 39) waarop de eerste blazer, respektievelijk blazers aangebracht zijn, en aandrijfelementen (31) om in de beweging van de translatie-inrichting of -inrichtingen (32, 33 ; 39) te voorzien. <Desc/Clms Page number 15>
    10.-Inslaginrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van twee eerste, respektievelijk twee tweede blazers (3, 4 ; 5, 6) ; dat beide tweede blazers.' (5, 6)' op elkaar op de lade gemonteerd zijn ; dat de draaduitvoeropeningen (17) van de eerste blazers (3, 4) gelijktijdig volgens de inslagrichting voor de draadinvoeropeningen. (15) van de respektievelijke tweede blazers (5, 6) kunnen gebracht worden en dat beide eerste blazers op een gemeenschappelijke, volgens de inslagrichting beweegbare, translatie-inrichting (39) bevestigd zijn. EMI15.1
    11.-Inslaginrichting volgens één conclusies 7 t. der.waarbij meerdere eerste en tweede blazers (3, 4 ; 5,6) voorzien zijn, daardoor gekenmerkt dat de inslaginrichting middelen (24) bevat door middel van dewelke voor elk stel van een eerste en tweede blazer (3, 5 ; 4,6) bij de presentatie aan elkaar de samenwerking op verschil-lende plaatsen voor de lade (7) gebeurt, waarbij de middelen (23) om de lade (7) op een bepaalde plaats stil te zetten gevormd worden door een EMI15.2 meerstandenregeling (A, B).
    12.-Inrichting volgens een der conclusies 7 t. e. m. 11, daardoor gekenmerkt dat rond. de draadinvoeropeningen (15) van het blazerhuis (14) van de tweede blazer, respektievelijk blazers (5, 6), een elastische kraag (38) is voorzien. <Desc/Clms Page number 16>
    13. - Inslsginrichting volgens één der conclusies 7 t. e. m. 12, daardoor gekenmerkt dat aan het uiteinde van de mengbuis of straalpijp (16). van de eerste. blazer, respektievelijk blazers (3,4) een elastische kraag (38) is voorzien.
    14.-Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, en inslaginrichting die deze werkwijze toepast, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande figuren.
BE8700520A 1987-05-12 1987-05-12 Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, en inslaginrichting die deze werkwijze toepast. BE1000553A4 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8700520A BE1000553A4 (nl) 1987-05-12 1987-05-12 Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, en inslaginrichting die deze werkwijze toepast.
DE8888870058T DE3863124D1 (de) 1987-05-12 1988-04-13 Verfahren und vorrichtung zum einfaedeln des schusseintragorgans in webmaschinen.
EP88870058A EP0291486B1 (en) 1987-05-12 1988-04-13 Method for threading a pick insertion device on weaving machines and a device which uses this method
US07/185,047 US4903739A (en) 1987-05-12 1988-04-22 Method for threading a pick insertion device on weaving machines, and a device which uses this method

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8700520A BE1000553A4 (nl) 1987-05-12 1987-05-12 Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, en inslaginrichting die deze werkwijze toepast.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000553A4 true BE1000553A4 (nl) 1989-01-31

Family

ID=3882655

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8700520A BE1000553A4 (nl) 1987-05-12 1987-05-12 Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, en inslaginrichting die deze werkwijze toepast.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4903739A (nl)
EP (1) EP0291486B1 (nl)
BE (1) BE1000553A4 (nl)
DE (1) DE3863124D1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2644800B1 (fr) * 1989-03-22 1991-05-31 Saurer Diederichs Sa Dispositif d'alimentation en fil de trame pour machine a tisser avec insertion pneumatique de la trame
FR2648831A1 (fr) * 1989-06-26 1990-12-28 Saurer Diederichs Sa Dispositif d'alimentation en fil de trame pour machine a tisser avec insertion pneumatique
BE1006981A3 (nl) * 1993-04-06 1995-02-07 Picanol Nv Insertiesysteem voor weefmachines.
BE1009240A6 (nl) * 1995-03-28 1997-01-07 Picanol Nv Luchtweefmachine met een afscherming.
DE29721042U1 (de) * 1997-11-28 1998-02-05 Dornier Gmbh Lindauer Webmaschine, insbesondere Luftdüsenwebmaschine
US7748414B2 (en) * 2006-12-12 2010-07-06 Itema (Switzerland) Ltd Method and apparatus for the insertion of weft threads

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1531853A (fr) * 1966-07-14 1968-07-05 Strake Maschf Nv Dispositif pour lancer un fil à l'aide de l'effet de jet d'un agent sous pression
EP0023928A1 (de) * 1979-08-08 1981-02-18 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Düsenanordnung für eine Webmaschine mit Strahleintrag

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5959545A (ja) * 1982-09-30 1984-04-05 Nissan Motor Co Ltd 車両用ワイパ制御装置
JPS61124650A (ja) * 1984-11-19 1986-06-12 長井 勝良 エア−ジエツト織機の多色緯入れ装置
NL8503439A (nl) * 1985-12-13 1987-07-01 Picanol Nv Apparaat om een inslagdraad aan een hoofdblazer toe te voeren bij weefmachines.
BE904260A (nl) * 1986-02-21 1986-08-21 Picanol Nv Inrichting voor de insertie van inslagdraden in de gaap bij luchtweefmachines en regelbare blazers hierbij toegepast.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1531853A (fr) * 1966-07-14 1968-07-05 Strake Maschf Nv Dispositif pour lancer un fil à l'aide de l'effet de jet d'un agent sous pression
EP0023928A1 (de) * 1979-08-08 1981-02-18 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Düsenanordnung für eine Webmaschine mit Strahleintrag

Also Published As

Publication number Publication date
EP0291486B1 (en) 1991-06-05
US4903739A (en) 1990-02-27
DE3863124D1 (de) 1991-07-11
EP0291486A1 (en) 1988-11-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4891871A (en) Heddle transferring apparatus
BE1000553A4 (nl) Werkwijze voor het bedraden van een inslaginrichting bij weefmachines, en inslaginrichting die deze werkwijze toepast.
NL7903273A (nl) Inrichting voor het lanceren van opeenvolgende inslagdraadlengten bij een spoelloze weefmachine.
EP0225669B1 (en) Device for supplying a weft thread to a main blower for weaving looms
NL8602724A (nl) Werkwijze en inrichting voor het herstellen van de draadtoevoer bij weefmachines bij een onderbreking tussen de bobijn en de draadvoorraad.
EP0134377B1 (de) Vorrichtung zum Einschlagen der Schussfadenenden bei einer Webmachine
US4078586A (en) Method and apparatus for producing a selvage
US4967801A (en) Apparatus for separating a broken warp thread at the loom warp stop motion from the warp sheet
BE1002532A4 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen en geleiden van inslagdraad bij weefmachines.
EP0149969B1 (de) Webmachine
BE1000902A4 (nl) Inrichting voor het vormen van een zelfkant aan een weefsel bij weefmachines
JPS61277569A (ja) 綾巻ボビンを製造する繊維機械
BE1014192A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het inbrengen van inslagdraden bij een weefmachine, alsmede daardklem daarbij aangewend.
BE1001718A3 (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van een juiste lengte inslagdraad in straalmondstukken van weefmachines en weefmachine die deze werkwijze toepast.
EP0427665B1 (de) Verfahren und Einrichtung zum Einziehen eines Kettfadens in eine Webmaschine, insbesondere in ein Webblatt
BE1010014A3 (nl) Kanteninrichting voor een weefmachine.
US4576208A (en) Weft severing device for a weaving machine
BE1009581A3 (nl) Werkwijze voor het vervangen van bobijnen bij bobijnstanden voor tapijtvervaardigingsmachines, en bobijnstanden die deze werkwijze toelaten.
US5309615A (en) Dropper random-separating mechanism
BE1010005A4 (nl) Werkwijze en inrichting om poolgarens te positioneren in een grijper-axminster tapijtweefmachine.
DE2323732A1 (de) Garnhandhabungsmechanismus fuer textilmaschinen, insbesondere webstuhl
EP0203256B1 (de) Schusseintragungsvorrichtung für Webmaschinen mit schwenkbaren Blasdüsen und Verfahren zum pneumatischen Eintragen aufeinanderfolgender Schusslängen
BE1003689A3 (nl) Apparaat voor het verbinden van draden en inrichting voor het toevoeren van inslagdraden bij weefmachines die dit apparaat toepast.
WO1994000626A1 (de) Verfahren und vorrichtung zum automatischen ansetzen eines neu zu spinnenden garnes an ein bestehendes garnende
PT780500E (pt) Metodo e dispositivo para passar fios de urdume

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19990531